Hoe een ‘gestoorde reïncarnatie’ van Cruijff het moderne voetbal veranderde
Van totaalvoetbal tot anti-voetbal en alles daartussenin. Het binnenslepen van de begeerde drie punten komt al sinds mensenheugenis in allerlei vormen en maten. In de rubriek Stijlfiguren gaat Voetbalzone langs de velden van weleer om fabelachtige formaties en bijzondere posities onder de loep te nemen. In deze editie: Tiki Taka. Over Josep Guardiola, die cum laude afstudeerde aan de Hollandse School van Johan Cruijff, de visie van zijn mentor voortzette en het positiespel van Totaalvoetbal tot een Spaans begrip transformeerde.
Door Kevin van Buuren
“Zonder Cruijff stond ik hier niet”, verklaarde trainer Guardiola tegenover The Guardian in 2016. De huidige succestrainer wordt 27 jaar eerder als jonge voetballer door coach Cruijff bij het eerste van Barcelona gevoegd. Pep is een modelstudent. Hij absorbeert alles wat zijn mentor vertelt en gaat later door waar de levende legende ophoudt: het perfectioneren van totaalvoetbal. “Het was alsof we iedere dag naar de universiteit gingen”, vertelt Guardiola over de masterclasses van Cruijff tijdens trainingen. “Hij was uniek.”
Eenzelfde mening had Nummer 14 over een zeventienjarige Guardiola. Als speler introduceerde Cruijff aan de hand van Rinus Michels het Hollandse totaalvoetbal bij de Spaanse topclub. Toen hij in 1988 terugkeerde als trainer, wilde de meester zijn curriculum door de gehele organisatie implementeren. “Dit is hoe we gaan spelen”, had Cruijff zijn termijn als coach geopend. ‘We’ in de breedste zin van het woord. Cruijff wilde dat iedere Barça-selectie op dezelfde manier leerde voetballen: uitgaand van balbezit. Ondanks dat de genialiteit van Cruijff niet gefaciliteerd hoefde te worden, wilde hij dat jeugdspelers de opleidingsstructuur kregen die hij ooit miste. Daarbij was ervaring ondergeschikt aan kwaliteit en fysiek ondergeschikt aan intelligentie. Middenvelder Guardiola was hier een voorbeeld van.
Cruijff wilde Guardiola zien spelen als een ‘nummer zes’. Controlerende middenvelder. Een positie die niet vanzelfsprekend was in het Spaanse voetbal van die tijd. Pep’s debuut voor het eerste was dan ook dramatisch. Hij snapte duidelijk niet wat Cruijff van hem vroeg. “Ik dacht dat mijn tijd bij Barcelona over was”, zei Guardiola later, terugdenkend aan hoe zijn trainer hem wisselde. JC gooide hem echter voor de leeuwen om het zaadje te planten en ging geduldig aan de slag met de ontwikkeling van de controleur. Guardiola speelde uiteindelijk elf seizoenen voor Barcelona en won samen met zijn droommentor onder meer een Europa Cup I en vier landstitels achter elkaar met wat later het Dream Team genoemd zou worden. Ook na het tijdperk Cruijff was de oud-aanvoerder van de Catalanen succesvol, maar pas als trainer begon de Spanjaard de belofte die Cruijff in hem zag echt in te lossen.
Promotie van Barça B
Met zijn illustere carrière als speler en welbekende voetbalintelligentie lijkt Guardiola de aangewezen kandidaat om trainer van Barcelona te worden. Als warming up krijgt hij in het seizoen 2007/2008 de leiding over Barcelona B, spelend in de vierde divisie. Voor kritische Catalaanse kranten is zijn eerste wedstrijd verliezen genoeg om te twijfelen aan de kersverse trainer. Goede voetballers zijn niet altijd goede coaches. Als de reserveploeg van Barça uiteindelijk kampioen is, ebben de twijfels weg. De nieuwe trainer van Barcelona staat klaar om de Nederlandse Frank Rijkaard te vervangen.
