Berlusconi: ‘Ik voelde mij op dat balkon even als een jonge Mussolini’
Silvio Berlusconi is niet van plan om AC Milan zomaar op te geven. “Ik ga alleen weg wanneer we weer wat hebben gewonnen”, zegt de eigenaar en erevoorzitter in zijn geautoriseerde biografie My Way, waarvan woensdagmiddag delen zijn verschenen in La Gazzetta dello Sport.
“Ik heb mijn kinderen al verteld dat ze alles van mij mogen verkopen wanneer ik er niet meer ben, maar twee dingen zeer zeker niet: mijn huis in Arcore en mijn meerderheidsbelang in AC Milan”, aldus de 79-jarige ex-premier. In het boek roemt hij voetballers als Paolo Maldini en Franco Baresi, maar over de huidige selectie van trainer Sinia Mihajlovic is de miljardair minder tevreden.
“Spelers zitten tegenwoordig onder de tatoeages en dragen de haren raar. Als ik het voor het zeggen had, zou ik zelfs de knoop in de das controleren voordat de speler met de televisie zou praten. Ik ben van een andere generatie, zeg maar. Ik kan tatoeages, piercings en extravagante haarstijlen niet uitstaan. Ik wil dat Milan terugkeert naar de elegantie en stijl die altijd deel hebben uitgemaakt van de clubgeschiedenis.”
Berlusconi vertelt dat hij echter nooit op de stoel van de trainer is gaan zitten en ontkent ook dat hij als kind stiekem supporter was van Internazionale. “De werkelijke betekenis van Milan voor mij doet mij terugdenken aan mijn kindertijd, aan mijn vader. Als hij terugkwam van zijn werk, spraken we altijd over Milan. Toentertijd was Milan geen grote club, had het niets gewonnen. Ik ging mij opeens identificeren met de club en spelers, ik dagdroomde. Toen ik de club in 1986 kon kopen, dacht ik aan mijn vader en besloot ik het te doen.”
Il Cavalieri komt in zijn biografie ook te spreken over de Europacup I-finale van het seizoen 1988/89, die Milan in Barcelona met 4-0 wist te winnen van Steaua Boekarest. “Dat was de eerste echte internationale overwinning van Milan. We speelden geweldig en werden gezien als het beste team van de wereld. Op het balkon van het hotel werd ik toegejuicht door duizenden mensen en speechte ik. Ik voelde mij als een jonge Mussolini (Benito, red.). Die Europacup-zege zal voor altijd in mijn hart en in die van de fans bewaard blijven.”