Drievoudig blessureleed vormt domper op degelijke zege van Real
Real Madrid heeft een voorsprong van zes punten op nummer drie Atlético Madrid genomen. Het team van José Mourinho was zaterdagavond een maatje te groot voor Real Betis, dat in de laatste twintig minuten uitzicht had op een gelijkspel: 3-1. Domper op de zege van los Merengues was het blessureleed van Marcelo, Luka Modric en Karim Benzema. Het drietal moest zich geblesseerd laten vervangen en is een vraagteken voor het eerste Champions League-duel met Borussia Dortmund.
Het eerste bedrijf leek doelpuntloos te eindigen, maar Benzema en Mesut Özil beslisten anders. De Duitser gaf de bal aan de aanvaller, kreeg het leer in de loop mee en zette doelman Adrián op het verkeerde been: 1-0. Real Madrid zag geen noodzaak om in de eerste helft het gaspedaal in te drukken, maar Cristiano Ronaldo zorgde sowieso voor gevaar. Enkele minuten voor rust trof de Portugees voor de elfde keer dit seizoen het aluminium. Vlak voor de 1-0 schoot Dorlan Pabón het leer op de lat.
Domper op de eerste helft was het vroege uitvallen van Marcelo, die zijn plaats moest afstaan aan Raphaël Varane. De verwachting is dat de Braziliaan wederom weken aan de kant zal staan. Na een klein uur spelen gooide Benzema de wedstrijd op slot. Na voorbereidend werk van Özil en Ronaldo verdubbelde de Fransman de voordelige marge: 2-0. De feeststemming in het Bernabéu was echter van korte duur. Luka Modric en Benzema haakten geblesseerd af in een tijdsbestek van acht minuten.
Pabón probeerde Betis op sleeptouw te nemen en twintig minuten voor tijd kwamen de bezoekers terug in het duel. De charge van Nacho Fernández op Rubé Castro was duidelijk en Jorge Molina schoot het leer vanaf elf meter achter Diego López: 2-1. Eén minuut voor tijd ontsnapte Real. Een inzet van Castro ging tegen de lat, López kon de bal daarna niet pakken en Raúl Albiol voorkwam op de doellijn de 2-2 van Pabón. Özil gooide het duel op slot, na een actie van Ronaldo en een mislukte poging van Callejón.