In mei 2008 kondigt FC Barcelona Josep Guardiola Sala aan als nieuwe trainer, na een teleurstellend seizoen zonder prijzen. Ten eerste herschikt hij zijn selectie. Ronaldinho en Deco, grote sterren van de afgelopen jaren, mogen weg. Bij speculaties over vervangers wordt de balans al opgemaakt. Dergelijke kwaliteit kost miljoenen. Guardiola weet echter dat alles al binnen handbereik is. Spelers als Pedro Rodríguez, Thiago Alcantara en Sergio Busquets promoveren vanuit zijn voormalige B-team. En uit de huidige A-selectie krijgen andere exponenten van opleidingscentrum La Masia de kans. Lionel Messi, Xavi Hernández en Andrés Iniesta. Ook oud-pupil Gerard Piqué komt terug naar huis vanaf Manchester United.
Het zijn vruchten van de basis die Cruijff Guardiola leerde. Een talentenvijver die vanaf kleins af aan maar op één manier leert voetballen: op balbezit, met korte passes. Pep koopt slechts gerichte kwaliteit in die hij nog mist, zoals rechtsback Dani Alves van Sevilla. Het levert een team op met jongens die elkaar kennen, de speelstijl beheersen en rondlopen als samen op het schoolplein. De snelle, korte passes, uitgevoerd in driehoekjes doorbreken iedere linie van de tegenstander. De bal moet als in een flipperkast gevolgd worden door de kijker. Zodra de tactiek succesvol blijkt – Guardiola wint in zijn eerste seizoen direct de landstitel, beker én Champions League – koppelt men er een begrip aan: Tiki Taka.
Passen om het passen
In de drie jaar dat Guardiola zijn Barcelona leidt, wint de ploeg alle mogelijke prijzen. Drie landstitels op rij, twee Champions Leagues, het WK voor clubteams en meer. Dat allemaal zonder ooit van de kenmerkende stijl af te wijken. Zoals Pep het ooit leerde: “Cruijff had geen plan B, hij maakte plan A oneindig veel beter.” Het is de reden dat hij trainer werd. Een missie om het totaalvoetbal van zijn mentor te perfectioneren. Kenners noemen zijn Barcelona al snel het beste team ooit. Guardiola treedt voor het voetlicht als één van de beste trainers ter wereld. Ieder record wordt gebroken door het talentvolle team.
In 2009 won de ploeg bijvoorbeeld alle zes mogelijke hoofdprijzen. Maar breekt het ook records die passen bij een speelstijl als Tiki Taka. In 2010 overstijgt Guardiola’s equipe het Champions League-record van meeste passes in een wedstrijd: 971 stuks tegen Rubin Kazan. Een record dat uiteindelijk vier keer wordt verbroken, allemaal door toekomstige Barcelona-teams. In datzelfde jaar bestaat het podium voor de Ballon d’Or uitsluitend uit producten van La Masia: Iniesta, Xavi en Messi. Het gaat gepaard met talloze doelpunten, video’s van aanvallen over ontelbare schijven en steeds weer nieuwe superlatieven. Het Tiki Taka van Barcelona levert liefhebbers een orgastisch genot op. Criticasters daarentegen vinden het eenzijdige trucje om tot een hoogtepunt te komen juist slaapverwekkend.
‘Passen om het passen’, of ‘balbezit wint geen wedstrijden’. Guardiola is bezig het moderne voetbal compleet te veranderen. Een fenomeen dat kritiek meebrengt. Godslastering voor Pep, die van Cruijff leerde dat achter iedere pass een idee moet zitten. “De intentie is niet om alleen de bal te bewegen, maar om de tegenstander in beweging te brengen”, legt hij zijn speelstijl uit. Zeker wanneer ruimtes klein gemaakt worden, kan één uitstappende middenvelder de ruimte achterlaten om razendsnel doorheen te tikken. Eindeloze één-tweetjes, bijna plagend. Totdat één opponent denkt: ‘ik ben er klaar mee’ en een fout maakt.
Thierry Henry, voormalig speler van Guardiola bij Barcelona, legde ooit bij Sky Sports uit hoe het team gecoacht werd: “Hij zei steeds: ‘Spelen, balbezit, positie’. Positie was het belangrijkst. Blijf op je positie, vertrouw je teamgenoten. Soms trok hij een verticale lijn over het veld, tot de laatste 33 procent van het veld. Je mocht niet zwerven, speel vanuit je positie. Maar, wanneer we in het laatste derde van het veld kwamen... vrijheid. Speel, wees creatief, heb plezier.”
