Arbitragezaak moet patsstelling RKC en weigerende Sow beëindigen
RKC Waalwijk en Sylla Sow staan lijnrecht tegenover elkaar. De aanvaller is sinds eind juli niet op de training verschenen van de selectie van trainer Fred Grim, tot ongenoegen van de RKC-leiding. De KNVB bevestigt tegenover het Brabants Dagblad dat er inmiddels een arbitragezaak is aangevraagd, al is de exacte datum hiervan nog niet bekend. Sow lijkt een tussentijds vertrek uit Waalwijk te willen forceren.
Bovengenoemde krant meldt voorts dat in het geval van een spoedarbitrage het maximaal zes weken kan duren voordat beide partijen elkaar treffen in de rechtszaal. Reden van het meningsverschil is de in 2019 gelichte optie in het tot 2021 lopende contract van Sow. Volgens zaakwaarnemer Wessel Weezenberg was de aanvaller destijds pas net speler van RKC en zou de beslissing over contractverlenging pas later worden genomen. De zakelijk adviseur hoopt de RKC'er via een arbitragezaak een transfervrije status te kunnen bezorgen.
Het Laatste Nieuws meldde vorige week dat Sow zich mag verheugen op interesse van KAS Eupen, terwijl er volgens het Brabants Dagblad ook belangstelling vanuit Engeland is. In de tussentijd laat Sow de trainingen van RKC links liggen, al ontkent Weezenberg dat diens absentie met een aanstaande transfer te maken heeft. Zowel RKC als het kamp-Sow wil niet inhoudelijk reageren op de breed uitgemeten kwestie. Weezenberg hoopt in ieder geval op een snelle oplossing. De leiding van RKC houdt er rekening mee dat de arbitragecommissie van de KNVB tot een definitief oordeel komt.
Sow kwam halverwege het seizoen 2018/19 over van Jong FC Utrecht. De 23-jarige spits uit Nijmegen kwam in de afgelopen voetbaljaargang tot 5 doelpunten in 21 wedstrijden namens RKC. De formatie van Grim bezette de laatste plaats toen de Eredvisie in april vanwege de coronacrisis definitief werd stilgelegd. Desondanks oordeelde de rechter dat RKC ook komend seizoen op het hoogste niveau actief is.