'Ik haatte het niet in Engeland, maar dacht wel: haal me hier alsjeblieft weg'
Eric Dier werd geboren in Engeland, speelt voor Tottenham Hotspur, maar bracht het grootste gedeelte van zijn leven door in Portugal. Op zesjarige leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar het zuiden van Europa, waar hij op jonge leeftijd werd opgemerkt door scouts van Sporting Portugal. “Vijftig procent Engels en vijftig procent Portugees is eigenlijk de perfecte mix”, zegt hij in een interview met The Guardian.
De 21-jarige controleur zegt enorm te hebben genoten van zijn periode als (jeugd)voetballer in Lissabon. “De manier van benaderen is daar zó relaxed”, vertelt hij. “Ze gaan er daar prat op om nette, respectvolle mensen op te leiden. Boos worden is er niet bij, ook niet als je een keer een verkeerde pass geeft. Er werd ook nooit geschreeuwd. Ik hoor dat dat in Engeland wel vaak gebeurt.”
Daarmee heeft hij meteen het belangrijkste verschil in voetbalfilosofie tussen beide landen te pakken. “In Portugal is een goede speler een speler die snapt als hij een fout maakt en daarvan leert. Toen ik voor het eerst in Engeland kwam, zag ik coaches die jonge spelers letterlijk door de wedstrijd heen probeerden te schreeuwen. In Portugal zit de coach op de bank, zonder een woord te zeggen.”
“Het enige dat telt: voetballen. Spelen, ontdekken”, vervolgt Dier. “We moesten zelf leren van onze fouten. Op die manier leer je het spel veel beter te begrijpen. Een slechte speler is in mijn ogen een speler die twee keer dezelfde fout maakt.” De Engels jeugdinternational stapte uiteindelijk in de zomer van 2014 over van Lissabon naar the Spurs, maar was daarvoor ook al even actief in Engeland.
Op advies van zijn vader nam hij tussen januari 2011 en de zomer van 2012 een kijkje bij Everton, waar hij deel uitmaakte van het beloftenelftal. Ondanks zijn Engelse roots, ervoer Dier de overgang naar Liverpool als een cultuurshock. “Om eerlijk te zijn…ik haatte het niet, maar ik dacht wel: haal me hier alsjeblieft weg. Alles was zó anders. De levensstijl, het weer, de plek, de mensen…zelfs de taal was een probleem. Het plaatselijke accent verstond ik nauwelijks. Ik moest de andere kant zien van mijn vader. Dat is gelukt!”