‘FC Utrecht zit in mijn hart, maar ik ben hier niet gekomen voor de bank’
Anouar Kali keerde afgelopen zomer na twee jaar afwezigheid terug bij FC Utrecht, maar tot een onverdeeld succes is de tweede rentree van de middenvelder in de Domstad nog niet uitgegroeid. De 26-jarige controleur liep al vroeg in het seizoen een zware achillespeesblessure op en ondanks dat hij alweer een aantal maanden fit is, slaagde hij er niet meer in om een basisplaats te veroveren.
Kali had zelf vooralsnog ook meer verwacht van zijn terugkeer en geeft toe dat het aan hem vreet: “Ik ben niet iemand met veel geduld, ik ben het ook niet echt gewend om op de bank te zitten. Het is een nieuwe situatie voor me. Ik ben naar Utrecht gekomen voor een basisplaats. Ja, ik wacht op een kans om het echt te laten zien”, legt hij uit aan het Algemeen Dagblad.
Rico Strieder krijgt vooralsnog de voorkeur van trainer Jean-Paul de Jong en Kali moet het voorlopig laten zien als invaller. De middenvelder vindt het moeilijk om in een beperkt aantal minuten zijn stempel te drukken en denkt dat het makkelijker is om als aanvaller in te vallen: “Dan kan je in het laatste kwartier wat forceren, een goal maken. Als verdedigende middenvelder is het moeilijk om in te vallen. Je moet als middenvelder in de wedstrijd groeien. Voor mij is het met invalbeurten écht zoeken.”
Hoewel Kali bij FC Utrecht opgeleid werd en een speciale band heeft met de club, geldt dat echter niet als een verzachtende omstandigheid als het op zijn speeltijd aankomt: “De club zit gewoon in mijn hart, ik kom uit de stad. Maar ik ben hier niet gekomen voor de bank. Ik hoop dat volgend jaar in de voorbereiding iedereen op nul begint, zodat ik kan bewijzen dat ik erin hoor.”