PSV ontving in extremis nog biedingen van ‘tussen dertig en veertig miljoen’
PSV sloeg in de slotfase van de transfermarkt nog biedingen van tientallen miljoenen in de wind, zo stelt algemeen directeur Toon Gerbrands. Dat is volgens de sportbestuurder van de Eindhovense club 'de grootste winst in deze hectische transferperiode'. Gerbrands reageert in gesprek met Voetbal International op de kritiek op het transferbeleid van PSV, dat uiteindelijk geen linksback haalde omdat Luuk de Jong niet vertrok.
Gerbrands wijst erop dat PSV een schuld van bijna vijftig miljoen euro had. Dit moest worden teruggebracht zonder de sportieve ambities geweld aan te doen. "Nou, dat is gebeurd. We zijn twee keer kampioen geworden, hebben Champions League gespeeld en we hebben onze financiële huishouding op orde." Stabiel beleid is het credo van PSV. "We voeren al vier jaar stabiel beleid, we hebben steeds een eerste elftal neergezet dat om de titel meedoet en we houden onze liquiditeit op orde. We hadden na het seizoen 2016/17 een spaarpotje van ongeveer achttien miljoen euro."
PSV speelt niet zomaar met een dergelijk potje. Daarmee wordt bijvoorbeeld de verbouwing op De Herdgang, van ongeveer acht miljoen euro, bekostigd. "Dan halen we geen dure linksback als Luuk de Jong niet wordt verkocht, maar dan zetten we in op talenten die we al in huis hebben. Ik heb de verantwoordelijkheid PSV financieel gezond te houden." De Eindhovenaren hebben bij de posten langlopende schulden en achtergestelde leningen in totaal liefst 48 miljoen euro heeft weggewerkt.
"En het mooie is dat niemand daar iets van heeft gemerkt en we sportief gewoon goed hebben gepresteerd in die drie jaar." PSV start ieder seizoen met een exploitatietekort van tussen de drie en vier miljoen euro, maar dat is volgens Gerbrands 'voor een club als PSV beheersbaar' en hij wijst erop dat het verkopen van spelers ook het businessmodel van de club is. Door het mislopen van Europees voetbal in het huidige boekjaar moet PSV nog wel ergens vijf miljoen euro inlopen. "We zullen dus nog één of twee spelers moeten verkopen, maar daar hebben we een jaar de tijd voor. Het belangrijkste is dat wij denken dat er opnieuw een goede selectie staat die meedoet om de titel. We hebben in de slotdagen nog tussen de dertig en veertig miljoen aan biedingen gehad op onze spelers. Dat we niemand hebben laten gaan, is misschien wel de grootste winst in deze hectische transferperiode."