‘Als mijn naam op het scherm verscheen dan floten 40.000 fans van Ajax’
Piet de Visser of Tomas Galásek reikt zondagavond de TOTO KNVB Beker uit. Als Ajax de finale van Willem II wint, zal Galásek de beker aan Matthijs de Ligt overhandigen. De Visser is gevraagd de beker bij een Tilburgse zege aan Jordens Peters uit te reiken. Galásek heeft een verleden bij beide clubs. Van 1996 tot 2000 speelde de voormalig middenvelder in Tilburg, waarna hij zes jaar lang voor Ajax uitkwam.
Voor zowel Willem II als Ajax speelde Galásek in de Champions League. In 2003 schoot hij de Amsterdammers in de verlenging ten koste van het Oostenrijkse Grazer AK naar het hoofdtoernooi. “Ik kan het bijna niet geloven dat ik daarvoor gevraagd ben”, vertelt Galásek in De Telegraaf over de uitnodiging. “Ik heb zelf met Ajax twee keer de KNVB-beker gewonnen. De tweede keer kreeg ik als aanvoerder de beker overhandigd door Marco van Basten, een van mijn grote idolen, toen ik een jongetje was in Ostrava.”
Galásek vindt het enigszins gek dat enkele oud-ploeggenoten nog altijd actief zijn. “Het is mooi om te zien dat Klaas-Jan Huntelaar nog altijd zo gedreven en belangrijk is voor Ajax. Het is ook een beetje een gek idee. Ik zit hier op het terras in Eckental in het zonnetje en jongens met wie ik gespeeld heb, voetballen nog. Niet alleen Klaas-Jan, maar ook Ryan Babel en Zlatan Ibrahimovic.” Galásek krijgt altijd de vraag of de Zweed toen ook al zo gek deed. “Ik zeg dan altijd dat het een goede jongen was en een geweldige speler. Maar ik ben natuurlijk niet vergeten, dat er toen veel problemen waren tussen Zlatan en Rafael van der Vaart.”
“Het was niet gemakkelijk voor Ronald Koeman als trainer.” Galásek werkte in Tilburg samen met Co Adriaanse, die een cruciale rol zou vervullen in zijn carrière. Hij nam hem mee naar Ajax, ook al was de scouting van de Amsterdamse club daar niet enthousiast over. “De scouting vond dat ik eigenlijk niet bij Ajax paste, maar Adriaanse wilde me tegen elke prijs meenemen. Het is zeker niet gemakkelijk geweest.” Tweemaal werd hij in Amsterdam landskampioen. “Ik vind nog steeds dat Adriaanse te vroeg ontslagen is bij Ajax. Ik ben ervan overtuigd, dat we met hem ook kampioen waren geworden.”
Na het ontslag van Adriaanse moest Galásek wel even doorbijten. “Ik had het etiket ’vriendje van de trainer’ en het publiek was tegen mij. Als mijn naam op het scherm verscheen dan floten 40.000 man”, herinnert Galásek zich. “Dat raakt je zo, dat je geen fatsoenlijke bal meer kunt trappen. Ronald Koeman heeft het toen heel goed gedaan. Hij wilde rust in het elftal brengen en heeft me een tijdje op de bank laten beginnen. Mijn kans kwam, toen we tegen PSV moesten en Steven Pienaar geschorst was. Ik speelde in plaats van hem, het werd 1-1 en ik tekende met een afstandsschot voor de goal van Ajax. Toen was het allemaal weer goed en kon ik weer vier jaar in alle rust voetballen.”