‘Ik kan me voorstellen dat de mensen zich afvragen: waarom gebeurt dit?’

Vitesse kwam drie jaar geleden in handen van Merab Jordania, die grootste plannen had met de Arnhemmers. Na een vijftiende, zevende en vierde plaats in de Eredivisie lijkt het lastig om nu een nóg betere prestatie neer te zetten. Temeer daar Vitesse het steeds meer moet hebben van gehuurde spelers van Chelsea, de club waarmee men nauwe banden onderhoudt. Directeur Joost de Wit begrijpt de zorgen wel.

Dit seizoen spelen liefst zes man van the Blues op huurbasis in Arnhem: aanvallers Gaël Kakuta en Christian Atsu, middenvelders Lucas Piazón en Cristián Cuevas en verdedigers Patrick van Aanholt en Sam Hutchinson. In iedere linie, op het doel na, zijn dus twee man beschikbaar die niet van Vitesse zelf zijn. “Ik kan me voorstellen dat mensen zich afvragen: waarom gebeurt dit? Waarom geen eigen jongens?”, zegt De Wit.

In Voetbal International geeft hij uitleg. “Zoals we eerder hebben aangegeven, zijn wij gebonden aan het Financial Fair Play-verhaal. We hadden niet de mogelijkheden om de transferinkomsten weer in de selectie te investeren.” De Wit zegt dat Vitesse ook beseft dat het niet goed is voor de waarde van de club, dat er zoveel huurlingen rondlopen. Zij gaan op termijn immers weer weg en leveren de club geen geld op. De Wit stipt echter aan dat er nu wel een paar ‘exceptionele talenten’ rondlopen in de Eredivisie, dankzij de huurconstructies.