‘Concurrentie is enorm met spelers als Van der Vaart, Sneijder en Maher’
ARNHEM - Met de nieuwe trainingsaccommodatie van Vitesse op Papendal geeft eigenaar Merab Jordania het signaal dat hij toekomst ziet in de kampioenskandidaat uit Arnhem, maar bij binnenkomst wordt het verleden niet vergeten. Rechts op de muur voor de receptie staan de namen gegraveerd van de tijdens de Tweede Wereldoorlog gevallen Vitessenaren, twaalf in totaal.
Door QASIM HAKIM
Wie een blik omhoog werpt ziet dat het witte blok beton boven de balie vijf kolossale afbeeldingen toont. Stuk voor stuk met emotionele waarde. Van links naar rechts de John Frostbrug waar de Slag om Arnhem plaatsvond, de achterkant van een klappende Theo Bos met zijn rugnummer vier op het shirt, het gras in stadion GelreDome, Jordania die de eerste paal slaat van het nieuwe onderkomen en een tekening van het vak waar de harde kern iedere thuiswedstrijd zit. Het gedeelte aan de zuidkant, achter een van de doelen in GelreDome, gaat tegenwoordig door het leven als de Theo Bos-tribune. Bos, hij loopt als een rode draad door de club. Speler, trainer en vooral clubman. Hij moest het leven veel te vroeg verlaten na een oneerlijk gevecht. Het maakte veel los in de voetbalwereld, uiteraard voelde Arnhem de meeste pijn van het verlies van Mister Vitesse.
“We hoorden het na een gewonnen bekerwedstrijd tegen Eindhoven. Onze toenmalige trainer John van den Brom vertelde dat Theo ernstig ziek was. Hij liet een traantje. De vreugde van de overwinning was logischerwijs weg. Nu is hij er niet meer. Triest”, vertelt Marco van Ginkel in gesprek met Voetbalzone. Het gebeurt in een ruimte met een rits strakke fauteuils die rij voor rij een trede omlaag maken. Het kan meteen doorgaan voor een bioscoopzaal waar je ieder moment verwacht dat de voetbalcarrière van Bos op een groot scherm voorbij komt flitsen. Voor het bataljon aan stoelen staat echter een witte tafel met drie stoelen daarachter.
In het midden zit de trainer die zich doorgaans op vrijdagmiddag moet zien te redden als het persleger een uur lang vragen afvuurt op de coach. Die trainer luistert naar de naam Fred Rutten. Hij wil het voorjaar van 2013 op filmwaardige wijze afsluiten. Vitesse staat met nog zeven wedstrijden op het programma op een vierde plaats met slechts drie punten minder dan koploper Ajax. En dan te bedenken dat hier gaat over de nummer vijftien van het seizoen 2010/11. In 2012 kwam er echter een stijgende lijn met plaats zeven en op dit moment is Arnhem voetbalstad nummer vier. Het lijkt wel of er een racebaan staat, daar in het zuiden van Gelderland. “Laat ‘m dan nog maar wat harder gaan”, lacht Van Ginkel. “We zijn op de goede weg en hebben in de topwedstrijden laten zien dat we wel degelijk thuis horen in de top.”
Van Ginkel debuteerde op 9 april 2010 in de met 4-1 verloren uitwedstrijd tegen RKC. Onder Bos. “Hij was dus vanzelfsprekend een belangrijk persoon voor mij. Theo heeft veel jonge jongens de kans gegeven, ook mijn vriend Davy Pröpper.” Van Ginkel is pas twintig jaar oud, maar inmiddels al drie seizoenen een vaste waarde in de hoofdmacht van Vitesse. De benen van een jonge god, de gedachte van een ervaren rot. Hij maakte de komst van Jordania van dichtbij mee met alle hectiek van dien. “Rutten is inmiddels alweer de vierde trainer voor mij in mijn nog prille loopbaan.” Na Bos kwam Albert Ferrer. Zoals bekend kon de Spanjaard, die als voetballer onderdeel was van het dream team van Johan Cruijff bij Barcelona, weinig potten breken. Hij werd in juni 2011 opgevolgd door Van den Brom.
