ADO-uitblinker heeft clubs voor het uitkiezen: ‘Liefst blijf ik in Nederland’
Milan van Ewijk speelde als geboren Amsterdammer zes jaar lang in de jeugdopleiding van Feyenoord, maar viel in de ‘bovenbouw’ toch nog af. Hij week uit naar de amateurs, dwong een contract af bij ADO Den Haag en behoort in het Cars Jeans Stadion nu wekelijks tot de uitblinkers. Dit seizoen is hij onder meer de man met de meeste geslaagde tackles in de Eredivisie en wordt hij veelvuldig gelinkt aan een stap naar de Nederlandse subtop. “Gelukkig zijn er meerdere wegen die naar Rome leiden.”
Door Thijs Verhaar
Bam, bam, bam! De twintigjarige rechtsback klopt zichzelf in de persruimte van ADO bij iedere ‘bam’ zo driftig op de borst dat andere spelers hun gesprekken staken om even verbaasd naar hem te kijken. Van Ewijk heeft het niet in de gaten, zo zeer gaat hij op in zijn verhaal over de passie waarmee zijn Braziliaanse voorbeelden hun sport beleven. “Cafú, Dani Alves, Carlos Alberto…”, somt hij op. “Ik vind het zo mooi om te zien hoe zij zichzelf en elkaar oppeppen na een geslaagde tackle, als ze er nog net even een voetje tussen krijgen. Daar kan ik echt van genieten. En ik leer er natuurlijk ook gewoon veel van door naar filmpjes van hun beste acties te kijken.”
Zelf is hij sinds drie jaar rechtsback, nadat hij in de jeugd vooral als vleugelaanvaller acteerde. Pas in zijn laatste jaar bij amateurclub Excelsior Maassluis werd hij omgeturnd tot rechtsback. “De trainer had niemand voor die positie en uiteindelijk werd ik gevraagd omdat ik vroeger als klein jongetje ooit begonnen ben als rechtsachter”, legt Van Ewijk uit. “Dat was mijn allereerste positie omdat mijn vader ook een back was. Hij is er in 1999 zelfs de beste amateurvoetballer van Nederland mee geworden”, glimlacht de jonge verdediger trots. Zijn vader had vervolgens de kans om naar FC Utrecht te gaan, maar liet die mogelijkheid onbenut omdat hij net een meisje leerde kennen dat later de moeder van zijn zoon en dochter zou worden.
Het is bij Van Ewijk dus duidelijk waar zijn talent vandaan komt en hij werd al snel opgemerkt door scouts. Als speler van Zeeburgia (waar hij onder meer samenspeelde met Juan Familia-Castillo en Paul Fosu-Mensah) werd hij op zijn tiende uitgenodigd voor de Ajax Talentendagen, terwijl ook Feyenoord belangstelling toonde. “Bij Ajax kwam ik tot de tweede ronde, maar het bleek niet goed genoeg. Ik denk dat ik van de zenuwen blokkeerde ofzo, maar gelukkig ging het daarna bij Feyenoord wel goed. Daar gaven ze na twee weken meetrainen al aan dat ik mocht blijven."
Op sportcomplex Varkenoord leek hij vervolgens zes jaar lang op weg om het eerste elftal te halen, maar op zijn zestiende kreeg hij tot zijn grote teleurstelling alsnog te horen dat hij moest vertrekken. Van Ewijk wil het niet als excuus aanvoeren, maar hij had door de scheiding van zijn ouders wellicht te veel aan zijn hoofd om maximaal te presteren. “Dat ik weg moest, kwam enorm hard aan. Ik was er zo dichtbij, maar ineens was het weg. Toen overwoog ik zelfs even om te stoppen met voetbal. Ik had alles in Amsterdam achter gelaten en dan hoor je na zes jaar dat het niet genoeg is geweest. Het heeft ondanks de hulp van familie en vrienden echt wel even geduurd om er bovenop te komen.”
Inmiddels is het vier jaar later en kijkt de verdediger er anders tegenaan. Hij is dankbaar dat hij de kans heeft gehad om zich bij een profclub te ontwikkelen. “Ik heb er veel mogen leren natuurlijk. Mijn eerste aannames zijn bijvoorbeeld bijna altijd goed omdat ik daar oneindig veel tips over heb gekregen en daar eindeloos veel op heb geoefend. Daar heb ik nu nog steeds profijt van, al heb ik de belangrijkste jaren – zeg maar van mijn zestiende tot mijn achttiende – bij de amateurs doorgebracht”, verwijst Van Ewijk naar zijn noodgedwongen vertrek naar Excelsior Maassluis. Die ploeg bleek het ideale toevluchtsoord. Ook omdat een stageperiode van twee maanden bij Sparta Rotterdam geen contract opleverde. “Het team was te vol, dus kreeg ik uiteindelijk geen contract.”
Dat de Spangenaren daar achteraf spijt van hebben, blijkt wel uit het feit dat zij hem een mooi contractvoorstel deden toen ADO zich in de zomer van 2019 net als PEC Zwolle en Excelsior ook voor hem meldde. “Bij Maassluis heb ik gewoon een heel goede tijd gehad. Dat kwam echt op het perfecte moment voor mij”, stelt de rechtsback. “We hadden gewoon een goed team met een aantal oud-profs erin en wonnen twee keer de Voetbal Rijnmond Cup. Mijn beste moment kende ik echter in de TOTO KNVB Beker, in een wedstrijd tegen PSV (4-0 verlies, red.). Sindsdien begonnen clubs zich voor mij te melden en is het eigenlijk alleen nog maar een stijgende lijn geweest.”
