Dortmund boekt late zege op Arsenal, Mertens belangrijk voor Napoli

Arsenal heeft voor het eerst sinds 17 augustus (Aston Villa, 1-3) een nederlaag geleden; het team van de jarige Arsène Wenger verloor in de derde speelronde van de Champions League met 1-2 van Borussia Dortmund. Napoli won voor het eerst sinds november 1988 op bezoek bij een Franse tegenstander en rekende met dezelfde cijfers af met Olympique Marseille. Het is ongemeen spannend in Groep F, want Arsenal, Napoli en Dortmund hebben allemaal zes punten. Marseille staat puntloos onderaan.

Arsenal - Borussia Dortmund 1-2
Arsenal oogst dit seizoen veel lof voor het spel en staat bovenaan in de Premier League. Afgelopen weekeinde maakten de Londenaren nog een wereldgoal tegen Norwich City (4-1 winst), maar dinsdag waren zij niet zo swingend. Borussia Dortmund had in de beginfase meer balbezit en liet de gastheer niet in zijn spel komen. Nadat Marco Reus al rakelings naast had gemikt, maakte Henrikh Mkhitaryan na een kwartier spelen de 0-1 in het Emirates Stadium. Aaron Ramsey verspeelde knullig de bal en op aangeven van Reus was de Armeniër trefzeker. Na het eerste kwart kreeg Arsenal meer grip op de kraker. Tomas Rosicky’s volley werd bijvoorbeeld van de lijn gehaald door Mats Hummels en vier minuten voor tijd tekende Olivier Giroud voor de gelijkmaker, door miscommunicatie in de defensie van de BVB te bestraffen.

Arsenal was na rust sterker en Arsène Wenger hoopte met Santi Cazorla in de ploeg, die Jack Wilshere na een uur verving, de zege naar zich toe te trekken. Achterin hield men Robert Lewandowski onschadelijk en de Pool had geluk dat hij na een ellenboog tegen Laurent Koscielny slechts een gele kaart kreeg. Cazorla had na zeventig minuten de 2-1 op de schoen, maar hij knalde op aangeven van Mesut Özil tegen de lat. Met de Spanjaard binnen de lijnen was Arsenal veel sterker en Dortmund leek tevreden met een punt. Acht minuten voor tijd bezorgde Lewa het bezoek echter alsnog het volle pond in het Emirates Stadium door een voorzet van Kevin Grosskreutz bij de tweede paal binnen te volleren: 1-2. Met onder anderen Nicklas Bendtner binnen de lijnen lukte het Arsenal niet meer de gelijkmaker af te dwingen.

Olympique Marseille - Napoli 1-2
Olympique Marseille won slechts twee van de laatste zes competitiewedstrijden en is niet in vorm. Dat bleek dinsdagavond in het eigen Stade Vélodrome eens temeer, want de ploeg van Elie Baup was slordig en merkte dat Napoli veel sterker was. Na twee minuten kregen i Partenopei al een goede kans: de vrije trap van Dries Mertens werd knap gepakt door Steve Mandanda. Toch bleef het lang bij dat ene wapenfeit voor de Italianen, want pas aan het einde van de eerste helft werden zij weer gevaarlijk. Gonzalo Higuaín hielp een ongelooflijke kans om zeep, na voorbereidend werd van Mertens, maar José María Callejón zette het team van Rafael Benítez na 42 minuten wel op voorsprong. De Madrileen kapte Rod Fanni uit en knalde zijn achtste Champions League-doelpunt in twaalf duels binnen.

L’OM was ook in het tweede bedrijf erg matig en deed na een uur twee vergeefse pogingen om een strafschop te versieren. Ruim twintig minuten voor tijd verdubbelde Napoli de marge: invaller Duván Zapata, die Higuaín verving, krulde de bal na een fraai hakje van Mertens prachtig in de bovenhoek. Geïnspireerd door de acties van Florian Thauvin ging Marseille op zoek naar de aansluitingstreffer en men vond die vier minuten voor tijd: André Ayew knalde de bal van buiten de zestien in de verre hoek. De Zuid-Fransen moesten zich uiteindelijk neerleggen bij een nederlaag en die was meer dan terecht. De laatste Champions League-zege van Marseille dateert van 2012, toen men Internazionale in de achtste finale versloeg.