“Van den Brom heeft er een hecht team van gemaakt en mij persoonlijk ook beter gemaakt als voetballer. Het is een man van de positiespelletjes tijdens trainingen en het zoeken van de vrije ruimtes.” Vitesse stond in het begin van het Jordania-tijdperk bekend als een vreemdelingenlegioen waar spelers te pas en te onpas kwamen en gingen. “Dat was niet altijd even prettig. De spelers die maar kort zijn gebleven konden overigens allemaal voetballen. Van Nemanja Matic tot en met Slobodan Rajkovic. Tijdens trainingen was het niveau ontzettend hoog, maar in de wedstrijden liep het van geen kant. Het waren allemaal eilandjes.” Tijdens de eerste thuiswedstrijd van Van den Brom als trainer was direct zichtbaar dat de coach veel waarde hechtte aan het smeden van een sterk collectief. In de met 4-0 gewonnen wedstrijd tegen VVV-Venlo viel met name het gehalte aan Nederlanders op binnen de Arnhemse basiself, zeven in totaal.
Van den Brom had niks aan ‘reizigers’ die Vitesse alleen maar zagen als een tussenstation. Vitesse won als nummer zeven uiteindelijk de play-offs waarmee het zich verzekerde van de voorronde van de Europa League. Van Ginkel: “Dat was een prachtig resultaat.” Inmiddels is Vitesse toe aan weer een stap hoger. Met Rutten heeft de ploeg aangetoond zich te kunnen meten met de titelkandidaten, zeker in de onderlinge duels. “Alleen hebben we het te vaak laten afweten tegen de mindere goden. In de laatste drie wedstrijden van de eerste helft van het seizoen pakten we slechts een punt. De tegenstanders waren VVV-Venlo, sc Heerenveen en RKC Waalwijk. Dat is te weinig. Er was daarna ook even een kleine crisis vanwege onze zieke trainer en de nederlaag tegen NEC. Dat was echter een storm in een glas water. Toen de trainer weer beter was en wij meteen wonnen kraaide er geen haan meer naar de situatie tussen hem en het bestuur. Zo gaat dat.”
Dankzij de onvoorspelbaarheid van de Nederlandse competitie, waar iedere week de verrassing van het weekeinde ervoor wordt overtroffen, hijgt Vitesse de traditionele top drie weer in de nek. Kampioen worden met Vitesse is een droom, spelen in het Nederlands elftal inmiddels werkelijkheid voor Van Ginkel. Op 9 november 2012 debuteerde de middenvelder in de ploeg van bondscoach Louis van Gaal. Hij viel na een uur spelen in voor Ibrahim Afellay tijdens de interland tegen Duitsland (0-0). “Een mooi moment, zeker ook omdat ik debuteerde tegen topland met geweldige voetballers. Ik heb voorafgaand aan die wedstrijd een goed gesprek gehad met Van Gaal. Dat ik een serieuze kandidaat voor hem ben blijkt wel uit het feit dat ik voor de wedstrijd tegen Italië (1-1) weer werd geselecteerd.” Van Ginkel maakte echter geen deel uit van de selectie voor de kwalificatieduels met Estland en Roemenië.
“De concurrentie is enorm op mijn positie met spelers als Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart en Adam Maher. Toch blijft spelen in Oranje en meegaan naar het WK voor mij een reëel doel. Ik moet gewoon mijn best blijven doen.” Van Gaal selecteert net zo makkelijk een jonge speler uit de Eredivisie als een doorgewinterde vedette uit de Bundesliga. Voor Van Ginkel is het dan ook geen must om op korte termijn te verkassen naar het buitenland om in aanmerking te blijven komen voor het Nederlands elftal. “Daar ben ik niet mee bezig. Ik heb hier een contract tot medio 2015 en deze club blijft groeien. Ik blijf me dus ontwikkelen.” Kampioen worden met Vitesse, dat is het eerste doel. Alleen al om een knipoog naar boven te geven. Voor Bos. De man die Van Ginkel de toekomst heeft gegeven.