Eredivisieclubs moeten vrezen voor vroegtijdige uitschakeling in Europa
Was het zuiver toeval, een ongelukkig incident? Of een naargeestige voorbode, een slecht teken van nog meer treurnis? De afgang van FC Utrecht in Luxemburg lijkt toch meer dan een snel te vergeten momentopname. Simpel, omdat bijna alle clubs opnieuw behoorlijk wat kwaliteit inleverden. Veel penningmeesters prijzen en bejubelen de huidige handel. De nog lang niet beëindigde transferperiode verrijkte liefst negen BVO’s met meer dan honderd miljoen euro. PSV incasseerde het meest: zo’n 38,8 miljoen euro. Met een recordopbrengst van minimaal 16,5 miljoen voor Kevin Strootman.
Ook Vitesse beurde miljoenen, ruim twintig voor Wilfried Bony (13,9) en Marco van Ginkel (8). Helaas voor de ambitieuze Arnhemmers precies de twee onvervangbare gangmakers van vorig seizoen. En trainer Peter Bosz wist bij voorbaat dat hij al dat kapitaal niet kan herinvesteren. Hij zal zich moeten behelpen met transfervrije afdankertjes uit de lagere regionen. PSV potte niet al het geld op, maar besteedde het voornamelijk aan een rigoureuze verjonging. Ook FC Twente liep (wederom) binnen: 8 miljoen voor Nacer Chadli en 5,5 miljoen voor Leroy Fer. De twee staken de Noordzee over naar respectievelijk Tottenham Hotspur en Norwich City. De club uit Enschede liet ook nog eens Douglas naar Dinamo Moskou afvloeien en zette tevens de Bulgaarse doelman Nikolay Mihaylov in de opruiming. En net als bij Vitesse heeft voorzitter Joop Munsterman luidkeels aangekondigd dat hij de hand vrijwel zeker op de knip wil houden. De uitholling en verschraling van de Eredivisie is hiermee nog lang niet compleet in kaart gebracht. AZ zwichtte voor het bod van tien miljoen euro voor Jozy Altidore. De Alkmaarse topscorer (23 goals) verkaste ook al naar de vermogende Premier League (Sunderland). Eerder troggelde PSV de nummer tien van de toekomst, Adam Maher, voor de som van 6,5 miljoen af.
Heerenveen raakte Filip Djuricic voor 6 miljoen kwijt aan Benfica en Roda JC inde nog ruwweg 1,5 miljoen euro voor Sanharib Malki (naar het Turkse Kasimpasa). Al met al een even indrukwekkende als somber stemmende lijst. En de markt duurt nog ruim een maand, met alle kans op nog meer schade voor de nationale competitie. Vandaar de twijfel of de blamerende nederlaag van FC Utrecht tegen Differdange wel op een eenmalige vergissing berust. De nummer vijf van het vorige seizoen zakte niet voor niets door de ondergrens. Geschrokken ging de directie direct over tot het huren van Timothy Derijck, voorlopig voor één jaar van PSV. Om in elk geval te proberen de wel erg jonge en onervaren defensie voor nog meer onheil te behoeden. FC Utrecht staat ongewild model voor meerdere flink aangevreten subtoppers. Er dreigt zelfs nog meer verzwakking. Jacob Mulenga wordt nog gevolgd. En PSV loert op Jens Toornstra. Trainer Phillip Cocu mag nog wel wat miljoenen aanspreken en heeft vooral behoefte aan een iets minder labiel middenveld dan wat nu resteert. FC Utrecht moet en zal zich wel revancheren tegen de Luxemburgse kleuter. Maar daarna wacht het Noorse Tromsø of Inter Baku uit Azerbeidzjan. Dat kan gemakkelijk verkeerd aflopen. Ook Vitesse zou wel eens al in de derde voorronde van de Europa League kunnen sneuvelen. Het Roemeense Petrolul Ploiesti teert immers op een langere erelijst met successen dan het speeltje van Melab Jordania.
In de derde voorronde van de Champions League mag het jeugdige PSV zich absoluut niet verkijken op de summiere en bescheiden voorgeschiedenis van Zulte Waregem. De Belgische nummer twee van het afgelopen seizoen vestigde zich sinds 2005/06 als een vaste waarde in de Jupiler League. Onderschatting van de zuiderbuur is de laatste jaren al meer dan voldoende afgestraft en weggehoond. De angst voor een vrij massale en voortijdige uitschakeling van de Nederlandse clubs in het Europees voetbal lijkt verre van misplaatst. PSV, AZ, Vitesse en FC Utrecht symboliseren allemaal de onmiskenbare en gestage neergang van het niveau in de Eredivisie. Zeker in internationaal opzicht.
Dat is evenmin een positieve ontwikkeling voor de strijd in eigen land. Tot nog toe zijn alleen Ajax en Feyenoord ontsnapt aan de buitenlandse koopwoede. De landskampioen is nog niet helemaal gerust op het behoud van Christian Eriksen. De naam van de Deen circuleert nog immer bij Liverpool. Maar voor de rest mag trainer Frank de Boer met ongewoon veel optimisme uitzien naar de opening van het seizoen. De wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal, zaterdag in de Arena tegen AZ, zou wel eens meteen kunnen uitpakken als een voor Ajax zeer voordelig voorschot op de competitie. Terecht lachte trainer Gertjan Verbeek om de luchthartige constatering dat de bekerwinnaar aan potentie zou hebben gewonnen. Het tegendeel zal zich al meteen tegen de landskampioen openbaren. Ook Feyenoord heeft de selectie intact kunnen houden. Maar trainer Ronald Koeman zou de zeker mentaal kwetsbare groep graag willen aanvullen met een vleugelspits als Oussama Assaidi. Martin van Geel, technisch directeur, heeft echter al laten weten dat de Rotterdammers zich dat op dit moment echt niet kunnen veroorloven. Misschien later, rond 2 september, maar ook dat zou wel eens kunnen tegenvallen.
Alles overziend zou dat inhouden dat alleen Ajax het elftal heeft versterkt (mits Eriksen blijft) en dat Feyenoord geen averij heeft opgelopen. Maar daarachter lijkt een tornado het landschap te hebben omgeploegd tot een waar rampgebied. Dat is een verre van zonnig vooruitzicht zo kort voor de aftrap van een seizoen dat zich ook nog eens toespitst op het WK in Brazilië. Louis van Gaal heeft voor het Nederlands elftal een voorkeur voor spelers uit de eigen competitie. Maar voor hun ontwikkeling zijn ze wel gebaat bij de nodige concurrentie, vooral bij hun clubs. Volgens de bondscoach is dat geen probleem, want in zijn visie is de Eredivisie minstens gelijkwaardig aan bijvoorbeeld de Premier League. Dat was al niet waar en valt nu helemaal niet meer serieus te nemen...
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.