‘Bij Ajax zijn ze constant op zoek naar dat éne talent dat Ajax beter kan maken’
Finn Berk besloot afgelopen zomer op 22-jarige leeftijd een punt achter zijn voetbalcarrière te zetten. De centrale verdediger speelde jarenlang in de jeugdopleiding van AZ en deelde daar de kleedkamer met onder anderen Owen Wijndal, Calvin Stengs, Myron Boadu en Peer Koopmeiners. In FaceTimen met Finn spreekt Berk met trainers, zaakwaarnemers, scouts en teamgenoten die hij tijdens zijn carrière heeft leren kennen. Deze week spreekt Berk met Rene Moonen, die jarenlang actief was bij Ajax als coördinator van de jeugdscouting en nu op zoek is naar talenten voor de jeugdopleiding van Manchester United.
Door Finn Berk
Hoe heb je jezelf omgetoverd tot dé jeugdscout van Nederland?
“Als jong kind had ik net als vele anderen de droom om profvoetballer te worden. Ik kon een aardig balletje trappen, maar in mijn tijd was er toch minder aandacht voor het betaalde voetbal. Daarmee wil ik zeker niet zeggen dat ik anders profvoetballer was geworden, hoor. Voetballers worden nu alleen eerder ontdekt. De scouting van betaald voetbalorganisaties is nu veel professioneler dan toen.”
“Clubs en scouts beschikken over goede methodes waardoor het niveau van veel meer spelers beter in kaart kan worden gebracht. Mijn eerste ervaringen in het betaalde voetbal deed ik op als trainer van een jeugdteam bij HFC Haarlem. Toen de hoofdjeugdopleiding mij vroeg om de jeugdscouting opnieuw op te zetten, greep ik die uitdaging met beide handen aan. Het scouten en de organisatie van talentendagen namen steeds meer tijd in beslag, waardoor ik mij al snel volledig ging richten op het scouten van jeugdspelers.”
De goede prestaties van Moonen als scout bleven niet onopgemerkt. Ajax vroeg hem in 2006 namelijk of hij voor de club wilde komen werken als coördinator jeugdscouting.
Hoe was de verdeling binnen Ajax?
“Ajax is in mijn ogen de grootste club van Nederland. Zo heeft Ajax het grootste netwerk in zowel het binnen- als buitenland. Bij Ajax zijn ze constant op zoek naar dat éne grote talent dat Ajax beter kan maken. De talentendagen hebben we opgericht in mijn tijd als scout bij de club. Door deze dagen konden we in één à twee dagen veel talenten beoordelen bij ons op de Toekomst. In mijn periode bij Ajax werkten we met een groep van zestig scouts, die allemaal in groepjes van drie in verschillende regio’s werkten.”
“Deze groepjes van drie waren ieder verantwoordelijk voor het in kaart brengen van de regionale talenten. Als we een talent hadden ontdekt, schreven we zijn naam en club op en was het verder aan ons, de trainers en de hoofdjeugdopleiding om het definitieve besluit te nemen. We waren ons ervan bewust dat er wel honderden talenten rondliepen. Door dit systeem zouden we er gelukkig zelden een mislopen die aan het niveau van Ajax kon voldoen.”
“Het uitnodigen en het versturen van brieven naar de spelers thuis werd voor ons een eenvoudige manier om spelers te bereiken en ze zo te kunnen uitnodigen voor een stageperiode. In mijn beginfase bij Ajax verstuurden we de brieven zonder groot Ajax-logo op de voorkant. Dit was omdat de speler en zijn familie hier eventueel van konden schrikken. Later besloten we het logo er wel weer op te drukken.”
Hoe verliep het scoutingsproces?
“Tijdens het scoutingproces verzamelden we zoveel mogelijk gegevens van een speler. Meten is weten, daarom bekeken we ook heel veel wedstrijden. Van de Onder 13- tot en met de Onder 18-elftallen van betaald voetbalorganisaties probeerde ik altijd minimaal één wedstrijd per seizoen te bekijken. Als ik een goede speler zag, ging ik natuurlijk vaker langs. Zo zag ik de betere teams zoals Feyenoord, PSV, Vitesse en AZ over het algemeen vaker, omdat daar eerder spelers tussen zaten die het topniveau aankonden.”
“In een seizoen kwam ik uit op ongeveer 350 tot 450 bezochte wedstrijden. Van deze wedstrijden schreven wij ook altijd een rapport. We bepaalden naar aanleiding van onder meer de rapporten van de wedstrijden en beoordelingen van trainers of een speler aangenomen kon worden in de jeugdopleiding van Ajax. Als ik een goede speler zag, kwam hij bij mij op de zogenaamde ‘tiplijst’. Ik maakte dan een rapport en sloeg deze op in mijn database. Ik kan verslagen en beoordelingen tot het seizoen 2013/14 nu nog zo terug zien en ik weet dan precies welke beoordeling ik die speler destijds gegeven heb.”
Moonen neemt in 2014 afscheid van Ajax. Twee jaar later tekent hij een contract bij Manchester United als jeugdscout, waar hij nu nog steeds actief is.
“Bij het scouten beoordeel ik een speler altijd per positie. Voor een spits is het belangrijk dat hij kan voldoen aan de eisen die United stelt. De club zoekt een balvaardige spits met diepgang. Andere teams hebben liever een sterke spits die vanuit een lange pass de bal kan vasthouden. Bij United hebben we verschillende eisen per positie en het is aan mij om de potentie van die speler te beoordelen. Ik ga de kwaliteiten van een rechtsbuiten natuurlijk niet vergelijken met die van een centrale verdediger.”
“’Kan een speler van twaalf jaar oud in de toekomst een meerwaarde zijn voor United?’ Op mijn computer heb ik alle vereisten staan waaraan de spelers van United moeten voldoen. Zo wil de club een keeper met een behoorlijke lengte. Als ik een doelman zie waarvan ik denk dat hij het niveau aankan, kunnen wij hem vragen om een bot-test te doen. Aan de hand van het kraakbeen kunnen ze inschatten hoe groot de speler wordt.”
Hoe kijk je terug op wat je tot nu toe hebt bereikt en wat hoop je nog te bereiken?
“Het scouten van spelers is een prachtig vak. Als je spelers op jonge leeftijd ontdekt die een aantal jaar later in het eerste staan, geeft dat natuurlijk een enorme kick. Natuurlijk doe je scouten nooit alleen. Er is altijd een team voor nodig om uiteindelijk een speler goed genoeg te bevinden en proberen binnen te halen. Ik heb de clubs waar ik gewerkt heb mogen helpen met het binnenhalen van Nederlandse en buitenlandse jeugdspelers. Natuurlijk is het super leuk om binnen zulke grote clubs te mogen werken. Dat is al een droom die uitgekomen is, maar in de toekomst zou ik wellicht de nationale jeugdelftallen willen helpen.”