voetbalzone

Hoe Abramovich door Man United werd overtuigd om Chelsea te kopen

Thijs26 apr 2020, 17:10
Laatst bijgewerkt: 26 apr 2020, 17:10
Advertentie

Chelsea is dankzij de steenrijke clubeigenaar Roman Abramovich in de afgelopen twee decennia uitgegroeid tot een van de grootste clubs ter wereld. De ploeg strijdt jaarlijks mee om de bovenste plekken in Engeland en is daarmee een geduchte concurrent voor bijvoorbeeld Manchester United, dat zonder het te weten een grote rol speelde in de opmars van the Blues. De ploeg won sinds zijn entree in 2003 al vijf keer de Premier League, vijf keer de FA Cup, driemaal de League Cup en ook de Champions League werd een keer gewonnen. In de rubriek Spelbepalers blikt Voetbalzone iedere zaterdag en zondag terug op wedstrijden die het moderne voetbal hebben gemaakt tot wat het nu is. Het Champions League-duel tussen Manchester United en Real Madrid uit 2003 staat centraal voor aflevering 1.

Door Thijs Verhaar

Die spectaculaire ontmoeting heeft in principe niets te maken met Chelsea, maar per toeval was Roman Abramovich aanwezig bij het duel wat de boeken in zou gaan als een van de mooiste wedstrijden in de 21e eeuw. De oligarch groeide in Rusland op zonder interesse in voetbal, maar dat veranderde toen hij op uitnodiging van een zakenrelatie aanwezig was bij de titanenstrijd op Old Trafford. De Rus raakte onder de indruk van de sfeer, de opwinding en werd verliefd op het spel. Het was inderdaad topentertainment, maar echt spannend was het scoreverloop niet eens. Manchester United had het eerste duel tussen de twee Europese grootmachten met 3-1 verloren in Bernabéu en kreeg ook op eigen veld meteen nog een treffer te verwerken van de Braziliaanse spits Ronaldo Nazario.

Daarmee leek het pleit al na de openingsminuten beslecht, maar er ontspon zich een fantastisch gevecht met zeven goals, een hattrick van de Braziliaanse Ronaldo, een bijna geslaagde comeback en weergaloze acties onder meer Zinédine Zidane, Luis Figo en David Beckham. De Engelse grootmacht bleef er met al hun sterren als Roy Keane, Ryan Giggs en Ruud van Nistelrooij tot de laatste seconde voor vechten om het publiek waar te geven voor hun geld. De fans schaarden zich massaal achter de ploeg en ook Abramovich keek zijn ogen uit, al kwam United ondanks de 4-3 zege nooit dichtbij de volgende ronde. De Rus verklaarde later dat hij direct wist dat hij een ‘absoluut geweldige wedstrijd’ had gezien, al liet hij in het midden of hij op dat moment als complete leek wel of niet op de hoogte was van het resultaat uit de eerste wedstrijd en de regelgeving omtrent uitdoelpunten.

voetbalzone

Voor het verhaal maakt het weinig uit. Als man met vrijwel oneindige financiële mogelijkheden besloot hij nog voor hij het stadion verliet om zelf een club te willen bezitten en die uit te bouwen tot een serieuze kandidaat voor alle hoofdprijzen. En misschien nog wel belangrijker: het spel moest net zo hoogstaand zijn als hij op Old Trafford had aanschouwd. Abramovich nam een bureau in de arm dat onderzocht welke clubs in Engeland misschien bereid waren tot overname. Hij wilde een club in Londen kopen omdat hij voor zaken toch al vaak daar moest zijn. De Rus had zelfs een tweede huis in West-Sussex en na een korte flirt met Tottenham Hotspur besloot hij te gaan voor Chelsea, vanwege de locatie en de overzichtelijke bedrijfsstructuur.

Ook speelde het mee dat the Blues zich op de laatste speelronde van seizoen 2002/03 via een zege op Liverpool verzekerden van deelname aan de Champions League. Het is dus pertinent niet waar dat de club helemaal niets voorstelde voordat Abramovich instapte, maar hij heeft hen vervolgens wel naar een hoger plan getild. In tien dagen was de deal rond en de Rus deed niet eens een poging om iets van de vraagprijs van 170 miljoen euro af te halen, zoals hij ook niet weifelde om in zijn eerste transferperiode als clubeigenaar meer dan honderd miljoen euro op tafel te leggen voor nieuwe spelers als Claude Makélélé, Hernán Crespo en Juan Sebastián Verón. Hij wilde snel succes en slaagde in die missie. Onder leiding van Claudio Ranieri werd de ploeg knap tweede achter de ongeslagen kampioen Arsenal.