De geniale gek
900 passes per wedstrijd of niet, na vrijwel iedere gespeelde bal is Guardiola druk bezig met invloed uitoefenen op het spel. Talloze videobeelden laten zien hoe de trainer een wedstrijd beleeft. Steeds weer in gesprek met spelers en staf. Grote ogen en zwaaiende handen die bijna angstige gezichten vertellen hoe het moet, of had gemoeten. Zijn bruinzwarte coupe van vroeger maakt plaats voor een glanzende look. “Guardiola is kaal, omdat hij niet van voetbal geniet”, zegt Chelsea-trainer Mourinho gekscherend.
Maar Guardiola kan net zo goed zelf al zijn haren uit zijn hoofd hebben getrokken. Niet omdat de liefhebber pur sang niet geniet, maar omdat hij dagelijks iedere letter van Cruijffs cryptische quotes probeert te ontcijferen. Hij is het soort trainer die om drie uur ’s nachts zijn aanvoerder opbelt: “Ik weet hoe we zondag gaan winnen.” “Ja, trainer. Doen we, trainer”, zal die aanvoerder zeggen. Het is het enige wat je kunt zeggen als Guardiola tekeergaat.
Ook op trainingen staat een 'gestoorde' reïncarnatie van Cruijff op het veld. Continu wijzend, roepend en uitbeeldend dat spelers de bal moeten aannemen met hun verste been. Dat ze opengedraaid moeten staan, het hele veld voor zich. Dat die pass van speler x op het linkerbeen van speler y moet, niet op z’n rechter. “Het enige wat een trainer kan, is zijn team zo goed mogelijk voorbereiden. Tijdens de wedstrijd is het aan de spelers”, zegt Pep. Niemand is vermoeider na een training of wedstrijd dan Guardiola zelf. Het is dan ook geen wonder dat de succestrainer na vier seizoenen en letterlijk iedere prijs afzwaait bij Barcelona. “Ik ben op”, zegt hij. Geen haar meer om aan te trekken.
Over de grens
Als Guardiola Barcelona verlaat, plaatst men vraagtekens bij zijn toekomst. Het perfectioneren van een stijl die identiteit van de club is, klinkt ideaal. Maar zijn stijl implementeren bij buitenlandse ploegen lijkt onmogelijk. Guardiola kiest dan ook niet de makkelijkste klus als hij het Bayern München van Jupp Heynckes overneemt. Die ploeg wint voor Guardiola’s komst de treble: de landstitel, beker en de Champions League. Valt er in München wat te winnen voor de Spaanse trainer?
Uiteindelijk wint Guardiola in alle drie zijn seizoenen de landstitel, met tweemaal de beker. Daarnaast legt hij in zijn eerste maanden beslag op de Europese Supercup en het WK voor clubteams, al worden deze prijzen vooral toegewezen aan zijn voorganger. Het publiek blijft kritisch. Bayern domineert, met name in balbezit, maar Heynckes’ voetbal leek ‘effectiever’. Guardiola wint prijzen die al aan de club zijn toegeschreven voordat er een bal rolt. Hij wordt omschreven als een one trick pony. Een kunstje dat bovendien alleen werkt als je het beste team uit de competitie coacht, of de rijkste.
De allerrijkste club haalt Guardiola van Bayern naar Engeland. De oligarchen van Manchester City verleiden de trainer om hun project te vervolgen. Nadat Roberto Mancini en Manuel Pellegrini de eerste twee landstitels in de geschiedenis van de club wonnen, is het tijd voor de Cup met de grote Oren. Ondanks dat Guardiola vier landstitels in vijf seizoenen verovert – iets wat alleen Sir Alex Ferguson lukte bij Manchester United – en wat nationale bekers won, is die prijs echter uitgebleven. De kritiek blijft. Guardiola, die miljarden mag uitgeven om precies de spelers te halen die hij nodig acht voor zijn systeem, brengt mooi voetbal, maar de prijzen waar het om gaat, blijven uit.
Desondanks brengt de Spanjaard, die liefst 32 titels won in 13 jaar tijd op het hoogste niveau, een evolutionair voetbal naar het krachthonk genaamd de Premier League. Hij deed hetzelfde in de Bundesliga, en allereerst in de Primera Division. Wat je ook van zijn systeem vindt, van zijn eeuwige plan A, Pep’s spel is voetbal waar een tegenstander zich aan moet aanpassen. En zoals zijn mentor altijd al zei: “Winnen is maar een dag, reputatie duurt een leven. De grootste gift is om je eigen stijl te hebben. Een stijl die mensen bewonderen en nadoen.” Een aspect waar zijn pupil volledig aan voldoet.