‘Ik was vereerd dat ik in de zomer een telefoontje van Overmars kreeg’
Christian Poulsen is blij dat hij neergestreken is in Amsterdam. De 32-jarige Deen diende al menig topclub in zijn dertienjarige profloopbaan en was naar eigen zeggen blij en vereerd, toen hij afgelopen zomer gevraagd werd in Amsterdam te komen spelen. Als schakel op het middenveld bij Ajax probeert hij nu zijn ervaringen te delen en een verlengstuk te zijn voor hoofdcoach Frank de Boer.
De afgelopen seizoenen speelden Poulsen voor Juventus (2008-2010), Liverpool (2010/11) en het Franse Évian Thonon-Gaillard (2011/12). “Ik wil nog een paar jaar op een goed niveau voetballen, omdat ik het gevoel heb dat ik echt nog iets heb te geven. Het voelde nog veel te vroeg om te stoppen”, zegt Poulsen, terugkijkend op het einde van het vorige seizoen in de Franse competitie. “Daar zou ik op zeker spijt van hebben gekregen.”
“Dus ik was blij en vereerd dat ik afgelopen zomer een telefoontje van Marc Overmars kreeg. Hij nodigde me uit om eens te komen praten. Dat hebben we gedaan en daarna was het eigenlijk meteen duidelijk dat we er wel uit zouden komen”, zegt Poulsen nu op de clubwebsite van Ajax. Hij speelde inmiddels zeven competitieduels mee en droeg ook zijn steentje bij in alle vier de groepsduels in de Champions League.
Eerder in zijn loopbaan speelde de Deense middenvelder ook bij Holbaek, FC Kopenhagen, Schalke 04 en Sevilla. In Andalusië beleefde hij mooie dagen. “We hadden dan ook een geweldig team, met Luís Fabiano en Frédéric Kanouté als spitsen, Dani Alves als rechtsback, Julien Escudé die daarvoor nog hier bij Ajax had gespeeld. Heel veel goede, relatief jonge spelers die echt een gezamenlijk doel voor ogen hadden: prijzen winnen.”
“Mijn rol als controlerende middenvelder was een heel dankbare, omdat we verder heel veel jongens hadden die graag naar voren gingen”, weet Poulsen nog. Tegelijkertijd was het ook een zwarte periode, omdat de jonge Antonio Puerta overleed. “Hij zou vader worden. Nog los van hoe vreselijk het voor hem en voor zijn familie was, de dood komt op zo’n moment akelig dichtbij, voor iedereen. Dat is eng, maar uiteindelijk zijn er zelfs in zo’n situatie ook positieve aspecten. Je wordt op een bepaalde manier nederiger, probeert nog bewuster van het leven te genieten.”