voetbalzone

Dortmund-spelers balen van UEFA: ‘We zijn behandeld als beesten’

Yanick Vos12 apr 2017, 23:38
Laatst bijgewerkt: 12 apr 2017, 23:38
Advertentie

Borussia Dortmund had woensdagavond liever niet gespeeld na de aanslag van dinsdagavond op de spelersburg in aanloop naar het Champions League-duel met AS Monaco. De spelers van de Duitse topclub hebben geen goed woord over voor het besluit van de UEFA om het duel te verplaatsen naar woensdagavond. De club uit de Bundesliga verloor met 2-3.

Dortmund-verdediger Sokratis Papastathopoulos zegt zich ‘als een beest’ behandeld te voelen door de Europese voetbalbond. “Ik ben blij dat ik nog leef”, reageert de verdediger in gesprek met ESPN. “Het was de moeilijkste dag uit mijn leven en ik hoop dat niemand anders dit ooit hoeft mee te maken. Na gisteren heb ik geen ruimte meer om over de wedstrijd na te denken. De UEFA moet begrijpen dat we geen beesten zijn. We zijn mensen met families, met kinderen. Het is ongelofelijk moeilijk om vandaag te moeten voetballen. Het is voor iedereen moeilijk om de draad weer op te pakken. We gaan dit nog bespreken met onze voorzitter en trainer. Maar er zal geen andere oplossing meer komen. Ik voel me behandeld als een beest, niet als persoon. “

Matthias Ginter was het volledig eens met zijn ploeggenoot. “We zijn blij dat we nog leven en nu naar huis kunnen. Niemand van ons wilde vandaag spelen, dat zal iedereen wel kunnen begrijpen. We hebben geprobeerd om alles te doen zoals we normaal gesproken doen. Maar het zal voor iedereen duidelijk zijn dat we na zo’n gebeurtenis niet aan voetballen kunnen denken. We voelden aan de aftrap dat dit geen normale wedstrijd was voor ons.”

Ook Marcel Schmelzer had de wedstrijd tegen Monaco liever een andere keer afgewerkt. “Het stond vast dat we vandaag moesten spelen”, aldus de Duitse linksback. “We hadden gehoopt dat er een andere datum gevonden kon worden. We beseffen hoe groot deze competitie is, maar men moet niet vergeten dat we mensen zijn. Het is niet normaal wat er gisteren is gebeurd en hoe we daarna zijn behandeld.”