Het horrorhoofdstuk van Marvin Emnes in Turkije: ‘Twee mannen in mijn huis’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Marvin Emnes, die zich bij het Italiaanse Ravenna eindelijk weer de voetballer voelt die hij ooit in de Premier League bij Middlesbrough en Swansea City was.
Door Chris Meijer
Marvin Emnes (32) stond het afgelopen jaar vrijwel dagelijks samen met zijn zaakwaarnemer en trainer Godwin Falix op het kunstgrasveld van de Rotterdamse amateurclub Blijdorp. Door weer en wind, in de snijdende kou: het maakte niet uit. Emnes wilde koste wat het kost na bijna drie jaar geen officiële wedstrijd te hebben gespeeld weer terugkeren in het profvoetbal. Waar? Voor bijna ieder ‘avontuurtje’, zoals hij het zelf noemt, stond hij open. Dus verschijnt hij nu breedlachend in beeld vanuit zijn hotelkamer in Ravenna, een stad ten oosten van Bologna aan de Adriatische Zee. Met zijn nieuwe club strijdt Emnes momenteel in de play-out tegen degradatie uit de Serie C, het derde niveau van het Italiaanse voetbal. Oké, het niveau en de omstandigheden zijn misschien niet zoals hij ooit in de Premier League gewend was. Maar dat Emnes nu weer voetballer is, vergoedt eigenlijk alles. “Soms moet het maar eventjes zo.”
Bevalt het leven in Italië voorlopig een beetje?
“Aan het weer kan ik zeker wennen. Tot nu toe heb ik iedere dag pasta gegeten. Zowel lunch als avondeten, dus over een tijdje kan ik geen pasta meer zien. Ik ben gewend om Surinaams te eten, daar krijg ik de meeste kracht door. Dat heb ik nu niet. De Italianen spreken bijna geen Engels, dus we werken met Google Translate en gebaren. Daardoor heb je soms ook miscommunicatie. Zowel binnen als buiten het veld, afspraken zijn niet echt duidelijk.”
Zorgt de strijd tegen degradatie niet voor een beetje extra stress op de club?
“Tijdens de training is iedereen ontspannen, maar als we eenmaal richting de wedstrijd gaan zie je toch wel wat spanning hier en daar. Zodra het even niet goed gaat, is het direct schelden en met dingen gooien. Ik heb dat ook wel meegemaakt in Nederland, Engeland en Turkije. Zodra je een mindere periode hebt, zijn er altijd spelers die extra emoties met zich meedragen en die tonen. Je krijgt gesprekken die je liever niet wil hebben. Jongens willen boven anderen uitkomen en gaan daardoor schreeuwen. Het hoort allemaal bij de game. Iedereen vecht voor zijn brood, want als we degraderen, komt iedereen zonder club te zitten. De Serie C is nog professioneel, maar de Serie D is een amateurcompetitie. Dus dan gelden al die contracten niet meer. Daardoor lopen er best wat jongens met stress.”
Was je direct overtuigd toen Ravenna zich meldde?
“Het was via via, diegene kwam direct met een contract op me af. Snel handelen, dan kan het van jou zijn. Ik heb gezegd dat ik er even over wilde nadenken en heb Godwin gebeld. We hebben samen alle stappen doorgelopen en gelijk gezegd: ‘Hier moet je niet over twijfelen. Dit is een goede club, je kunt jezelf hier in de kijker spelen. Zo kom je weer op het veld terecht’. Het is geen contract voor drie jaar, maar voor een paar maanden. Mocht het fout gaan, ben ik niet zo lang weg. En als het goed gaat, heb je weer twee maanden kunnen genieten van het spelletje. Ik was elke dag aan het trainen met Godwin. Maar op een gegeven moment wil je ook wedstrijden gaan spelen. Iedere keer kreeg ik te horen: ‘Goede speler, maar hij heeft lang niet gespeeld. We wachten nog even’. Maar dat wachten werd steeds langer. Ik had het liefst ergens in Nederland kunnen spelen, dat is helaas niet zo gelopen.”
Je bent aangeboden bij Sparta Rotterdam, Almere City, Excelsior en Willem II, waar je praktisch gratis wilde spelen. Voelt het als een teleurstelling dat zij het niet aandurfden?
