Ajax houdt punt over aan ware thriller in Manchester

Ajax is er niet in geslaagd Manchester City nogmaals te kloppen in de Champions League. Het team van Frank de Boer had de eerste club ooit kunnen worden die in Europees verband uit bij zowel Manchester United als Manchester City een zege pakte, maar een 0-2 voorsprong werd toch nog uit handen gegeven. Yaya Touré en Sergio Agüero poetsten de twee goals van Siem de Jong van het bord, al schiet City met de 2-2 niet veel op. De Engelsen staan op twee punten uit vier duels: Ajax heeft er vier uit vier en is nog in leven voor Europa League-voetbal.

Ajax verbaasde in de eerste helft vriend en vijand en misschien ook wel zichzelf: de club werd eerst wat naar achteren gedwongen door de Engelsen, maar mochten vervolgens twee keer scoren in acht minuten tijd. Manchester City, dat zeker niet in een zwakke formatie begon, had slechts een schot van Pablo Zabaleta afgeleverd en een sprint van Carlos Tévez, toen het twee flinke dreunen achter elkaar incasseerde. Na tien minuten zorgde een echte team effort van Ajax voor 0-1.

Een corner van Christian Eriksen belandde in het strafschopgebied en uit de kluts rolde de bal, via Niklas Moisander, richting tweede paal. De Jong sprintte erheen en tikte de bal al glijdend tijdig omhoog, naar het dak van het doel. Ajax vierde feest en liet City, dat tot dan toe domineerde, verbouwereerd achter. De verbazing zette zich echter om in ergernis toen Ajax amper zeven minuten later ook 0-2 maakte. Opnieuw begon het bij een hoekschop van Eriksen en weer was een vrijgelaten De Jong afmaker: nu met het hoofd.

Ajax zat door de twee snelle doelpunten op rozen, maar kreeg vervolgens wel een stormloop van de Engelsen te verduren. Die resulteerde, vijf minuten na De Jongs tweede treffer, in een doelpunt van Touré. De duurst betaalde contractspeler van City nam in duel met Ricardo van Rhijn een bal op de borst aan en volleerde die vervolgens hard en zuiver langs Kenneth Vermeer. Er kwam meer druk en Van Rhijn en Vermeer voorkwamen een gelijke stand: Ajax hield bleef overeind en bereikte de rust met een voorsprong.

In de tweede helft zette de thuisclub, waar Mario Balotelli als invaller meedeed, van meet af aan meer druk op Ajax. Daley Blind en Toby Alderweireld hadden overtredingen op Samir Nasri en Sergio Agüero nodig om de tegenstander af te stoppen en laatstgenoemde vond zelfs het net, maar de goal van de Argentijn werd wegens buitenspel terecht afgekeurd. In die zware fase voor Ajax vijzelde captain De Jong de moreel van zijn team weer wat op door de reflexen van Joe Hart te testen met een prima schot.

Diezelfde De Jong bleef de grote blikvanger bij Ajax: met nog twintig minuten te gaan, toen Roberto Mancini ook Edin Dzeko nog erbij had gezet, joeg de Ajacied de Engelse fans schrik aan met een scherpe vrij trap waarop Hart zich vol moest strekken. City liet zich niet van de wijs brengen door die speldenprik en kwam terug tot 2-2 via Agüero: hij sprintte ervandoor na doorkoppen van Balotelli en stuurde de bal gedecideerd naar de goede hoek. Balotelli zelf dwong Vermeer daarna al koppend tot een redding, een tweede goal Agüero werd ook afgekeurd wegens buitenspel.