Atlético Madrid trekt diep in blessuretijd aan het langste eind tegen Paris Saint-Germain
Atlético Madrid heeft diep in blessuretijd een zege geboekt op Paris Saint-Germain. Na vroege doelpunten van Warren Zaïre-Emery en Nahuel Molina leek de wedstrijd lange tijd in 1-1 te gaan eindigen. Diep in blessuretijd was daar toch nog de overwinning voor de Madrilenen. Invaller Ángel Correa maakte de belangrijke 1-2.
PSG en Atlético waren beiden niet goed begonnen aan het Champions League-seizoen. De Fransen hadden in de eerste drie speelrondes vier punten behaald en speelden onder andere gelijk tegen PSV (1-1), terwijl Atlético in totaal maar drie punten had verzameld.
De wedstrijd begon wat chaotisch met veel fouten. Zo maakte Clément Lenglet een fout door de bal in te leveren bij Ousmane Dembélé. Hij profiteerde hiervan en gaf de bal aan de achttienjarige Zaïre-Emery. De Franse middenvelder ging op Jan Oblak af en schoot de bal binnen. PSG kwam zo op een verdiende voorsprong vroeg in de wedstrijd.
Kort na de 1-0 leek Atlético wakker te zijn geworden. Molina kreeg plotseling de bal vlak voor het doel voor zijn voeten en twijfelde niet. De Argentijn schoot in de verre hoek raak en bracht zijn team zo weer op gelijke hoogte (1-1).
Na rust was eigenlijk een beetje hetzelfde spelbeeld te zien. PSG viel aan en Atlético hield tegen en probeerde er af en toe uit te komen. Zo kwamen de Spanjaarden er na ongeveer een uur spelen goed uit via Julián Álvarez. De Argentijn kon zijn kans niet benutten.
Bij de ploeg uit Parijs was Marquinhos in de tweede helft het dichtst bij een treffer. De aanvoerder kopte de bal van dichtbij, recht in de handen van Oblak.
Het leek 1-1 te gaan worden. Alleen Correa was het hier niet mee eens. De invaller schoot het laatste balcontact van de wedstrijd hard tegen de touwen. PSG belandt zo buiten de top 24 en zit dus op dit moment in de gevarenzone.