‘Dat die vier potentiële Oranje-internationals zijn, is goed nieuws voor Koeman’
Het vasthouden aan de eigen identiteit in Europa is van levensbelang voor het clubvoetbal in Nederland, zo benadrukt Valentijn Driessen. De chef voetbal van De Telegraaf geeft vrijdag in zijn column aan dat alleen in een opleidingsland met een eigen spelfilosofie topclubs als Ajax, PSV, Feyenoord en in mindere mate AZ toptalenten kunnen klaarstomen voor Europese topclubs en daarvoor rijkelijk beloond kunnen worden met substantiële transfersommen.
De bedrijfsvoering op Europees subtopniveau op lange termijn blijft daardoor gewaarborgd. “Want dit seizoen mag internationaal een regelrechte ramp zijn; het is eenzelfde incident als de finale van Ajax in de Europa League, vorig seizoen”, stelt Driessen, die erop wijst dat het feit dat Barcelona coördinator jeugdopleiding José Maria Bakero naar PEC Zwolle-Ajax stuurt, zegt dat ‘Ajax internationaal nog steeds de status bezit van topopleiding’.
“De toekomstige rol van de KNVB in de opleiding moet daarom ondersteunend zijn en niet leidend worden, zoals her en der in Zeist en omstreken wordt geopperd. De meeste kennis zit bij de topclubs. Dat de vier Ajacieden op Bakero’s scoutingslijstje – Matthijs de Ligt, Donny van de Beek, Justin Kluivert en Frenkie de Jong – potentiële Nederlandse internationals zijn, is goed nieuws voor Ronald Koeman.”
Het aandeel van de Nederlanders in de achtste finales van de Champions League was immers karig. Alleen Georginio Wijnaldum maakte in het tenue van Liverpool indruk. De rest van de Nederlanders speelde niet of vervulde geen belangrijke rol. “Niet voor niets legde Koeman een lijntje met de (tijdelijk) gestopte Arjen Robben, die als invaller van grote waarde was bij Bayern München”, claimt Driessen.