In beeld: de 18 spelers die de minste minuten nodig hebben om te scoren

Sterren als Mario Balotelli, Lionel Messi en Gonzalo Higuaín schieten dit seizoen weer met scherp, maar zij zijn niet de meest efficiënte spelers op de Europese velden. Welke voetballer in de eerste maanden van de nieuwe jaargang de minste minuten nodig heeft per doelpunt, zie je in deze special!

Voor deze lijst zijn alleen spelers meegenomen die actief zijn in de vijf grootste Europese competities: de Premier League, LaLiga, de Bundesliga, de Serie A en de Ligue 1. (Cijfers zijn afkomstig van Goal.)

Iago Falque (Torino) maakte 4 doelpunten in 382 minuten. Dat betekent dat hij elke 95,5 minuten goed is voor een goal.

Romelu Lukaku (Everton) deed het nog net iets beter. Hij maakte 5 doelpunten in 477 minuten, elke 95,4 minuten schiet hij met scherp.

Nog net iets daarvoor komt Vedad Ibisevic (Hertha BSC) met 5 doelpunten in 476 minuten. Dat betekent dat hij elke 95,2 minuten het net laat bollen.

Carlos Bacca (AC Milan) is de eerste speler op de lijst die gemiddeld elke wedstrijd scoort. Zijn 6 doelpunten in 541 minuten zorgen dat hij elke 90,17 minuten goed is voor een goal.

Heung-Ming Son (Tottenham Hotspur) heeft net iets minder tijd nodig. Hij maakte 4 doelpunten in 359 minuten, eentje per 89,75 minuten dus.

Lionel Messi (Barcelona) heeft precies dezelfde cijfers als de Koreaan van ‘the Spurs’. Hij maakte ook 4 doelpunten in 359 minuten. Dat betekent dat hij elke 89,75 minuten goed is voor een goal.

Pierre-Emerick Aubameyang (Borussia Dortmund) maakte 5 doelpunten in 455 minuten; elke 89 minuten schiet hij raak.

Sergio Agüero (Manchester City) heeft bijna een minuut per doelpunt minder nodig. Zijn 5 doelpunten in 441 minuten zorgen dat hij elke 88,2 minuten goed is voor een goal.

Javier Hernández (Bayer Leverkusen) maakte 5 doelpunten in 425 minuten. Dat betekent dat hij elke 85 minuten het net laat bollen.

Antoine Griezmann (Atlético Madrid) is weer net iets efficiënter: hij maakte 6 doelpunten in 509 minuten, elke 84,83 minuten schiet hij met scherp.

Andrea Belotti (Torino) maakte 5 doelpunten in 384 minuten. Dat betekent dat hij elke 76,8 minuten goed is voor een goal.

Gonzalo Higuaín (Juventus) is geweldig aan het seizoen begonnen. Hij maakte voor zijn nieuwe club 6 goals in 396 minuten, elke 66 minuten schiet hij raak.

Pablo de Blasis (FSV Mainz 05) maakte met 3 doelpunten in 195 minuten misschien niet zoveel goals als zijn concurrenten, maar deed dit wel heel efficiënt: elke 65 minuten scoort hij.

Edinson Cavani (Paris Saint-Germain) moet Zlatan Ibrahimovic doen vergeten en dat lukt hem in de competitie aardig: hij maakte 8 doelpunten in 507 minuten. Dat betekent dat hij elke 63,38 minuten goed is voor een goal.

Andrea Petagna (Atalanta) is met zijn 3 doelpunten in 180 minuten elke 60 minuten trefzeker.

Alexandre Lacazette (Olympique Lyon) leek op weg naar een grotere competitie, maar bleef zijn club trouw. Hij gaat gewoon door met scoren en maakte 6 doelpunten in 312 minuten, elke 52 minuten eentje.

De helemaal opgeleefde Mario Balotelli (OGC Nice) maakte 5 doelpunten in 257 minuten; elke 51,4 minuten schiet ‘Super Mario’ raak.

De relatief onbekende Joel Pohjanpalo (Bayer Leverkusen) is tot nu toe de meest efficiënte speler in de Europese topcompetities. De jonge Fin maakte 4 doelpunten in 104 minuten. Dat betekent dat hij elke 26 minuten goed is voor een goal.