Ibrahim Sangaré ziet sterk seizoen bij PSV beloond worden met prachtige prijs
Een prachtige onderscheiding voor Ibrahim Sangaré. De PSV'er is uitgeroepen tot Speler van het Jaar in zijn land Ivoorkust. Sangaré troeft in de verkiezing onder meer Seko Fofana (RC Lens), Franck Kessié (Barcelona) en Sébastien Haller (Borussia Dortmund) af.
Sangaré was bijna het hele seizoen basisspeler bij PSV. De controleur kwam in totaal in 45 wedstrijden in actie en was daarin goed voor acht treffers en drie assists. Met name zijn poeier in de TOTO KNVB Bekerwedstrijd tegen ADO Den Haag was er één om in te lijsten. Vanaf randje zestien poeierde hij de bal met, zo bleek later, 170 kilometer per uur tegen het net achter de verbouwereerde ADO-doelman Sonny Stevens.
Toch ging het niet het hele seizoen crescendo voor Sangaré. Toenmalig PSV-trainer Ruud van Nistelrooij besloot Sangaré niet nodig te hebben voor de competitiewedstrijd op 1 april tegen NEC (1-2 winst). Ook in de daaropvolgende gewonnen Eredivisie-duels met Excelsior (4-0) en FC Volendam (2-3) had Van Nistelrooij de Ivoriaan niet nodig aan de start. Érick Gutiérrez kreeg de voorkeur boven Sangaré. In het duel daarop met Ajax (3-0 winst) stond Sangaré wel weer aan de aftrap en hij zou zijn basisplaats tot het einde van het seizoen behouden.
Ook in de nationale ploeg heeft Sangaré zich ontwikkeld tot één van de steunpilaren van het team. De rechtspoot maakte in dertig optredens voor the Elephants liefst negen treffers. Tien dagen geleden stond hij nog in de basis voor het Afrika Cup-kwalificatieduel met Zambia (3-0 nederlaag). Dat Sangaré de prijs wint, mag enigszins opvallend genoemd worden. Zo was ook Seko Fofana een grote kanshebber. De controleur van RC Lens gold afgelopen seizoen in de Ligue 1 als de motor in het team dat op slechts één punt van Paris Saint-Germain tweede eindigde.