‘Ik heb Quincy nog niet gebeld, dat zou misschien alleen maar stress geven’
Ajax won woensdagavond met 5-4 van FC Utrecht, waarmee de achtste finales van de TOTO KNVB Beker werden bereikt. Dusan Tadic verzorgde de winnende treffer (‘met mijn rechtervoet heb ik ze niet vaak mooier gemaakt’), maar kreeg van het Algemeen Dagblad en de Leeuwarder Courant voornamelijk vragen over Quincy Promes. De aanvoerder van Ajax schaarde zich achter zijn ploeggenoot, die tussen zondag en dinsdag in de gevangenis zat omdat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij een steekincident tijdens een familiefeest.
“Ik heb Quincy nog niet gebeld. Ik spreek hem liever persoonlijk. Een belletje zou hem misschien alleen maar stress geven. Quincy moet juist kalm blijven. Hij is onze vriend, hij is familie. Wij zullen hem steunen, want we zijn een team. We staan achter hem. Als hij weer terug is, dan zullen we hem dat laten voelen”, geeft Tadic te kennen. “Er zijn belangrijke momenten waarin sommige spelers moeite hebben. Dan moeten we diegene helpen. En dat zullen we ook doen. Wij geloven hem en staan achter hem.”
Trainer Erik ten Hag sprak al wel telefonisch met Promes. “Ik heb Quincy nog niet gesproken. Althans, nog niet recht in de ogen gekeken. Mijn hart breekt als ik zo’n boodschap krijg. De speler in de kleedkamer zijn ook diep geraakt. Quincy maakte aan de telefoon een opgeruimde indruk en hij klonk positief na een nare ervaring”, vertelt de oefenmeester, die eerder bij FC Twente en Go Ahead Eagles al samenwerkte met Promes.
“In Nederland ben je onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Als hij zegt dat hij onschuldig is, waarom zou ik dan aanleiding hebben om hem niet te geloven”, benadrukt Ten Hag. Promes is mogelijk komende zondag weer van de partij als de uitwedstrijd tegen ADO Den Haag op het programma staat. “Hij is op vrije voeten. Dat betekent hij weer in actie kan komen voor Ajax. Maar daarvoor moeten we wel eerst een gesprek voeren om te zien hoe hij er mentaal voorstaat. Dat leek goed te zitten. Als dat zo blijft, zullen we hem weer in ons opnemen en steunen.”