“Niet direct een teleurstelling, ik vind het eerder een apart verhaal. Ik zou voor zowel de oudere als de jongere jongens van waarde kunnen zijn en was bereid om voor minder te gaan spelen. Dan had je daar als club meer mee kunnen doen, denk ik. Vaak krijg ik te horen: ‘We hebben je lang niet zien spelen, we weten niet of je goed genoeg bent’. Daar kun je maar op één manier achter komen: me binnenhalen en kijken hoe het gaat. Je moet risico’s nemen in de voetballerij en als jij het niet doet, doet iemand anders dat. Maar ik weet zeker dat ik nog van waarde had kunnen zijn voor een Nederlandse club.”
Heb je het gevoel dat de erkenning in Nederland een beetje ontbreekt? Je hebt het grootste deel van je carrière in Engeland gespeeld, misschien dat je daardoor in Nederland langzaam een beetje van de radar verdwenen bent.
“Ik hoor vaak dat ze me meer als een Engelsman zien, omdat ik mijn hele carrière in Engeland heb gespeeld. Dat kan, maar ik ben en blijf een Nederlander. Ik heb ook op de Nederlandse velden laten zien wat ik kon en ten opzichte van die tijd ben ik gegroeid.”
In het verlengde daarvan: ondanks dat je 41 wedstrijden hebt gespeeld in de Premier League, ben je nooit echt in beeld geweest bij Oranje.
“Voordat ik de overstap naar Middlesbrough maakte, sprak ik Foppe de Haan nog. Ik mocht in de jeugdelftallen van Oranje altijd een lichting hoger spelen. Foppe de Haan zei: ‘Wat ga je nu doen?’ Ik begreep hem niet. ‘De juiste keuze voor jou is om naar Heerenveen te gaan. Ik wil jou bij Heerenveen zien’, zei hij. ‘Met alle respect, maar wij denken er anders over’, antwoordde ik. ‘Lekker in Nederland blijven’, kreeg ik te horen. Zo ging het een tijdje door, maar uiteindelijk kwam het erop neer dat mijn carrière bij Oranje voorbij zou zijn als ik naar het buitenland zou gaan. Ik dacht: oké, die man maakt een grap. De eerste interlands nadat ik bij Middlesbrough had getekend, zat ik er nog bij. Maar op een gegeven moment werd ik niet meer opgeroepen.”
Er bestond inderdaad de nodige kritiek toen je er in 2008 voor koos om Sparta Rotterdam te verruilen voor Middlesbrough. Met een transfersom van vier miljoen euro ben je overigens nog altijd de duurst verkochte speler in de clubgeschiedenis.
“Ajax had destijds ook interesse. Ik ben van kleins af aan echt een Ajax-mannetje. In de jeugd klopte Ajax ieder jaar aan, maar ik heb de overstap jammer genoeg nooit kunnen maken. Ik had dan op jonge leeftijd in een pleeggezin moeten komen en mijn ouders vonden dat niet bij me passen. Ze zeiden: ‘Bij Sparta zit je goed, blijf gewoon daar. Als de tijd rijp is, kun je alsnog naar Ajax’.”
Een geboren en getogen Rotterdammer die van kleins af aan een Ajax-mannetje is, dat hoor je niet heel vaak.
“Ik ben een van de weinige Ajax-supporters in Rotterdam, ja. Daar heb ik vaak gezeik mee gekregen, hoor. Ik liep vaak in een Ajax-shirt rond en werd dan uitgescholden. Dat ging er heftig aan toe. Het is heel raar, maar ik was juist altijd extra gebrand als ik tegen Ajax moest spelen. Ik wilde heel graag van Ajax winnen, ondanks dat het mijn club is. Dan wilde ik me meer extra bewijzen. Tegen Feyenoord had ik geen echte agressie ofzo.”
Dus als Ajax sneller hadden gehandeld, had je keuze dertien jaar geleden anders kunnen uitpakken?
“Het is mooi dat Ajax ook kwam. Alleen Middlesbrough handelde direct. Er lag een contract klaar, dat hoefde ik alleen maar door te lopen met mijn vader. Als we het goed vonden, kon ik direct tekenen. Misschien had het wat geworden als ik langer had gewacht. Maar ja, ga je naar de Premier League of blijf je in de Eredivisie? Het is uiteindelijk de Premier League geworden en daar heb ik nooit spijt van gehad.”
Wat maakt het dat je zo goed hebt kunnen aarden in Engeland? Je hebt er uiteindelijk negen jaar gespeeld.
“Het is een voordeel geweest dat ik daar op jongere leeftijd naartoe ben gegaan. Ik heb eraan kunnen wennen en had jongens om me heen die in dezelfde situatie zaten. Los daarvan ben ik heel goed door de club opgevangen. Niet alleen ik, maar ook mijn familie. Ik heb George Boateng, Afonso Alves en Mido nog meegemaakt bij Middlesbrough. Boateng was destijds de captain, die stond altijd voor me klaar.”
