Ajax verovert 33e landstitel na uiterst moeizaam optreden

De kampioenswedstrijd zal niet de boeken ingaan als spektakelstuk, maar Ajax mag zich voor de 33e keer in de clubhistorie de beste van Nederland noemen. De Amsterdammers gaven bij Heracles Almelo een vroege voorsprong uit handen, waarna de stress toesloeg. Het was typerend dat de thuisploeg na de 1-1 de beste kansen had op een treffer, maar gaandeweg de wedstrijd zakte het spelpeil naar een zeer bedenkelijk niveau. Het zal Frank de Boer om het even zijn: hij mag zijn 4e landstitel in 3,5 jaar als hoofdcoach van Ajax gaan vieren.

Ajax begon nog wel zoals De Boer dat had voorspeld: geconcentreerd en vastberaden om de bekernederlaag van vorig weekend weg te poetsen. De Amsterdammers hadden het betere van het spel en kwamen dan ook dikverdiend op voorsprong. Lasse Schöne mocht na twaalf minuten aanleggen voor een vrije trap van een meter of twintig en trapte de bal in volle vaart via de onderkant van de lat binnen. Heracles had aanvankelijk geen antwoord paraat en leek rijp voor de slacht. Na 21 minuten kwam de thuisploeg uit het niets echter weer langszij: Simon Cziommer imiteerde Schöne en schoot eveneens raak uit een vrije trap.

Daarmee kantelde de wedstrijd. Ajax verloor de grip en moest lijdzaam toezien hoe de thuisploeg een kwartier lang de boventoon voerde. Daarbij mochten de gasten van geluk spreken dat Mark Uth het vizier niet op scherp had. De Duitse spits ontsnapte aan de aandacht van de Ajax-verdediging en kon alleen op Jasper Cillessen af, die erger leed ternauwernood voorkwam. In de slotfase van het eerste bedrijf herpakte Ajax zich wel weer enigszins, maar verder dan een schot van afstand van Lesly de Sa en een kans voor Schöne, die uitgleed en daarmee geen gevaar kon stichten, kwamen de bezoekers niet.

Dat er wel degelijk fors wat spanning op de benen stond van de Ajacieden werd na rust duidelijk. De gasten speelden vrijwel niks klaar in de voorste linie en mochten van geluk spreken dat Heracles na tien minuten spelen in het tweede bedrijf niet op voorsprong kwam. Mikhael Rosheuvel dook in kansrijke positie op voor Cillessen, die met een prachtige redding de 2-1 voor Heracles wist te voorkomen.

Veel had de wedstrijd daarna niet meer om het lijf. Ajax zette overduidelijk in op consolideren en probeerde de bal vooral in de ploeg te houden, waarbij het tempo te laag was om de thuisploeg achterin te verontrusten. Heracles poogde nog wel via een snelle tegenstoot een winnende treffer te forceren, maar met het ene puntje in het achterhoofd verdween ook bij het elftal van Jan de Jonge de urgentie. Daarmee kregen beide teams wat zij wensten: Ajax mag het kampioensfeest gaan vieren en Heracles weet zich verzekerd van lijfsbehoud.