Espanyol elfde slachtoffer van uitstekende thuisreeks Real Madrid
Mocht Real Madrid landskampioen willen worden, dan zal de ploeg van Manuel Pellegrini vooral in uitwedstrijden constanter moeten gaan presteren. In het eigen Santiago Bernabéu bewees het sterrenensemble zaterdagavond eens te meer dat thuis of uit een wereld van verschil is. Espanyol werd met 3-0 aan de kant gezet, en is dit seizoen al tegenstander nummer elf die met lege handen huiswaarts keert.
De eerste kans van de wedstrijd was voor David García, hij schoot naast, maar de eerste de beste aanval van de thuisploeg leverde meteen een doelpunt op. Uit een vrije trap van Esteban Granero kopte Sergo Ramos de bal onbereikbaar achter doelman Carlos Kameni: 1-0. Een kwartier lang hielden de ploegen elkaar in evenwicht, maar daarna klopte Real nadrukkelijk aan de deur. Kameni bracht redding op een inzet van Kaká en zag hoe Ramos de bal naast zijn doel kopte.
Na een klein half uur spelen verdubbelden de Madrilenen hun voorsprong. Opnieuw was het Granero met de voorzet, maar Kameni redde uiterst knap op de kopbal van Raúl. De rebound was echter een prooi voor Kaká: 2-0. De Kameroener hield zijn ploeg in de rest van de eerste helft nog enigzins op de been. Raúl zag wederom zijn kopbal gekeerd worden, Karim Benzema en Granero faalden.
Het begin van het tweede bedrijf verschilde niet veel van de eerste 45 minuten. Iván Alonso zag hoe zijn schot door Iker Casillas werd gekeerd, de paal voorkwam aan de andere kant van het veld dat Kaká zijn tweede treffer mocht bijschrijven. Het derde doelpunt viel in de slotfase en kwam op naam van invaller Gonzalo Higuáin. Rafael van der Vaart viel zeven minuten voor tijd in voor Raúl. Royston Drenthe mocht niet invallen, hij bleef negentig minuten op de reservebank.