Afonso Alves kennen we in Nederland natuurlijk ook nog wel.
“Afonso Alves was een speler die één kans nodig had, dan was het direct een goal. Zijn lifestyle was heel anders, daardoor is hij misschien snel een beetje vergeten. Hij ging niet zozeer op stap, hij gaf gewoon zijn eigen feestjes. Iedereen ging op stap bij Afonso Alves. Mido was ook een mannetje die zowel binnen als buiten de lijnen enorm actief was. Hij was de enige die een soort van villa in Middlesbrough heeft kunnen regelen. Daar moest je gewoon vijf minuten naar binnen rijden.”
Je speelde in je eerste seizoen in de Premier League direct tegen onder meer Robin van Persie, Edwin van der Sar en Cristiano Ronaldo.
“Nani was me ook een speler, hoor. Die jongen heeft een abnormale techniek. Nani stond toen nog boven Ronaldo. Giggs, Scholes, Gerrard, noem ze maar op: ik keek vaak op zondag naar de Premier League en stond ineens in het echt met die jongens op het veld. Ik weet nog dat we bij Arsenal uit speelden. Een week ervoor had ik een kans gemist die ik eigenlijk wel had moeten maken. Tijdens een wandeling voor de wedstrijd kwamen we Arsène Wenger tegen. Ik was met Justin Hoythe, die had bij Arsenal gespeeld. Dus hij raakte aan de praat met Wenger en ik stond erbij. Wenger kijkt mij op een gegeven moment aan en zegt: ‘Die bal had erin gemoeten’. Ik keek hem aan en begon te lachen. ‘Je kunt lachen, maar die bal had erin gemoeten. Je bent een goede speler, alleen word je op zulke ballen afgerekend’, zei hij. Als je dat van zo’n trainer te horen krijgt, is dat wel mooi.”
Jullie degradeerden in je eerste seizoen, waarna het vier jaar duurde voordat je terugkeerde in de Premier League met Swansea City.
“Ik had al een jaar op huurbasis bij Swansea gespeeld. We promoveerden naar de Premier League en ze deden een bod om me definitief over te nemen, maar Middlesbrough wilde niet meewerken. Het jaar erop kwamen ze weer, werd het weer afgewezen. Daarna ben ik alsnog teruggekeerd bij Swansea, op huurbasis. Ging ik van de Championship naar de Premier League, dat bleek gewoon te kunnen. Zodoende speelde ik ineens tegen Napoli in de Europa League. Daar speelde ik een goede wedstrijd en later hoorde ik dat ik me daar in de kijker had gespeeld.”
Dat had best een mooie transfer geweest.
“Swansea hield dat verborgen, waardoor het nooit meer dan interesse is geworden. Nadat Swansea me definitief had overgenomen, kreeg ik op een gegeven moment geen eerlijke kansen meer. Dat had ook te maken met mijn zaakwaarnemers destijds, die hielden heel veel achter en werkten samen met de club. Daardoor kreeg ik ook niks te horen van aanbiedingen die werden gedaan. Het is zelfs zover gegaan dat Swansea mijn contract wilde openbreken. Zij hebben niks aan mij verteld en een soort deal met de club gemaakt dat het wel goed was zo. Pas wanneer ik echt achter dingen zou komen, zouden ze gaan schakelen.”
Je hebt nog een jaar bij Blackburn Rovers gespeeld, voordat je naar Akhisarspor in Turkije vertrok. Was dat voor jou het ideale moment om een financieel aantrekkelijke stap te maken?
“Blackburn was gedegradeerd naar de League One. Daardoor kwam ik een beetje op een kruispunt: wilde ik in de League One gaan spelen of naar een ander land? Akhisar was eerder al geweest, maar toen koos ik nog voor Blackburn. De Süper Lig is best aantrekkelijk, ik zag veel jongens die kant op gaan. Ik dacht: waarom niet? Voor mezelf had ik een plan gemaakt dat ik Akhisar als een tussenstap zag, om te kunnen klimmen naar een van de topclubs. Vanaf mijn komst tot december was alles goed geregeld. Ik werd op tijd betaald, de trainingen waren goed, ik heb mijn wedstrijden gespeeld. Totdat ze raar begonnen te doen over het verlengen van mijn contract.”
Toen bleek Besiktas zonder jouw medeweten te hebben geïnformeerd, toch?
