Everton tikte in één keer 12 miljoen euro af vanwege specifieke afspraak

Everton besloot half mei om trainer Roberto Martínez te laten vertrekken. The Toffees hadden geen geloof meer in betere tijden onder de Spanjaard en ontsloegen hem daarom. Het contract van Martínez liep nog wel drie jaar door en gezien zijn riante jaarloon moest Everton heel diep in de portemonnee tasten om hem weg te krijgen. Uiteindelijk hoestte de club liefst twaalf miljoen euro op.

Eigenlijk zette Martínez in op drie jaarsalarissen, wat neer zou komen op 14,1 miljoen euro. Hij nam uiteindelijk echter genoegen met het aanbod van 11,8 miljoen euro, waarmee hij Everton alsnog een flinke poot uitdraaide. Voorwaarde was dat de club uit Liverpool hem het geld in één termijn zou betalen en niet verspreid over maanden of jaren.

De Daily Mail schrijft vrijdag hoe het komt dat Everton zo ontzettend veel moest betalen. Voorzitter Bill Kenwright liet Martínez in 2014 een nieuw contract voor vijf jaar tekenen nadat het eerste seizoen naar volle tevredenheid was verlopen. Om het geïnteresseerde Tottenham Hotspur en de Engelse bond (FA) buiten de deur te houden werd een clausule opgenomen: als een andere partij Martínez wilde hebben, moest zijn hele contract worden afgekocht bij Everton.

Maar als Martínez voor de einddatum van juni 2019 zijn congé zou krijgen, zou Everton hem ook tot de laatste cent moeten uitbetalen. Voorzitter Kenwright was ervan overtuigd dat zijn club meer en meer progressie zou boeken met Martínez als coach, maar het ging juist minder. Na de knappe vijfde plek in zijn eerste jaar finishte de Spanjaard twee keer op rij als elfde met Everton en daarna was het exit. Ter vervanging arriveerde Ronald Koeman.