In beeld: de 20 grootste culthelden van de Eredivisie
Yanick Vos30 okt 2016, 07:15
Laatst bijgewerkt: 30 okt 2016, 07:15
Advertentie
In beeld: de 20 grootste culthelden van de Eredivisie
Tom Beugelsdijk is een bikkelharde verdediger van ADO Den Haag, een speler waar de Haagse fans zich mee kunnen identificeren. Zijn uitspraken in de media hielpen hem aan de status van cultheld.
Nathan Rutjes viel nooit bijzonder op door zijn kwaliteiten als voetballer, maar vooral door zijn matje. De speler van Roda JC heeft een opvallende positieve kijk op het leven en mede daardoor groeide hij uit tot absolute cultheld.
Kees Kwakman neemt nooit een blad voor de mond. De nuchtere Volendammer is een uitstekende imitator van weerman Piet Paulusma.
Jeroen Verhoeven is een prima keeper, maar is vanwege zijn postuur uitgegroeid tot een cultheld. Ondanks zijn overgewicht wist Verhoeven het voor elkaar te krijgen om bij Ajax te spelen.
Theo Janssen was een speler met het hart op de tong, Hij trok zich van niemand wat aan en kon goed voetballen met een verfijnde traptechniek.
Anthony Lurling was tijdens zijn loopbaan misschien wel de meest gehate voetballer op de Nederlandse velden. In Breda was hij geliefd en werd hij liefkozend de Messi van Breda genoemd.
Melvin Platje had door zijn opvallende achternaam al een streepje voor bij de supporters van NEC. Hij scoorde mooie doelpunten, maar vooral als invaller. Als basisspeler was hij minder succesvol. Naast cultheld werd hij ook gezien als supersub.
Stanislav Manolev speelde jarenlang bij PSV, maar werd vaak belachelijk gemaakt in het televisieprogramma Voetbal Inside.
Hyun-Jun Suk was dagenlang toeschouwerd bij de training van Ajax en wist een proefperiode af te dwingen. Hij maakte indruk en kreeg een contract. Alleen dat verhaal maakte hem een cultheld. Hij was populair onder de supporters van Ajax, al kon hij op het veld weinig potten breken. Suk liet zelfs een tattoeage van het clublogo zetten.
Patrick Pothuizen was door zijn paardenstaart een opvallende verschijning bij NEC. Tegen Ajax kreeg hij in 2010 zijn 84ste gele kaart, een record in de Eredivisie. Daar schaamde Pothuizen zich niet voor, getuige zijn shirt met nummer 84 dat hij toonde bij het ontvangen van de kaart.
Marko Pantelic had geen gebrek aan zelfvertrouwen. Hij vond dat Ajax er goed aan het gedaan hem in huis te halen. Pantelic was een prima spits voor Ajax en was altijd in voor een applausje in de richting van zijn ploeggenoten.
Sjaak Polak was voetballend geen geweldenaar, maar zijn interviews waren vaak een genot om naar te kijken. Mediatraining was niet aan Polak besteed.
Barry van Galen kwam regelmatig in aanraking met justitie vanwege uitgaansgeweld. De aanvallende middenvelder ging vaak over het randje en dat leverde hem 82 gele kaarten op.
René van Rijswijk was geen wereldster, maar dat wist hij ook. Ondanks dat Van Rijswijk een aanvaller was, kwam hij in 314 wedstrijden niet verder dan 31 doelpunten.
Ger Senden kreeg de titel Mister Roda JC. Hij speelde negentien seizoenen voor de club waar hij later aan de slag ging als teammanger.
Theo Lucius was een goede voetballer en haalde zelfs het Nederlands elftal. Maar het waren de zaken buiten het voetbal om die hem tot cultheld maakten: vissen, vuurwerk en problemen met justitie gaven hem een aparte status.
Christian Gyan won met Feyenoord de UEFA Cup en speelde elf jaar lang in Rotterdam. Vaste prik voor ieder duel was zijn gebed. Hij werkte hard op het veld en dat werd gewaardeerd in De Kuip.
Andy van der Meyde was bij Ajax een groot talent en vertrok naar Internazionale. Vanaf dat moment ging het bergafwaarts. De voormalig buitenspeler raakte van het rechte pad en leefde een leven waarin drank en drugs centraal stonden. PSV bood hem in de herfst van zijn loopbaan nog een kans, maar een succes werd dat niet.
Regilio Vrede was een imposante verschijning op de Nederlandse velden. De boomlange verdediger was altijd populair onder de supporters.
De Braziliaanse buitenspeler Wamberto was een ware cultheld bij Ajax, al kwam dat misschien alleen al door zijn grote glimlach.