‘Ik gaf zes assists, maar had er de ziekte in dat ik niet had gescoord’
Pierre van Hooijdonk neemt een opvallende tendens waar in het hedendaagse voetbal. Volgens de oud-speler van onder meer Feyenoord en Fenerbahçe kunnen spitsen in de Eredivisie tegenwoordig op steeds minder toevoer rekenen van de spelers om hen heen. Dat zou er mede toe geleid hebben dat er op de topscorerslijst nauwelijks meer plaats is voor klassieke centrumspitsen.
PSV'er Hirving Lozano is momenteel met dertien doelpunten competititietopscorer, gevolgd door Feyenoorder Steven Berghuis (twaalf treffers). AZ'er Wout Weghorst is met tien goals de midvoor die het hoogst staat op de lijst: hij deelt de derde plaats met teamgenoot Alireza Jahanbakhsh en PSV'er Marco van Ginkel. Van Hooijdonk meent dat er vandaag de dag op voetballend vlak meer wordt verwacht van een spits. "Ik denk dat ik tegenwoordig nooit zoveel gescoord zou hebben", zegt hij in De Volkskrant over zijn eigen actieve spelersloopbaan.
Dat Weghorst dit seizoen als één van de weinige centrumspitsen meedingt om de topscorerstitel in de Eredivisie, is volgens Van Hooijdonk ook op het conto van Jahanbakhsh te schrijven. De Iraanse rechtsbuiten produceerde behalve tien doelpunten dit seizoen ook al acht assists in de Eredivisie. "Hij is niet zo gericht op het zelf maken van goals. Dat is zo verschrikkelijk lekker voor een spits", benadrukt Van Hooijdonk.
Ruud Geels maakte in de jaren zestig en zeventig furore als spits van onder meer Feyenoord en Ajax. Hij leefde van het maken van doelpunten. "Ik herinner me een wedstrijd tegen NAC, met PSV. We wonnen met 7-0 en ik gaf zes assists. Ik had er de ziekte in dat ik niet had gescoord. Spits zijn, dat moet je in je hebben", vertelt hij. "Ik herinner me dat ik met een jasje met vijf kilo zand trainde, om de sprongkracht te vergroten. Ik pleit ook voor de terugkeer van de kopgalg."