Dortmund lijdt wederom puntverlies en ziet achterstand op Bayern toenemen
De Bundesliga is nog vijftien wedstrijden verwijderd van het seizoensslot, maar de landstitel kan Bayern München eigenlijk niet meer ontgaan. Waar de koploper zich zaterdag wederom oppermachtig toonde, liet belangrijkste belager Borussia Dortmund een dag later een steek vallen: de ploeg van Jürgen Klopp kwam niet verder dan een 1-1 gelijkspel op bezoek bij Borussia Mönchengladbach. De voorsprong van Bayern op die Borussen is daarmee gegroeid tot zeventien punten.
Luuk de Jong begon bij de thuisploeg op de bank en zag hoe zijn collega’s na een ruim halfuur spelen op achterstand kwamen. Waar in de voorgaande dertig minuten nauwelijks iets noemenswaardigs gebeurde, was het plots alarmfase één in het Borussia-Park. Marco Reus, vorig jaar nog in dienst van die Fohlen, lanceerde Mario Götze, die met geen mogelijkheid meer te achterhalen was. Doelman Marc-André Ter Stegen kon dan ook niet anders dan aan de noodrem trekken: hij vloerde het supertalent in de zestien en moest dat bekopen met een strafschop. Götze benutte het buitenkansje zelf en deed dat feilloos.
Het resterende kwartier van de eerste helft bood wederom weinig vertier, maar na de pauze gooide de gastheren de schroom iets van zich af. Tot grote kansen leidde dat aanvankelijk niet, maar met het inbrengen van De Jong voor Mike Hanke ging Borussia Mönchengladbach opportunistischer spelen. Bovendien deden de gasten er weinig meer aan en leek de concentratie weg te ebben. Neven Subotic bevestigde dat: hij verdedigde slordig uit na een voorzet van de flank en bezorgd de bal in de voeten van Armin Younes, die Roman Weidenfeller van een meter of vijftien het nakijken gaf.
Bijna kroonde De Jong zich drie minuten na de gelijkmaker tot held van het thuispubliek. De spits torende boven zijn tegenstander uit, maar zag zijn kopbal net over de lat vliegen. Omdat ook Dortmund in de slotfase nog op zoek ging naar een nieuwe voorsprong, bleef de wedstrijd tot aan het laatste fluitsignaal onderhoudend. De regerend kampioen was via Kevin Grosskreutz, Götze en Sebastian Kehl nog drie keer dreigend, maar de tweede viel niet meer.