Abramovich achtte de Italiaan echter niet in staat om het gat met the Gunners te dichten en besloot om rijzende ster José Mourinho aan te stellen. De Portugees had net de Champions League gewonnen met FC Porto en riep zichzelf bij Chelsea meteen uit tot ‘the Special One’. De arrogantie spatte er vanaf en hij had recht van spreken aangezien hij dat jaar door het leven ging als World Soccer Coach of the Year. Met die persconferentie gaf hij ook meteen een eerste indruk van de psychologische oorlogsvoering die hem typeerde. Niemand wist echt wat hij of zij van Mourinho’s houding moest vinden, maar hij bleek ontegenzeglijk slim en boekte meteen succes met aankopen als Arjen Robben, Ricardo Carvalho en Didier Drogba. Vooral de defensie werd ijzersterk. Met slechts vijftien tegengoals en een toentertijd recordaantal van 95 punten werd de titel van 2004/05 opgeëist.

voetbalzone

Exact twee jaar en een week na die sensationele wedstrijd op Old Trafford kroonde het Chelsea van Abramovich zich dus tot kampioen in de Premier League, dat al negen jaar op rij het domein was geweest van Manchester United en Arsenal. Voor Chelsea betekende het de eerste landstitel na vijftig jaar tijd en daarmee bewees de Rus dat een voetbalclub als ‘speeltje’ van een miljardair bijzonder succesvol en leuk kan zijn, om te citeren uit een oude analyse van de BBC. Wat Abramovich toen met the Blues presteerde, kan worden beschouwd als een van de belangrijkste momenten in de voetbalgeschiedenis. Zonder zijn voorbeeld zouden andere superrijken als Sheikh Mansour (Manchester City) of de Qatarese investeringsmaatschappij achter Paris Saint-Germain vermoedelijk nooit zijn ingestapt en dan had de voetbalwereld er heel anders uitgezien.

Chelsea werd ook in het tweede jaar van Mourinho kampioen en een lang en succesvol huwelijk leek in de sterren geschreven te staan. Abramovich was echter allerminst tevreden, want het defensieve spel van de Portugees kon hem niet bekoren. Mourinho verliet de club aan het begin van zijn derde seizoen en de clubeigenaar ging wanhopig op zoek naar een coach die hem wel spectaculair voetbal kon beloven en de ploeg naar succes in de Champions League kon leiden. Het werd een obsessie voor de Rus en dat maakte hem meedogenloos. Hij ontsloeg Luiz Felipe Scolari bijvoorbeeld al na zeven maanden en ook Carlo Ancelotti moest na een matig seizoen het veld ruimen, terwijl hij de club eerder nog de nationale dubbel schonk. Voor André Villas-Boas was er eveneens weinig gelegenheid om de ploeg naar zijn hand te zetten. Alle drie zeiden ze te staan voor attractief voetbal, maar geen van hen leverde dat in de ogen van de nauw betrokken clubeigenaar.

Zo gebeurde het dat Roberto Di Matteo in 2012 als interim-trainer op moest treden en hij schonk Abramovich dan eindelijk de felbegeerde Champions League. Kanttekening is wel dat hij dit flikte met het ‘park the bus football’ waar Mourinho groot mee werd. In de halve finales tegen Barcelona had Chelsea slechts 27,5 procent balbezit en in de saaie finale werd Bayern München verslagen na strafschoppen. Zo had Abramovich zich de eindzege absoluut niet voorgesteld, maar hij voltooide evengoed de droom die hij negen jaar eerder had opgevat tijdens die avond in Manchester. Hij slaagde erin om Chelsea te evolueren in een ploeg die mee kon strijden om alle prijzen en ook vandaag de dag is het een club van wereldklasse. Zeker nu Frank Lampard de trainer is, want met zijn frivole spelopvatting krijgt Abramovich eindelijk te zien waar hij grof voor heeft betaald.

voetbalzone

Tot de komst van de Rus werd wereldwijd gedacht dat het onmogelijk was om succes in de voetballerij te kopen, maar hij liet zich door de juiste mensen omringen en bewees dat je met genoeg investeringen weldegelijk in staat kunt zijn om het juiste milieu voor succes te creëren. Naast ettelijke miljoenen voor nieuwe spelers investeerde de Rus ook een fortuin om een jeugdopleiding van wereldklasse maken en dat werpt nu onder leiding van Lampard eindelijk zijn vruchten af. De trainer kent de jeugd goed vanwege zijn verleden als ‘academy coach’ en kon dit seizoen geen aankopen doen vanwege de transferban die deze zomer niet meer geldt. Zodoende liet Lampard diverse jonge talenten als Tammy Abraham en Mason Mount deel uitmaken van zijn ploeg, die Manchester United nipt voorblijft in de strijd voor CL-kwalificatie.

Voor the Mancunians is het extra pijnlijk dat zij er met die wedstrijd van 2003 voor hebben gezorgd dat Abramovich de concurrentie kwam versterken. Door politieke scrupules tussen Rusland en het Verenigd Koninkrijk is dienst liefde voor Londen de laatste jaren bekoeld geraakt, maar Chelsea zit nog altijd in zijn hart. Geruchten over een verkoop staken de afgelopen jaren meermaals de kop op, maar het lijkt niet te gaan gebeuren nu hij eindelijk zijn grote droom in vervulling ziet gaan. Voor komend seizoen is Hakim Ziyech al vastgelegd en de kans is groot dat er meer toppers worden vastgelegd om Lampard in staat te stellen het voetbal op de mat te leggen waar de Rus al sinds die avond op Old Trafford van droomt.