Engelse clubs gaven tweehonderd miljoen uit

De Engelse voetbalclubs uit de Premier League hebben in de afgelopen transferperiode weer niet gekeken op een dubbeltje meer of minder. Reuters berekende dat de twintig clubs gezamenlijk ruim 200 miljoen euro uitgaven aan nieuwe spelers. Dat is meer dan clubs uit de hoogste divisie in Italië, Spanje, Duitsland en Frankrijk bij elkaar spendeerden.

Chelsea was de 'hoofdschuldige' van de hete winter. Dankzij de miljoenen van Roman Abramovich kozen Nicolas Anelka, Branislav Ivanovic en Franco di Santo in januari voor een overgang naar Londen. Met de transfer van eerstgenoemde was ruim twintig miljoen euro gemoeid; in totaal betaalde Chelsea voor de drie spelers 36 miljoen euro. De jacht op Arsenal en Manchester United, die de hand op de knip hielden, kan worden ingezet.

Ook in de strijd tegen degradatie werd veel geld uitgegeven. Fulham spendeerde ruim dertien miljoen euro aan de komst van Jari Litmanen, Toni Kallio, Erik Nevland, Brede Hangeland, Leon Andreasen, Eddie Johnson en Paul Stalteri. Hekkensluiter Derby County liet zich eveneens gelden op de transfermarkt, maar werkte met een bescheiden budget. The Rams haalden acht nieuwe spelers, die gezamenlijk 4,7 miljoen euro kostten.

Spelers die het totaalbedrag verder omhoog brachten waren onder andere Martin Skrtel (Liverpool), Jonathan Woodgate (Tottenham Hotspur) en natuurlijk Afonso Alves (Middlesbrough). Precieze bedragen zijn bij deze transfers niet genoemd.