voetbalzone

'Ik ken de Franse verdedigers niet, ze moeten mij kennen'

11 mrt 2009, 09:34
Laatst bijgewerkt: 11 mrt 2009, 09:34
Advertentie
Luis Suárez heeft zich dit seizoen, zeker na het vertrek van Klaas-Jan Huntelaar, ontpopt tot aanvalsleider van Ajax. De voorhoedespeler treedt donderdag met de Amsterdammers aan tegen Olympique Marseille in de achtste finale van de UEFA Cup. De Uruguayaan kijkt uit naar het treffen: “De laatste tijd voel ik me het beste in moeilijke wedstrijden.”



Suárez was negentien jaar toen hij de overstap waagde vanuit Zuid-Amerika naar Nederland. Na één seizoen bij FC Groningen twijfelde de omstreden aanvaller geen seconde toen Ajax belangstelling toonde. “Toen ik Uruguay verliet, heb ik me voorgenomen elke kans te grijpen om mijn droom te verwezenlijken", vertelt hij in Het Parool. "Ik wil naar een Spaanse topclub. Liefst Barcelona.”

Súarez merkt een belangrijk cultuurverschil op tussen zijn geboorteland en Nederland. “Ik grijp elke kans, maar jullie niet. Er komt nog wel een tweede kans, denken veel Nederlanders. In Uruguay denkt niemand zo.” Het verklaart mede waarom Suárez, ten koste van een arbitragezaak, al na een jaar vertrok uit Groningen.

Ron Jans, zijn voormalige trainer bij de Noorderlingen, is onder de indruk van de ontwikkeling van zijn voormalig pupil. “Luis heeft zich spectaculair ontwikkeld", vindt de Zwollenaar. "Zijn traptechniek was heel matig toen hij bij ons kwam, maar inmiddels scoort hij ook van buiten de zestien. Hij neemt tegenwoordig zelfs vrije trappen. Als Luis ervan overtuigd is dat lesstof hem verder kan brengen, leert hij heel snel.”

Kleine clubs
Tegen de kleine clubs wil de Spaanstalige voetballer nog wel eens wat steekjes laten vallen. “Toen ik tegen Volendam zoveel kansen had gemist, was ik bozer op mezelf dan Marco van Basten op mij was. In moeilijke wedstrijden speel ik beter dan in wedstrijden die we eigenlijk makkelijk moeten winnen. Iedereen kijkt, daar houd ik van.”

Wat dat betreft mag er in het uitduel in Zuid-Frankrijk heel wat verwacht worden van de wispelturige spits. De Uruguayaan houdt zich niet echt bezig met zijn aankomende tegenstander. “Ik heb het huidige elftal een paar keer zien spelen, maar ik ken hun laatste linie niet. Ik analyseer verdedigers nooit. Ze moeten mij kennen, dat is veel belangrijker.”