Arthur kijkt ogen uit met Cristiano Ronaldo: ‘Om twee uur ’s nachts!’
Arthur Melo heeft nog geen seconde spijt van zijn overgang van Barcelona naar Juventus. De middenvelder vertrok afgelopen zomer na twee jaar noodgedwongen uit het Camp Nou omdat de Spaanse topclub miljoenen aan inkomsten moest genereren om te voldoen aan de Financial Fair Play-reglementen. Miralem Pjanic bewandelde de omgekeerde weg. In een uitgebreid interview met Marca praat de Braziliaans international over zijn eerste maanden in Turijn en Cristiano Ronaldo.
“Wat mij het meest van Cristiano Ronaldo heeft verrast? De manier waarop hij traint. Ik wist het al omdat mensen erover spraken en de voetballerij een kleine wereld is. Dan krijg je het een en ander mee”, vertelt Arthur in gesprek met de Spaanse sportkrant. “Ze zeggen wat hij doet, maar het is indrukwekkend als je het van dichtbij meemaakt. Er zijn soms dagen dat we om twee uur ’s nachts terugkomen van een wedstrijd en dan gaat hij trainen. Om twee uur ’s nachts! Wie doet dat? Cristiano. Ik maak er grappen over en zeg dat hij niet goed bij zijn hoofd is. Maar wat ga je tegen iemand zeggen die vijf keer de Ballon d’Or heeft gewonnen? Mentaal is hij ijzersterk.”
Arthur onderhoudt een uitstekende relatie met Ronaldo, mede door de Portugese taal. “Cristiano is een geweldige kerel”, benadrukt de Braziliaan. “Vanaf het moment dat ik bij de club kwam, heeft hij mij geholpen. Ook omdat we dezelfde taal spreken. Hij is altijd bij me in de buurt en biedt de helpende hand, bijvoorbeeld als ik dingen niet heb begrepen. Ook met eten zelfs. Hij geeft zelfs aan wat ik moet eten. Dat ik bepaalde dingen niet moeten, dat andere dingen mij zouden helpen. Hij bekommert zich om anderen, hij probeert altijd te helpen of een bijdrage te leveren. Ik heb heel veel geluk gehad met Cristiano en de rest van de kleedkamer. Het zijn stuk voor stuk goede personen.”
Voor Arthur was ook het betreden van de kleedkamer van Juventus een spannend moment. “Het overkwam mij bij Barcelona eigenlijk ook al. Ik ontmoette spelers die ik alleen van de PlayStadion kende en ik had ze opeens voor mijn neus: Ronaldo, Gianluigi Buffon, Leonardo Bonucci, Giorgio Chiellini, het zijn allemaal legendes. Het is moeilijk om te kiezen met wie ik het beste omga. Danilo en Alex Sandro kende ik al van de Braziliaanse selectie. Ik kan met iedereen praten: Paulo Dybala, Rodrigo Betancur en Álvaro Morata praten Spaans, Ronaldo Portugees. De veteranen staan voor de Italiaanse school, de Italiaanse mentaliteit. Het zijn allemaal professionals die elke keer alles geven.”
Niet veel spelers hebben in hun (club)loopbaan een kleedkamer met Messi, Ronaldo en Neymar gedeeld. Arthur ziet overeenkomsten. “De mentaliteit. Uiteraard ook talent, maar iedereen weet dat ze dat hebben. Het zijn hoe dan ook de drie voetballers met het grootste talent waarmee ik heb samengespeeld. Maar ze hebben alle drie een ongelooflijke winnersmentaliteit. Ze stellen een doel, werken er hard aan, denken dat ze erin kunnen slagen en doen er op het veld alles aan om dat te bereiken. Ze nemen niet met weinig genoegen. Ze willen altijd meer. Als ze scoren, willen ze nog een keer scoren. Als ze twee keer scoren, willen ze drie keer scoren. Enzovoorts. Dat maakt een grote indruk op mij.”
Arthur kwam bij Juventus in een compleet andere wereld terecht. “Alles is anders. De speelstijl is anders. Juventus speelt intensiever voetbal. Met voorzetten richting het strafschopgebied. Barcelona is meer aan de bal en wil de wedstrijd controleren. Het zijn twee compleet andere speelstijlen die de clubs veel prijzen hebben opgeleverd. Mijn geluk is dat de trainer op dezelfde positie heeft gespeeld als ik. Hij vertelt mij wat ik wel en niet moet doen. Andrea Pirlo heeft veel ervaring. Het enige wat ik kan doen is naar hem luisteren. Of ik meer train nu? Ja. Het is een andere mentaliteit. Hier is fysiek heel belangrijk. We gaan het krachthonk in. Er wordt veel aandacht besteed aan het tactische gedeelte. Er wordt hier veel getraind, meer dan bij Barcelona, maar ook meer dan bij andere teams. Dat is hier de cultuur.”