Barcelona kan 642 miljoen minder aan salarissen besteden dan Real Madrid
Barcelona bezet met een salarisplafond van 97 miljoen euro momenteel de zevende plaats in LaLiga, zo blijkt uit cijfers van El Partidazo de COPE. De Catalanen konden vorig seizoen nog 347 miljoen euro besteden aan salarissen, waarmee de tweede plek werd bezet achter Real Madrid. Waar het salarisplafond van de Koninklijke afgelopen jaar flink is gestegen, heeft Barcelona juist een stuk minder te besteden.
De reden dat Barcelona maar liefst 250 miljoen euro minder mag besteden aan salarissen, heeft alles te maken met de belabberde financiële situatie van de club. Met het voorgeschreven salarisplafond wil LaLiga voorkomen dat clubs op onverantwoorde wijze geld uitgeven. Het salarisplafond wordt gebaseerd op basis van omzet en geld dat de club in kas heeft. Een club mag bijvoorbeeld wel meer uitgeven dan er aan omzet wordt verdiend, maar alleen als het bedrag dat overschreden wordt vier keer in kas is.
Tegelijkertijd zorgt het overschrijden van het salarisplafond ervoor dat een club in het seizoen erna minder te besteden krijgt. Het bedrag dat te veel betaald wordt aan salarissen wordt afgetrokken van het volgende salarisplafond. Andersom krijgen clubs die onder hun salarisplafond zitten het bedrag een seizoen later extra te besteden. Het verklaart het gigantische verschil tussen het huidige salarisplafond van Real Madrid en Barcelona.
De situatie van Barcelona is bekend: de club heeft mede door de coronapandemie te maken met gigantische verliezen, heeft daardoor weinig geld in kas en zal waarschijnlijk vorig seizoen zijn salarisplafond hebben overschreden. Door het drastisch afgenomen salarisplafond duurde het zelfs tot het allerlaatste moment tot aanwinsten Memphis Depay, Sergio Agüero en Eric García konden worden ingeschreven, want daarvoor was Barcelona afhankelijk van andere spelers die salaris inleverden. Bovendien kon Lionel Messi door dit bescheiden salarisplafond niet worden ingeschreven, waarna hij noodgedwongen naar Paris Saint-Germain vertrok.
Andersom is Real Madrid erin geslaagd om de financiële gevolgen van de coronapandemie te beperken. In de afgelopen twee seizoenen heeft de Koninklijke nauwelijks verliezen geleden, waardoor het salarisplafond is toegenomen van 473 miljoen euro naar 739 miljoen euro. Real Madrid wordt gevolgd door Sevilla (200 miljoen euro), Atlético Madrid (171 miljoen euro), Villarreal (159 miljoen euro) en Real Sociedad (127 miljoen euro). Ook opvallend is de plek van Valencia. Vorig seizoen hadden los Che nog een salarisplafond van 93 miljoen euro, maar dat is nu 30 miljoen euro en daarmee wordt de laatste plek bezet. Zelfs de promovendi hebben meer aan salarissen te besteden dan Valencia.