Hugo Borst is ‘murw’ door tuig en weet: ‘Er verandert nooit iets’
Hugo Borst denkt niet dat er ooit verandering gaat komen in de aanpak van ‘tuig’ op de tribunes. In zijn column voor het Algemeen Dagblad schrijft hij ‘murw’ te zijn als het aankomt op het aandragen van oplossingen voor het bier gooien, vuurwerkbommen en apengeluiden. “Ik weet: er verandert nooit iets.”
De wedstrijd van afgelopen zondag tussen FC Utrecht en Ajax (0-2) werd ontsierd door allerhande zaken die niks met voetbal te maken hadden. Een aantal supporters liet zich van hun slechtste kant zien, door apengeluiden te maken nadat Brian Brobbey de 0-2 maakte voor Ajax. “Het waren er geen duizend die vuilbekten, maar het was er ook niet eentje. De geconcentreerde speler zelf (Brobbey, red.) had het niet gehoord. Later zei hij dat het hem totaal niet boeide, oerwoudgeluiden. Ons wel. Hoewel het een soort van went”, aldus Borst.
Behalve de apengeluiden vonden er ook andere schermutselingen plaats tijdens de wedstrijd. Er werd met bier gegooid en er ontplofte er een vuurwerkbom vlakbij Remko Pasveer. “De wedstrijd werd – protocol – even stilgelegd”, schrijft Borst. “De stadionspeaker vroeg of de oe-oe-oe-oe’ers ogenblikkelijk met die geluiden wilden stoppen. Na afloop – dat is de routine – spraken spelers en trainers zich er publiekelijk over uit. Het hoort niet, zei er een. We straffen en handhaven niet, dan krijg je dat, zei een ander.”
Erg hoopvol is Borst niet dat er streng opgetreden wordt tegen de raddraaiers. “Later bleek de vuurwerkgooier opgepakt door de politie. En de technisch directeur van de thuisclub meldde dat de oe-oe-oe-oe’ers in beeld waren. Hij deed voorkomen dat er een vervolg op zou komen. Jaja.”, klinkt het sarcastisch. Het was volgens de columnist ‘een weekend als vele voetbalweekenden’. “Iemand stak een riedel af over dat ze dat in Engeland veel beter voor elkaar hebben. Met een voetbalwet met meldingsplicht en zo kun je tuig aanpakken. Die iemand was ik, maar het was alsof iemand anders aan het woord was. Waarschijnlijk omdat ik murw ben", zo laat Borst weten moedeloos te worden van alle randzaken. "Ik heb het te vaak geriedeld. Ik weet: er verandert nooit iets.”