'Er wordt van een mug een olifant gemaakt'

Nigel de Jong is niet vrolijk geworden van de ophef die is ontstaan over de forse overtredingen die Wesley Sneijder en hij maakten in de afgelopen oefenwedstrijd tegen Japan. Volgens de Nederlands international is er ‘van een mug een olifant gemaakt’. “Door de nadruk op die momenten te leggen, is een nationale discussie ontstaan. En die moet nu maar eens ophouden. Ik ben ervan geschrokken", aldus de Amsterdammer in De Telegraaf.



De Jong en Sneijder vielen afgelopen zaterdag in negatieve zin op door aan het einde van de eerste helft enkele pittige overtredingen in te zetten. Bondscoach Bert van Marwijk zei na afloop dat hij zich had geërgerd aan de driftkikkers en bood na afloop zijn excuses aan. De oefenmeester schaamde zich voor zijn pupillen: “Zeker Wesley had rood moeten hebben. Ik heb me geërgerd aan de frustratie van mijn spelers.”

De Jong denkt niet dat alleen door de uitspraken van Van Marwijk de focus op het 'wangedrag' van Sneijder en hem is gelegd. "Ik denk dat iedereen de tackle van die Standard Luik-speler Axel Witsel nog helder op het netvlies heeft staan", zegt hij. "En dan weet je dat elke andere speler daarna onder een vergrootglas ligt. Helaas voetbalden we in Nederland en niet in Engeland. Daar was écht niet zolang doorgezeurd over twee kleine incidentjes in negentig minuten voetbal."

“Het was mijn intentie om de jongens wakker te schudden, de toon te zetten en mentaliteit te brengen”, legde De Jong zijn ‘daad’ uit. “En dat is ook gelukt, want in de tweede helft weten we met drie doelpunten wél het verschil te maken. Achteraf kunnen we stellen dat we bewust of onbewust veel te slap aan de wedstrijd zijn begonnen. En als je niet bij de les bent, krijg je het tegen elke tegenstander moeilijk. Natuurlijk zoek ik vaak het randje op. En soms ga ik daar wel eens overheen. Maar iedereen die mij kent, weet dat ik nog nooit iemand zwaar heb geblesseerd."