Bogarde wil niets meer weten van Van der Sar: ‘Wat is dat voor mafkees?!’
Winston Bogarde is niet te spreken over de wijze waarop hij door Edwin van der Sar naar de uitgang gestuurd is. Het voormalig staflid van Ajax is teleurgesteld in de handelwijze van de algemeen directeur, die afgelopen zomer besloot om Bogarde na zeven jaar dienst op straat te zetten. Te gast in het programma Rondo vertelt de oud-verdediger dat hij niet meer bij Ajax wil werken zolang Van der Sar de scepter zwaait.
“Ik heb een mededeling gekregen met dat er geen plek voor me was en ik bij Ajax weg moest”, blikt Bogarde terug op zijn periode bij Ajax, waar hij vooral verantwoordelijk was voor het trainen van verdedigende kwaliteiten. “Om dan opeens, na zeven jaar, een mededeling te krijgen dat het stopt, terwijl ik een contract had, dan ga je dat verwerken. Wat gebeurt hier? Je bent tevreden, maar er is geen plek meer voor me. Ze gingen niet eens kijken naar een andere positie voor me, ik moest gelijk helemaal weg bij de club. Dat was wel een aardige klap voor mij.”
“Ik heb alles gegeven in die zeven jaar en drie jaar geleden ben ik bij het eerste elftal gehaald, omdat het moest donderen in de kleedkamer. Op een gegeven moment heb ik toch toegevoegde waarde aan het team kunnen brengen.” Bogarde schrikt bovendien van de huidige prestaties van Ajax en hij houdt Van der Sar verantwoordelijk voor situatie. “Je ziet dat het DNA van Ajax er meer uitgehaald wordt. Ajax is een geweldige club, maar zolang Van der Sar er is hoeft Ajax me niet te bellen. Dat is voor mij heel duidelijk.”
"Na mijn tweede seizoen had ik een gesprek met Van der Sar, want die deed de contracten in de jeugdopleiding”, vervolgt Bogarde. “Het gesprek ging erover wat er zou gaan gebeuren. Ik vroeg of er doorgroeimogelijkheden waren voor mij. Het leek alsof ik een oneerbare vraag stelde. 'Nee, er zijn geen doorgroeimogelijkheden voor jou en jij blijft in de jeugd', zei hij. Hij stond op en liep gewoon de kamer uit. Ik zat daar met mijn zaakwaarnemer, Sigi Lens, echt met het idee: wat is dat voor mafkees, joh?”, besluit Bogarde.