‘De fans van Feyenoord hebben mij wellicht in het begin onderschat’
Feyenoord maakt een geweldig seizoen door en Jan-Arie van der Heijden geldt de afgelopen maanden als een van de steunpilaren van wat weleens de eerste Rotterdamse kampioensploeg van het nieuwe millennium kan zijn. De voormalige verdediger van Ajax, Willem II en Vitesse werd in zijn eerste seizoen in De Kuip nog met enige scepsis begroet, maar is er de laatste tijd toch uitgegroeid tot een soort cultheld.
“Als ik denk aan de mannen die dat vroeger waren vind ik mezelf eigenlijk geen typische cultheld. Maar misschien komt het doordat sommige mensen in Rotterdam mij in eerste instantie hebben onderschat. Ze zien nu wat ik echt kan”, vertelt hij in gesprek met ELF Voetbal. “Ik heb wat foutjes gemaakt, zoals iedereen weleens overkomt. Maar voetballen kan ik wel. En ik ben dit seizoen ook echt gegroeid in mijn rol als verdediger. Ik heb daardoor blijkbaar fans erbij.”
Bij een cultheld horen natuurlijk ook bijnamen, al snapt Van der Heijden, die nog nooit een Bacard-cola heeft genuttigd en sowieso bijna geen alcohol drinkt, niet waar Baco-Arie vandaan komt. Dan is hij meer te spreken over Jan-Scharie: “Die heb ik sinds dit seizoen bij Feyenoord. Die vind ik wel leuk. Het zegt ook wel iets over mij als verdediger. Ik ben vooral een voetballend ingestelde verdediger.”