De opmars van Sevilla FC: visie & beleid

Sevilla FC wordt hedendaags gezien als outsider voor het winnen van de Primera Division. Dit is gezien de afgelopen jaren ook niet onterecht. De winnaar van de UEFA-cup in 2006 en 2007 heeft een indrukwekkende opmars gemaakt.

Na de degradatie in 2000 naar de Segunda Division werd Sevilla FC onder leiding van coach Joaquin Caparros (huidige coach Athletic Bilbao) direct kampioen en promoveerde het weer naar de Primera Division, waar het meteen knap achtste werd en op een punt UEFA-cup voetbal misliep. In mei 2002 kwam de huidige voorzitter, Jose Maria del Nido aan de macht. Hij zorgde voor een ware gedaante wisseling binnen de club. De focus bij Sevilla zou voortaan liggen op spelers uit eigen jeugd en en talentvolle buitenlanders met aantoonbare toegevoegde waarde. Een van del Nido's pijlers was om van Sevilla weer een financieel gezonde club te maken. In 1995 werd het armlastige Sevilla wegens financiële problemen door de bond teruggezet naar de derde divisie, maar dit besluit werd terug gedraaid en leidde tot het uitbreiden van de Primera Division naar 20 clubs.

De aangekondigde koerswijziging, ingegeven door de nieuwe preses, begon zijn vruchten af te werpen. In het seizoen 2003/04 werd Sevilla zesde en werd UEFA-cup voetbal afgedwongen. In de daarop volgende jaren blijft Sevilla zich plaatsen voor de UEFA Cup. In 2005 neemt Juande Ramos het stokje over van Caparros die vertrekt naar Deportivo. In het seizoen 2006/07 stootte Sevilla definitief door naar de subtop met een knappe derde plaats met een plaats in de voorronde van de Champions League als gevolg. Het wint ook tweemaal achter elkaar de UEFA Cup in 2006 en 2007. Met name de overwinning in de finale tegen Middlesbrough in 2006 is indrukwekkend. In Eindhoven speelt Sevilla de Engelse tegenstander compleet van de mat en wint het met 4-0. In het afgelopen seizoen dwingt Sevilla, met de huidige coach Manolo Jiminez, opnieuw deelname aan de Champions League af en heeft het zich inmiddels geplaatst voor de knock-out fase.

Als men kijkt naar de afgelopen tien jaar kan men concluderen dat Sevilla een gestage ontwikkeling heeft doorgemaakt. Echter sinds del Nido preses wordt er een duidelijk beleid gevoerd. Sevilla kampte met een miljoenenschuld rond de eeuwwisseling. Door middel van goede scouting en de alom geprezen jeugdopleiding kon Sevilla de afgelopen jaren flinke klappers maken op de transfermarkt.

In januari 2004 werd het toenmalige wonderkind uit de eigen jeugdopleiding, Jose Antonio Reyes voor een record bedrag van €25 miljoen verkocht aan Arsenal. Julio Baptista werd in 2003 voor bijna €3 miljoen gekocht van Sao Paulo en vertrok twee jaar later samen met een ander talent uit de jeugdopleiding, namelijk Sergio Ramos, voor bijna €50 miljoen naar het sterren ensemble van Real Madrid. Dat dit geen uitzonderingen waren blijkt uit het feit dat Dani Alves en Seydou Keita in 2008 gezamelijk vertrokken naar Barcelona voor zo'n €50 miljoen. Deze twee hadden Sevilla bij elkaar ongeveer €5miljoen gekost.

Het huidige Sevilla heeft ook het nodige kapitaal op het veld staan. De volgende klapper is slechts een kwestie van tijd. De vraag is dan ook niet wanneer, maar vooral wie de volgende is die voor een mega bedrag naar een van de Europese grootmachten vertrekt. Toppers uit de eigen jeugd als Jesus Navas, Diego Capel en Diego Perotti waarborgen de continuïteit van de club. De 'koopjes' zoals Luis Fabiano en Adriano zijn inmiddels ook miljoenen waard.

Sevilla zou als voorbeeld kunnen dienen voor vele clubs die met miljoenenschulden te kampen hebben. Door een goed beleid en goede bedrijfsvoering konden ze in relatief korte tijd uitgroeien tot een Europese (sub)topper waar de talenten en toppers in rijen dik klaar staan om elkaar af te lossen. Sevilla FC heeft de toekomst....