‘Ik kreeg in de winterstop kans om te vertrekken, maar bleef bij Ajax’
André Onana speelde afgelopen weekend tegen FC Groningen nog een hoofdrol door Ajax met enkele goede saves in de wedstrijd te houden. De jonge doelman beleefde vorig seizoen zijn doorbraak in Amsterdam en is dit seizoen ook een belangrijke schakel in het elftal van de nummer twee van de Eredivisie. Toch vindt de Kameroener dat hij een mindere voetbaljaargang draait dan in het seizoen waarin hij zijn debuut maakte.
In gesprek met de NOS kan hij zijn vinger niet precies op het probleem leggen: “Ik sprak met Carlo l'Ami (keeperstrainer, red.) en hij zei me dat het tweede jaar altijd moeilijk is voor een keeper, omdat de mensen veel van je verwachten. Maar ik ben op de goede weg, hopelijk gaat het volgend jaar beter.” Een factor zou het vertrek van Peter Bosz kunnen zijn, die hij ‘de beste trainer die hij ooit heeft gehad’ noemt: “Hij besloot me op te stellen, terwijl het geen gemakkelijke beslissing is bij zo'n grote club als Ajax om te spelen met een hele jonge keeper. Met hem hadden we een fantastisch seizoen. Ik hoop ooit weer onder hem te spelen, ja.”
Onana maakte eerder de overstap van Barcelona naar Ajax, maar geeft aan dat de Catalanen niet per se zijn droomclub zijn: “Ik ben geen David de Gea, een keeper die iedereen wil hebben. Voor mij is het een moeilijker verhaal.” Een belangrijke overweging in een eventueel vertrek is dat hij niet ergens op de bank wil belanden: “Ik wil spelen. Ik had in de winterstop de mogelijkheid bij Ajax te vertrekken, maar ik besloot te blijven omdat ik wil spelen.”
Ajax beleefde met de finaleplaats in de Europa League een prachtig afgelopen seizoen, terwijl het Europese avontuur voor de Amsterdammers deze voetbaljaargang al snel tot een einde kwam. Met een achterstand van zeven punten op koploper PSV is de kans groot dat de ploeg van Erik ten Hag met lege handen zal achterblijven, al heeft Onana de hoop nog niet helemaal opgegeven: “We moeten hopen dat zij punten verliezen. Ik wéét dat PSV punten gaat verliezen. Omdat wij volgende week tegen ze spelen, ja.”