AC Milan wint weer en kan Europees voetbal bijna ruiken
AC Milan heeft zaterdagavond de druk op Internazionale verder opgevoerd. I Rossoneri wonnen met 1-0 van Torino en staan daardoor nog maar één punt onder de stadsgenoot, die zondag bij koploper Juventus op bezoek moet. Milan boekte alweer de zevende overwinning in de laatste tien wedstrijden en doet weer volop mee in de strijd om Europees voetbal.
Torino won in competitieverband voor het laatst in 1985 in het San Siro, maar de ploeg was in de beginfase wel dicht bij het openingsdoelpunt. Andrea Belotti brak na een paar minuten al door de buitenspelval van Milan heen: Cristián Zapata kon zijn schot maar net blokken. Ciro Immobile was daarna ook gevaarlijk voor het doel van Gianluigi Donnarumma, die net een hand achter het schot kon krijgen.
Keisuke Honda stichtte met een bal op de lat na bijna een half uur spelen het eerste gevaar voor de thuisploeg, maar zag Immobile in de daaropvolgende counter aan de andere kant weer het zijnet raken. Vlak voor rust was het toch Milan dat met de voorsprong aan de haal ging: Luca Antonelli kreeg de bal na een hoekschop voor zijn voeten en schoot via keeper Daniele Padelli binnen.
Carlos Bacca dacht zijn ploeg na een uur spelen met een kopbal op 2-0 te zetten, maar de vlag ging omhoog en het doelpunt werd afgekeurd. Vlak daarna dook Immobile weer voor het doel van Donnarumma op; zijn harde schot vanaf de rand van het strafschopgebied vloog net langs het doel van de zeventienjarige keeper. Torino probeerde in de slotfase uit alle macht langszij te komen en stond in de laatste tien minuten zelfs met vier spitsen op het veld. De bezoekers slaagden er echter niet in om het de Milan-verdediging echt lastig te maken.