“Ja, en Akhisar zei tegen hen dat ik niet te koop was. Dat is de reden dat ik moest bijtekenen. Ik was er pas net een paar maanden en had een driejarig contract, maar ze wilden per se dat ik zou bijtekenen. Ik hoefde helemaal nog niet bij te tekenen, ik was er pas net en had nog genoeg tijd. Daar nam de club geen genoegen mee. Op een gegeven moment kwam ik thuis en zaten er twee mannen in mijn huis, die me vertelden dat ik moest tekenen. Maar dat deed ik niet.”
Was het daarna nog uit te houden?
“Kort daarna werd ik op de training expres geschopt, waardoor ik geblesseerd raakte aan mijn achillespees. Ik werd niet goed behandeld. Ze wilden dat ik bleef trainen, ondanks dat ik pijn had. Kreeg ik acht pilletjes die ik moest innemen, waardoor ik weer fit zou zijn. Dat ik aangaf echt niet te kunnen spelen of trainen, zagen ze als werkweigering. Dat was een reden om me niet te betalen. Ik woonde een uur van het trainingscomplex en ze lieten me iedere dag heen en weer rijden om me een kwartiertje te laten masseren. Precies om half 1, omdat de vlucht naar Nederland iedere dag om 1 uur vertrok. Die kon ik dan net niet pakken.”
Hoe ben je toch ontsnapt uit Turkije?
“Ik ben op een dag met mijn familie naar het vliegveld gegaan. Daar werd ik gestopt, want Akhisar had gezegd dat ik niet mocht vertrekken. Zoveel invloed hebben ze daar. Het mooie was: zij spraken geen Engels. Dus ik wist niet wat ze gingen doen. Ze keken alleen naar me, dat gaf me al het gevoel: wat heb ik gedaan? Toen kwamen er nog meer mannen bij. Uiteindelijk werd ik doorgelaten omdat ik een van die mannen een shirt gaf.”
Hoe reageerden ze bij Akhisar toen ze merkten dat je was vertrokken?
“Mijn vertaler ging me bellen en berichten sturen. Waar ben je? Je moet terugkomen! Dit soort dingen kun je niet doen. Daar heb ik niet meer op gereageerd. Op een gegeven moment stopte het en ging alles via de zaakwaarnemer en de club. Ze hebben uiteindelijk moeten betalen. Ik had drie à vier rechtszaken lopen tegen ze en ik heb ze allemaal gewonnen. Ze bleven toch nog lastig doen door niet te betalen. Toen hebben de Turkse voetbalbond en de FA beslag gelegd op hun geld. Als ze mij niet zouden betalen, zouden ze failliet gaan. Daardoor hebben ze me moeten betalen. Ik heb in de tussentijd trouwens ook nog een aanbieding gehad van Akhisar om terug te komen. Ze zeiden: ‘We gaan je niet betalen, kom weer hier spelen en dan regelen we het zo’. Je moet wel gek zijn als je dat doet.”
Ik kan me voorstellen dat je voor geen goud terug wilde naar Turkije.
“Nee, dat kun je wel zeggen. Ik denk dat het een probleem is om Turkije in te komen. Naar Izmir kan ik sowieso niet. Ik ben blij dat het is afgesloten, het was een horrorhoofdstuk. Een soort Scary Movie, maar dan de slechte versie daarvan.”
Is het gedoe met Akhisar de reden geweest dat je uiteindelijk zo lang zonder club hebt gezeten?
“Ze hebben me lang getreiterd. Vanaf het moment dat ik daar vertrok, hebben zij mij willen fucken zodra ik weer bij een nieuwe club zou tekenen. Door niet mee te werken aan mijn overschrijving. Door mij niet vrij te geven. Het was eigenlijk zo dat ze alleen aan hun verplichtingen bleven voldoen als ik nergens zou tekenen. Dat heb ik twee jaar lang volgehouden. Er waren hier en daar wel aanbiedingen, maar dat is niks geworden door dat gedoe in Turkije.”
Je bent nog wel kort bij Vancouver Whitecaps geweest, al heb je daar geen wedstrijd gespeeld.
“Ik kwam bij Vancouver in de laatste maand aan en het was de bedoeling dat we de play-offs zouden halen. Ik had nog wat tijd nodig om mezelf klaar te stomen, dus ik was veel aan het trainen. Op het moment dat ik klaar was om te spelen, raakte ik geblesseerd tijdens een training. Tegelijkertijd begonnen die Turken weer lastig te doen, waardoor ik niks gespeeld heb en snel weer terug naar huis ging.”
