Geheim onthuld van spelers als Modric: ‘Doet hij 2000 keer per wedstrijd’
”Voetbal speel je met je hoofd, want de bal is vlugger dan je benen”, zei Johan Cruijff. Toch bewonderen we voetbal vaak op de oppervlakte. Spelers op het allerhoogste niveau hebben zogenaamd ogen in hun achterhoofd, maar wat gaat er allemaal in het hoofd om? In Mindgames kijkt Voetbalzone dit keer met Noors voetbalpsycholoog en -onderzoeker Geir Jordet naar de denkkracht van topspelers. “Ik wil meten wat men als onmeetbaar ziet.” In deel twee van een drieluik: scanning, het geheim waarom topvoetballers meer zien dan anderen.
Door Kevin van Buuren
Spelers als Cruijff, Lionel Messi en Luka Modric waren altijd in staat de kijker te betoveren. “Hoe zie je zoiets?”, zal de sterveling zich afvragen. De ruimte tussen de linies, onder hoge druk het overzicht bewaren, of het kenmerkende overstapje van Modric om de onzichtbare vrije man achter hem vrij te spelen. Het zal de natuurlijke gave van een topvoetballer zijn. De welbekende ‘ogen in het achterhoofd’. Maar Jordet onderzocht en benoemde dit fenomeen van verbazingwekkende visie: scanning. “Of kijkgedrag, zoals jullie dat noemen”, zegt de Noor in zijn beste Nederlands.
In het voetbal staan de beste stuurlui eveneens aan wal. Kritiek hebben op een slechte pass of verkeerde keuze is dan ook makkelijk wanneer je het gehele veld van boven op tv ziet. Toch is het net of sommige voetballers dezelfde ogen hebben als televisiekijkers: zij zien ruimtes die er niet lijken te zijn. “Waarom sommige spelers beter openingen zien, of een positie innemen voordat het spel zich daarheen verplaatst, of sneller reageren dan anderen. Dat wilde ik onderzoeken”, legt Jordet uit. “Ik dacht eerst: sommige spelers hebben dit gewoon. Zij zijn gewoon beter.” De informatie die voorhanden was, zinde hem niet.
Meer zien dan anderen
“Men onderzocht die visuele perceptie door spelers in een lab te zetten, voor een scherm. Zij kregen verschillende situaties te zien en werden getest. Ik zag niet in hoe dit een goede test was. Zo’n scherm laat niet zien wat er op het veld gebeurt, in het spel.” Vervolgens ging Jordet zelf na wat hij kon waarnemen tijdens wedstrijden. Dat doet hij al sinds 1997. “Scanning kun je waarnemen. Je ziet of een speler zijn hoofd naar links of rechts draait. Bij het voetbal heb je in de meeste situaties niet alleen informatie voor je, maar ook naast en achter je. Om dat te zien, moet je actief je hoofd en blik draaien.” Wat hij uitvond, was baanbrekend.
“Er is een robuuste relatie tussen dit gedrag en prestatie. Spelers die regelmatig scannen, passen meer en die passes komen vaker aan. Zij leggen ook meer risico in hun spel en komen vaker met creatieve oplossingen.” De psycholoog benadrukt dat scannen niet alleen gaat om zo veel mogelijk je hoofd draaien; het is een ware kunst. “De timing en focus van scannen is heel belangrijk. Je moet in staat zijn je ogen te richten op die informatie die op dat moment het belangrijkst voor jou is.”
In het voetbal verandert deze hiërarchie van importantie echter iedere seconde. “Als iemand de bal aanraakt, wil je je blik richten op de bal. Die kan namelijk van richting of snelheid veranderen”, legt hij uit. “Maar, tussen al die aanrakingen in… Een bal die van speler A naar B gaat, en zelfs de momenten in een dribbel waarbij de speler de bal even vooruit speelt. Dan hoef je niet naar de bal te kijken. Een snelle inschatting vertelt je waar die zal belanden. Nu kun je naar het spel om je heen kijken en informatie opnemen die dán het belangrijkst is. Om alles kort samen te vatten: de allerbeste spelers zijn in staat zo veel mogelijk naar het spel om zich heen te kijken. De spelers daaronder kijken meer naar de bal.”
“Waarom heb jij geen haar?”
