voetbalzone

Iconische Confrontaties: Rijkaards Barça versus Tiki-taka van Guardiola

Yanick Vos08 apr 2020, 20:28
Laatst bijgewerkt: 08 apr 2020, 20:28
Advertentie

In deze periode zonder voetbal grijpt Voetbalzone terug naar het verleden. In de rubriek Iconische Confrontaties zetten we twee teams tegenover elkaar waarover vandaag de dag nog altijd met veel respect gesproken wordt. Via een poll onderaan dit artikel wordt door jullie bepaald welk team zou winnen als beide ploegen het tegen elkaar zouden opnemen. In deze editie komen twee prachtige teams van Barcelona aan bod: het Barça van Frank Rijkaard, dat in 2006 de Champions League won, en de ploeg van Josep Guardiola, dat de wereld versteld deed staan met het Tiki-taka-voetbal.

Barcelona 2005/06
Hoewel Barcelona tot de top van Europa behoorde, was het lang geleden dat de club een grote Europese prijs in de wacht had gesleept. Na de winst van de Europa Cup I in 1992 was Barça er nog niet in geslaagd om de Champions League te winnen. Met Joan Laporta aan het roer werd een andere koers ingezet. Txiki Begiristain werd aangesteld als technisch directeur en hij was verantwoordelijk voor de komst van onder meer Ronaldinho, Deco en Samuel Eto’o, terwijl Rijkaard werd aangesteld als hoofdtrainer. De Nederlandse coach, geassisteerd door Henk ten Cate, kreeg de tijd om te bouwen in het Camp Nou. Het seizoen 2005/06 werd een bekroning op zijn trainerscarrière. Hij leidde Barcelona niet alleen naar de landstitel, maar ook naar de eindzege in de Champions League en deed dat met bij vlagen oogstrelend voetbal.

De concurrentie in het team van Rijkaard was moordend. In de voorhoede was de toen nog piepjonge Lionel Messi doorgebroken, maar ontbrak hij in de belangrijkste fase van het seizoen door een blessure. Xavi was een vaste waarde en hard op weg om uit te groeien tot een van de beste middenvelders ter wereld, maar keek een deel van het seizoen geblesseerd toe. Met Ronaldinho beschikte Barcelona destijds over de beste voetballer ter wereld, terwijl Samuel Eto’o toentertijd werd gezien als een van de beste spitsen op aarde. Barça liep over van kwaliteit, met een indrukwekkende mix van ervaring, talent en heel veel creativiteit. In de groepsfase van de Champions League eindigde Barcelona op de eerste plaats, waarna in de knock-outfase achtereenvolgens werd afgerekend met Chelsea, Benfica en AC Milan.

In de Champions League-finale in het Stade de France in Parijs was Arsenal de tegenstander. Rijkaard had een basisplaats voor Andrés Iniesta op het middenveld, maar besloot de Spanjaard na 45 minuten spelen bij een 1-0 achterstand toch in te brengen. Arsenal, waar Dennis Bergkamp en Robin van Persie negentig minuten op de bank bleven, was op voorsprong gekomen via Sol Campbell. Door doelpunten van Eto’o en Belletti in de tweede helft ging de cup met de grote oren alsnog mee naar Barcelona. Het werd dubbel feest in Catalonië, want in LaLiga was het team van Rijkaard verreweg de beste. Ondanks dat de laatste twee competitiewedstrijden werden verloren, eindigde Barcelona de Spaanse competitie met een voorsprong van twaalf punten.

voetbalzone

Barcelona 2010/11
Met Josep Guardiola als trainer groeide dit Barcelona uit tot een van de beste teams aller tijden. Geen team haalde deze eeuw voetballend zo’n hoog niveau als deze legendarische ploeg. Met het inmiddels wereldberoemde Tiki-taka werden de grootste teams uit Europa van de mat gespeeld. Barcelona domineerde in Spanje en ver daarbuiten. De Champions League werd in het seizoen 2008/09 al in de wacht gesleept en dit seizoen zou dat kunststukje herhaald worden. Er stond deze jaargang geen maat op Messi, die met 12 doelpunten een grote rol speelde in het succes in het miljardenbal en in LaLiga 31 keer scoorde.

Messi excelleerde, maar het was het complete elftal dat dit seizoen een weergaloze indruk achterliet. Op iedere positie in het elftal was Barcelona van absolute wereldklasse en Guardiola zorgde ervoor dat het een geoliede machine werd, met Xavi en Iniesta als spelverdelers op het middenveld. In de Champions League werd de groepsfase eenvoudig overleefd, maar bleek Arsenal een lastige horde in de achtste finale. In de heenwedstrijd ging Barcelona met 2-1 onderuit, maar in de return voor eigen publiek was een 3-1 overwinning genoeg voor een plek in de kwartfinale. Daarin werd overtuigend afgerekend met Shakhtar Donetsk, waarna Real Madrid de opponent was in de halve eindstrijd. Door twee goals van Messi won Barcelona met 0-2 in het Santiago Bernabéu en werd het karwei afgemaakt op eigen veld: 1-1. De finaleplaats was een feit en net als in 2009 was Manchester United de tegenstander.

Barcelona was Manchester United op Wembley voetballend de baas. Wayne Rooney tekende nog wel voor de 1-1 nadat Pedro de score had geopend, maar na de thee liepen de Spanjaarden weg van the Red Devils. Door goals van Messi en David Villa won Barcelona opnieuw de Champions League en bleef het team van Sir Alex Ferguson wederom met lege handen achter. De Catalanen eindigden dat seizoen met twee belangrijke prijzen, omdat ook LaLiga werd gewonnen. Guardiola zag zijn ploeg liefst 96 punten bij elkaar spelen, 4 meer dan Real Madrid. Messi zag zijn seizoen bekroond worden met de Ballon d’Or. Met Dani Alves, Gerard Piqué, Xavi, Iniesta en Messi leverde de club vijf spelers af in het UEFA Team van het Jaar.

voetbalzone
Bezig met laden …