‘Ik had eerste keeper van Ajax kunnen zijn, je moet alleen geluk hebben’

Mickey van der Hart maakte jaren deel uit van de jeugdopleiding van Ajax en zat ook enige tijd bij de hoofdmacht van de Amsterdammers. Tot een doorbraak in de Johan Cruijff ArenA kwam het echter niet en de inmiddels 24-jarige doelman verdedigt sinds 2015 het doel van PEC Zwolle. Van der Hart denkt echter dat als het een beetje meegezeten had, zijn loopbaan ook anders had kunnen verlopen.

“Vroeger dacht ik op mijn 20e of 21e eerste keeper van Ajax te zijn. Het had ook daadwerkelijk gekund, je moet alleen een beetje geluk hebben”, vertelt hij in gesprek met Voetbal International. “Kijk naar Justin Bijlow: Brad Jones en Kenneth Vermeer raken geblesseerd en hij krijgt zijn kans. Frank de Boer had me best durven opstellen, maar hij had meer ervaren doelmannen tot zijn beschikking. Daar baalde ik enorm van, maar inmiddels besef ik heel goed dat ik daar op dat moment nog niet klaar voor was geweest. Niet als doelman en niet als mens.”

Van der Hart ondervond bij Ajax concurrentie van Jasper Cillessen en Vermeer en werd in het seizoen 2014/15 verhuurd aan Go Ahead Eagles. In Deventer kreeg de doelman echter voor het eerst te maken met kritiek en daar had hij het niet makkelijk mee: “Jarenlang was het crescendo gegaan, ik was op een enorm voetstuk geplaatst. Zelf was ik ook gaan geloven in al die verhalen. Ik vond mezelf ook erg goed. Plots donderde ik van dat voetstuk af. En hard ook.”

Na zijn vertrek naar PEC veroverde hij in eerste instantie snel een basisplaats, maar Van der Hart bleef daarna met zichzelf worstelen. Als de doelman, die nu via een omweg het maximale uit zijn loopbaan probeert te halen, beelden van zichzelf uit die tijd terugziet moet hij er bijna om lachen: “Er staat een mega-gefrustreerd mannetje onder de lat. Dan kan ik echt bij mezelf denken: ‘Die gozer is gek’. Voor mijn gevoel heb ik in die tijd palen dwars doormidden geslagen omdat ik per ongeluk een bal losliet. Dat was niet gezond.”