Hoe logisch dat ook klinkt, Jordet en zijn theorie werden niet met open armen ontvangen. “De eerste keer dat ik met coaches over scanning sprak, werd ik afgemaakt. Mensen gaven er niks om. Ze dachten dat het nutteloos was.” Of die houding ontstaat, omdat het als natuurlijke gave wordt gezien, beaamt hij. “Dat was één punt. Het andere was, dat het hier niet om gaat. Een coach wil aanvalspatronen in zijn team structureren, waardoor scanning niet nodig is. Je weet waar je medespelers zijn, omdat het getraind is.” Ondanks dat hij de tegenargumenten respecteert, blijft hij bij zijn punt. “Het is een gave, en je kunt ermee omgaan door structuur, maar het feit blijft: je ziet niet wat er achter je gebeurt zonder te scannen. Een topspeler als Modric scant twee- tot drieduizend keer per wedstrijd. Dat kun je leuk vinden of niet, maar het is een zeer natuurlijk onderdeel van voetbal.”
Ook op Twitter vond Jordet veel weerstand, toen zijn tweets over scanning aan populariteit wonnen. Lachend vertelt hij over de aard van het medium. “De volgende dag kreeg ik duizenden berichten. ‘Dit is het domste ooit’, ‘jij hebt absoluut geen vrienden’, waarom heb je geen haar?’.” Maar ook voor die opmerkingen heeft heeft hij begrip. “Weet je, het mooie aan voetbal is dat het zo simpel is. Iedereen kan het doen, je hebt alleen een bal nodig. Als je dan aankomt met theorieën over het marginaal verbeteren van spelers en teams die al op ontzettend hoog niveau presteren… dan heb je het over details. Voor de reguliere voetbalfan zijn die details belachelijk binnen het grote plaatje. Waarom dingen als Big Data en scanning? In hun wereld slaat dat nergens op.”
Situaties simuleren
Uiteindelijk kent Jordet de gegevens en het effect. Wie hier tijd en werk aan besteedt, plukt er de vruchten van. Dat kan bijvoorbeeld met het VR-programma, dat hij zelf ontwikkelde. “Zeven á acht jaar geleden bouwden we een simulatiesysteem met honderden bestaande situaties van het hoogste niveau, zoals Premier League- en Champions League-wedstrijden. Recenter hebben we daarbovenop een AI nieuwe situaties laten maken; de computer verzamelt dan zo veel mogelijk informatie van de al bestaande situaties en creëert zelf unieke, gelijksoortige spelsituaties.” Hierin ziet de persoon wat een speler op het veld ziet en wordt zijn besluitvorming getest. “Je weet dat je de bal krijgt binnen vijf tot acht seconden. Omdat het Premier League-snelheid is… als je niet hebt gescand, niet hebt voorbereid, word je afgemaakt. Niet letterlijk, maar met een tackle.”
Een goede keuze krijgt een aantal punten. Daarvoor liet Team Jordet getrainde coaches evalueren wat die beste keuze dan was. “Je krijgt dus feedback op hoe veel je scant, hoe je scant, je timing van scanning en hoeveel je ziet tijdens het scannen. Dit wordt een trainingstool om systematisch te trainen op je visuele percepties, zonder de fysieke belasting.” Dat is dan ook precies waar het voor gebruikt wordt door verschillende voetballers. “Sommigen vullen er fysieke training mee aan, of houden zichzelf scherp op een rustdag”, vertelt Jordet. “Maar ze gebruiken het ook dagelijks voor de training. Je warmt namelijk je spieren en gewrichten op, dus waarom niet je hoofd?”
De meeste waarde heeft het systeem misschien wel voor geblesseerde spelers. “Door de realistische situaties houd je dat voetbalgevoel enigszins intact, terwijl je de fysieke arbeid niet kunt leveren.” Heeft het dan ook een therapeutisch effect? Het ergste voor een voetballers mentale gesteldheid is toch het niet kunnen voetballen. “Ja, daar ben ik het mee eens. Zo geef je betekenis aan een betekenisloze periode. Als je geblesseerd bent, verdwijn je als voetballer. Je kunt niet trainen, niet beter worden, niet van waarde zijn voor je team.”
Inmiddels ziet Jordet dat er meer acceptatie is omtrent scanning. “De interesse is geëxplodeerd. Ik krijg steeds meer verzoeken om lezingen te geven. Coaches en spelers werken ermee.” En ook wijlen Johan Cruijff, Nederlands trots en voetbalgenie, zou zijn werk toch goedkeuren? Hij benadrukte altijd dat voetbal simpel is, maar simpel voetballen het moeilijkste is wat er bestaat. Jordet laat simpelweg zien, dat voetbal inderdaad zo lastig is, ook al oogt het zo simpel. “Je hebt helemaal gelijk. Het is het ene ding wat mij altijd gedreven heeft. Ik denk dat dit ertoe doet, en dat er gedetailleerdere en genuanceerdere dingen over gezegd kunnen worden dat tot nu toe is gedaan in het voetbal”, besluit de psycholoog.