In beeld: de 10 beste én 10 slechtste aankopen van Josep Guardiola

Josep Guardiola won dankzij een aantal voltreffers op de transfermarkt een hoop prijzen bij Barcelona en Bayern München. Dat het echter niet altijd raak kan zijn zie je in deze special over de tien beste én de tien slechtste aankopen van de huidige trainer van Manchester City!

Om te beginnen met de beste: Bayern nam Kingsley Coman, weliswaar op huurbasis, over van Juventus en de jonge Fransman ontpopte zich meteen als een wereldtalent.

Joshua Kimmich kostte Bayern 8,5 miljoen euro en de van RB Leipzig overgekomen verdediger/middenvelder ontwikkelt zich razendsnel.

Douglas Costa was met dertig miljoen euro wat duurder, maar de Braziliaan, die eerst voor Shakhtar Donetsk speelde, lijkt op de lange termijn de vervanger van Franck Ribéry te worden.

Bayern betaalde Juventus 37 miljoen euro voor Arturo Vidal en de steunpilaar op het middenveld is tot nu toe elke cent waard.

Guardiola werkte bij Barcelona al met Thiago Alcântara en aarzelde dan ook niet om de middenvelder voor 25 miljoen euro naar de Bundesliga te halen.

Javier Mascherano was een ander schot in de roos voor een relatief laag bedrag. De Argentijn kwam als verdedigende middenvelder voor twintig miljoen euro over van Liverpool en ontwikkelde zich bij Barcelona tot een centrale verdediger van wereldklasse.

Bij Real Madrid hadden ze genoeg gezien van Xabi Alonso, maar dat betekende niet dat de middenvelder ook echt op was. Bij Bayern heeft hij zijn transfersom van negen miljoen euro inmiddels meer dan waard gemaakt.

Voor Robert Lewandowski hoefde helemaal niets betaald te worden: de goalgetter kwam transfervrij over van Borussia Dortmund.

Barcelona legde in 2008 35,5 miljoen euro neer bij Sevilla voor de diensten van Dani Alves. Een flink bedrag, maar de inmiddels naar Juventus vertrokken rechtsback heeft die miljoenen meer dan waar gemaakt.

In datzelfde jaar kwam Gerard Piqué voor vijf miljoen euro terug van Manchester United en de verdediger is nog steeds een steunpilaar bij Barça.

So far, so good dus, maar niet iedere aankoop kan een goede zijn, zoals duidelijk wordt uit het volgende rijtje!

Barcelona betaalde PSV drie miljoen euro voor Ibrahim Afellay en de middenvelder wist het nooit waar te maken in het Camp Nou.

Bayern haalde Pepe Reina in 2014 op bij Liverpool voor drie miljoen euro. De doelman vertrok een jaar later alweer naar Napoli, waar hij eerder ook op huurbasis speelde.

Martín Cáceres werd in 2008 gezien als een groot talent en Barcelona betaalde Villarreal 16,5 miljoen euro voor de Uruguayaan. Hij kwam echter maar tot dertien wedstrijden in het ‘Blaugrana’ en werd na een jaar alweer verhuurd aan Juventus.

Barcelona legde in hetzelfde jaar acht miljoen euro neer voor de Braziliaanse verdediger Henrique. Tot wedstrijden in het eerste kwam hij echter niet en hij vertrok na drie uitleenbeurten in 2012 door de achterdeur.

Mario Götze werd met veel bombarie voor 37 miljoen euro overgenomen van rivaal Borussia Dortmund, maar de spelmaker kwam in Beieren niet echt uit de verf. Inmiddels is hij weer terug in het Westfalenstadion.

Mehdi Benatia ontwikkelde zich bij AS Roma tot een topverdediger en Bayern leek voor 28 miljoen euro een mooie slag te hebben geslagen. Hij haalde zijn topniveau echter niet bij ‘Der Rekordmeister’ en speelt inmiddels op huurbasis bij Juventus.

Aleksandr Hleb was bij Arsenal van wereldklasse en Barcelona legde zeventien miljoen euro voor hem neer. Hij mislukte echter volkomen en gaf onlangs aan dat het hem speet dat hij Arsenal had verlaten.

Keirrison werd gezien als een groot talent en Barcelona haalde hem in 2009 voor veertien miljoen euro op bij Palmeiras. In Spanje kwam het er echter niet uit en de Braziliaan vertrok in 2014 weer, zonder een wedstrijd voor de club te hebben gespeeld.

Het leek een droomhuwelijk: een van de beste spitsen ter wereld bij een van de allerbeste teams. Hoewel Zlatan Ibrahimovic het met zestien doelpunten in zijn ene seizoen bij Barcelona niet heel slecht deed, botste hij met Guardiola, die de aankoop van 69,5 miljoen euro na een jaar alweer liet vertrekken.

Dmytro Chygrynskiy moest de opvolger van Carles Puyol worden, maar de Oekraïner kon het niveau van Barcelona niet aan. De verdediger, die 25 miljoen euro kostte, keerde een jaar later voor 15 miljoen euro terug naar zijn oude club Shakhtar Donetsk, dat mooi 10 miljoen euro winst maakte.