Uiteindelijk heb je nu misschien wel in de piekjaren van je carrière zonder club gezeten. Hoe kijk je daar zelf tegenaan?
“Kijk, je kunt het ook zo zien: je kan ook tussen je 29e en 31e zonder club komen te zitten en niks verdienen. Dan zijn het verloren jaren. Ik kwam zonder club te zitten, maar kreeg doorbetaald. Dan moet je zelf maar bepalen of je een positieve of een negatieve situatie vindt. In mijn beleving ben ik wel wat verloren, maar qua vastigheid ben ik er alleen maar op vooruit gegaan. Uiteindelijk voetbal je maar voor een paar jaar, het gaat erom dat je daarna genoeg op je rekening hebt. Wat dat betreft heeft het op de een of andere manier toch goed uitgepakt.”
Heeft dit avontuur in Turkije je ook voorzichtiger gemaakt?
“Dat was een van de redenen waarom ik in Nederland wilde spelen. Na zo’n avontuurtje wil je alles weer oppakken, het liefst zo dicht mogelijk bij je familie. Ik had in de tussentijd wel weer een avontuur kunnen aangaan, maar ik wilde dicht bij mijn familie weer gaan genieten van het spelletje. Mensen konden me weer zien spelen, zouden weer van me horen. Dat is helaas niet zo gegaan. We hebben gesprekken gehad met enkele clubs, maar dat is niks geworden. Wie weet kan het nog in de toekomst komen.”
Heeft Godwin je moeten motiveren om iedere dag te blijven trainen toen die kans uitbleef?
“Ja en nee. Hij heeft me elke dag kapot gemaakt op de training en is me blijven coachen, van: ‘Dit is wat je leuk vindt, dus je moet blijven doen wat je altijd doet’. Dat heb ik gedaan en ik ben blij dat hij me daarin gesteund heeft. Want als ik het zelf had moeten doen, had ik het misschien op vijftig procent gedaan.”
Dit is dus wel belangrijk geweest in deze fase van je carrière?
“Vanaf het eerste moment dat ik hem sprak, voelde het goed en er was een klik. Dan hoef je niet twee keer na te denken en is het meteen handelen. We zijn gaan trainen en het is alleen maar beter geworden. Als ik hem eerder had tegengekomen, was ik nu bij Barcelona. Nee, nee. Maar dan was ik wel verder dan waar ik nu ben. De meeste zaakwaarnemers regelen je zaken en op het moment dat je je contract tekent, denken ze dat hun werk gedaan is. Als je problemen hebt, moet je het maar laten weten. Godwin regelt je zaken, maar helpt je tegelijkertijd om elke dag sterker en beter te maken. Hij neemt zijn tijd, komt als je extra wilt trainen. Hij is een zaakwaarnemer uit de nieuwe generatie en een voorbeeld voor andere agenten hoe dit vak uitgeoefend moet worden. Ik zie voor hem als zaakwaarnemer een grote toekomst om het verschil te maken in de voetbalwereld.”
Ravenna moet dus het begin zijn van een nieuwe fase in je carrière?
“Het gevoel om echt tegen een professionele tegenstander te spelen in een wedstrijd die ergens om gaat, heb ik lang niet gehad. Ik heb nu de stap gemaakt, een contract getekend bij een profclub. Maar ik ga hier niet eindigen, met alle respect. Aan het einde van het seizoen richt ik mijn pijlen weer op een andere club. Ik zou nog wel willen terugkeren naar Engeland. Het liefst zou ik komende zomer naar Engeland of Nederland willen. Engeland voelt als mijn tweede thuis, ik heb daar veel vrienden. Het is ook een competitie die bij me past. Ze respecteren me en dat waardeer ik enorm.”
Heb je in de resterende jaren van je carrière nog een ultiem doel?
“Het zou geweldig zijn als ik voor Suriname kan uitkomen. Het is ook iets dat ik zelf moet gaan doen. Ze kennen mij als iemand die in de Eredivisie, Jong Oranje en de Premier League heeft gespeeld, maar dat is iets wat destijds is gebeurd. We zijn nu stappen verder. Als ik voor Suriname wil uitkomen, moet ik het weer laten zien. Dat begint nu door op het veld te staan, hopelijk met een mooie transfer. Daarna hoop ik mezelf in de kijker te spelen, dat is een hele grote motivatie. Het zou mezelf heel veel doen, maar ook mijn ouders, mijn gezin en mijn familie in Suriname. Zij zouden het geweldig vinden als ik voor Suriname kan uitkomen.”