Van Ewijk tekende in de zomer van 2019 een driejarig contract bij ADO, waar hij het meeste perspectief zag op een basisplaats. “Bij Sparta had ik misschien wel meer kunnen verdienen, maar ik ben een gevoelsjongen. Ik vind het niet erg om voor mijn plekje te vechten, graag zelfs, maar ik wil wel het gevoel hebben dat ik een serieuze kans krijg.” Voor de rechtsback het dan ook verrassend toen hij halverwege zijn debuutseizoen na negen basisplaatsen te horen kreeg dat er even geen plek meer voor hem was in Den Haag. Was hij met zijn rushes immers niet een van de revelaties geweest in zijn eerste half jaar als prof? “Het was een beetje een gekke periode toen Alan Pardew hier halverwege het seizoen de trainer werd. Hij haalde een aantal Engelse spelers die hij goed kende en vertelde aan mij dat hij het minder in mij zag zitten omdat ik te aanvallend was ingesteld.”
Op zijn plaats kwam de Engelsman Jordan Spence, die op dat moment al bijna een jaar geen wedstrijden had gespeeld. “Dat vond ik jammer, ook omdat er toen helemaal niet veel kansen via mijn kant waren ontstaan”, gaat Van Ewijk – dit seizoen onder leiding van Ruud Brood in alle wedstrijden basisspeler - terug in de tijd. “Gelukkig kreeg ik van Cambuur de kans om me daar verder te ontwikkelen.” Hij werd in januari 2020 op de laatste dag van de transferperiode opgepikt om de geblesseerde Jordy van Deelen te vervangen, maar zou er uiteindelijk slechts twee duels spelen in het voortijdig beëindigde seizoen. “Helaas bleek na mijn eerste wedstrijd dat ik inmiddels wat ritme miste en daarna begon Doke Schmidt het goed te doen, maar het was toch een leerzame tijd met een ander spelletje dan ik bij ADO gewend was.”
Van Ewijk legt uit dat hij in de Keuken Kampioen Divisie met Cambuur genoot van het feit dat zijn ploeg het meeste balbezit had, terwijl hij bij ADO juist constant wordt opgejaagd. “Toch is het heus niet zo dat wij alleen maar ballen naar voren peren, maar het komt er nog te vaak niet uit in wedstrijden”, meent de rechtsback, die tegen AZ zijn voorlopige hoogtepunt beleefde met een assist en een treffer. Ook tegen PSV (2-2) wist hij onlangs met een assist op Bobby Adekanye te zorgen voor een punt. “Tegen de grote teams stijgen we vaak boven onszelf uit, maar tegen VVV-Venlo en andere concurrenten lukt het dan regelmatig weer niet. Ik weet niet hoe dat komt, want we hebben dezelfde motivatie. Hopelijk gaat dat vanaf nu beter, want we moeten alles doen om degradatie te voorkomen. ADO is geen club voor de Keuken Kampioen Divisie.”
De kans lijkt echter klein dat Van Ewijk in het geval van degradatie ook afdaalt naar het tweede niveau van Nederland. Hij wordt veelvuldig in verband gebracht met een stap naar de Nederlandse subtop, terwijl ook Celtic en het Duitse Hamburger SV recent al navraag deden bij zijn management. “Ik hoor inderdaad wel eens dat er clubs zijn die informeren, maar dat laat ik aan mijn vader en mijn zaakwaarnemer over”, stelt de rechtsback. “Alle opties liggen nog open. Ook bijtekenen, maar ik ben nu vooral bezig om degradatie te voorkomen. Dat is het belangrijkste nu”, aldus Van Ewijk, die wel een duidelijke voorkeur heeft als het uiteindelijk toch tot een transfer komt. “Duitsland heeft ook prachtige clubs, maar het liefst blijf ik nu nog in Nederland.”
De verdediger noemt de subtop van de Eredivisie als een voorbeeld van ‘een mooie opstap’ om zichzelf verder te ontwikkelen. “Nederland is toch een vertrouwde omgeving voor mij. Daarom wil ik het liefste hier leren om op mezelf te wonen in plaats van in het buitenland waar ik helemaal niemand ken. Ik wil stapsgewijs doorgroeien als speler en als persoon”, legt Van Ewijk uit. “Maar nogmaals: ik heb nog geen idee wanneer het zover is. Ik focus me nu volledig op ADO en ben blij met de stappen die ik maak. In vergelijking met vorig jaar ben ik veel volwassener geworden in mijn spel. Vooral op verdedigend vlak, maar ik heb nog steeds veel te leren. Gelukkig kan ik mezelf optrekken aan gasten als Gianni Zuiverloon en Daryl Janmaat. Zij hebben het allemaal al meegemaakt in de Premier League.”
De Engelse topcompetitie ziet hij miscchien wel als zijn ideaalbeeld. “Ik heb er de kracht en de longinhoud voor. Ik houd van de hardheid daar, klets er zelf ook graag in”, grinnikt de verdediger, die volgens Opta dit seizoen goed is voor de meeste geslaagde tackles in de Eredivisie. “Het zou prachtig zijn om daar uiteindelijk te mogen spelen, of bij een andere topclub”, aldus Van Ewijk, die meteen aanvoelt dat hij een afsluitende vraag gaat krijgen over Feyenoord. "Daar breken momenteel diverse verdedigende talenten door, maar van afgunst is bij Van Ewijk allerminst sprake. “Met veel van die jongens heb ik in de jeugd samengespeeld, dus ik ben blij dat ze het zo goed doen. Uiteindelijk moet iedereen zijn eigen route afleggen en gelukkig zijn er meerdere wegen die naar Rome leiden.”