'Ik moest Luiz Gustavo wel verkopen om onze licentie veilig te stellen'
In Hoffenheim wordt Dietmarr Hopp op handen gedragen. De steenrijke eigenaar liet de amateurclub doorgroeien naar de Bundesliga, maar maakte zich onlangs niet erg populair met de verkoop van Luiz Gustavo aan Bayern München. Coach Ralf Rangnick stapte direct na deze transfer op, maar Hopp legt uit dat hij geen keuze had en Gustavo wel moest verkopen.
Hoffenheim ontvangt vijftien miljoen euro voor de transfer van de Braziliaan, die is gehaald als opvolger voor Mark van Bommel. “Tussen 2007 en 2009 hebben we een verlies gemaakt van 65 miljoen euro”, zegt Hopp. “In 2010 was dat 32 miljoen euro en dat hebben we nog kunnen terugbrengen tot zestien miljoen door de transfer van Carlos Eduardo naar Rubin Kazan. Maar de financiële problemen zijn dus nog niet voorbij.”
“Ook in 2011 komen we nog zeven miljoen tekort, en dat ondanks de transfer van Luiz Gustavo”, vervolgde Hopp, die met de beschuldigende vinger naar technisch directeur Jan Schindelmeiser wijst: “Hij heeft lucratieve deals gesloten met spelers die ons bijna de kop hebben gekost. Ons salarishuis ontplofte bijna. Ik begrijp dat de supporters balen, maar ik moest Luiz Gustavo wel verkopen om onze proflicentie veilig te stellen.”