voetbalzone

In beeld: 15 feitjes die je voorbereiden op de Champions League-finale

Robin Bruggeman28 mei 2016, 17:30
Laatst bijgewerkt: 28 mei 2016, 17:30
Advertentie
In beeld: 15 feitjes die je voorbereiden op de Champions League-finale
Real Madrid staat voor de veertiende keer in de finale van het belangrijkste Europese bekertoernooi, vaker dan welk team dan ook. ‘De Koninklijke’ won er daar tien van, ook een record, waaronder de laatste vier (1998, 2000, 2002, 2014).
Atlético Madrid heeft voor de derde keer in de geschiedenis de finale van de Champions League/Europa Cup I bereikt. ‘Los Colchoneros’ verloren de twee eerdere pogingen: in 1974 tegen Bayern München en in 2014 tegen Real Madrid.
Dit is de derde keer in de afgelopen vier jaar dat de finale wordt gespeeld tussen twee teams uit hetzelfde land: Bayern München en Borussia Dortmund stonden tegenover elkaar in 2013, Real en Atlético in 2014 en beide ploegen opnieuw in 2016.
Met het jaar 2016 meegerekend heeft de stad Madrid nu zeventien keer in de finale van de Champions League/Europa Cup I gestaan, veertien voor Real en drie voor Atlético. Dat is vaker dan welke stad dan ook, al volgt Milaan met zestien optredens op de voet.
Er komt voor de derde keer op rij een Spaanse Champions League-winnaar en dat is de langste reeks sinds het einde van de jaren ’70/begin jaren ’80, toen Engelse clubs alle Europa Cups tussen 1977 en 1982 pakten: Liverpool in 1976/77, 1977/78 en 1980/81, Nottingham Forest in 1978/79 en 1979/80 en Aston Villa in 1981/82.
Real Madrid won alle drie de eerdere ontmoetingen met Atlético in het belangrijkste Europese bekertoernooi: in 1959 stonden de clubs in de halve finale tegenover elkaar, in 2014 in de finale en in 2015 in de kwartfinale.
In de laatste vier officiële wedstrijden tussen Real en Atlético werd er slechts vier keer gescoord. Beide teams maakten twee doelpunten.
De laatste drie Champions League/Europa Cup I-finales in het San Siro werden beslist door een verschil van slechts één doelpunt. De laatste twee, in 1970 en 2001, hadden zelfs een verlenging nodig.
Real Madrid heeft dit seizoen in de Champions League tien keer de nul gehouden in twaalf wedstrijden. Dat is een evenaring van het record dat Arsenal in het seizoen 2005/06 zette.
Real Madrid heeft 27 keer gescoord in dit Champions League-seizoen, drie doelpunten minder dan topscorers Bayern München en elf meer dan Atlético. ‘De Koninklijke’ heeft slechts vijf doelpunten tegen gekregen, het laagste aantal dit seizoen en twee minder dan de stadsgenoot.
Atlético Madrid heeft in zijn laatste 21 Champions League-wedstrijden vijftien keer de nul gehouden, waaronder zes wedstrijden in de knock-out fase dit seizoen.
Atlético Madrid heeft in zijn laatste vier Champions League-wedstrijden minder dan dertig procent balbezit gehad: in de kwartfinales tegen Barcelona 26% en 23% en in de halve finales tegen Bayern München 26% en 27%.
Cristiano Ronaldo kan de tweede speler ooit worden die een doelpunt maakt in drie verschillende Champions League/Europa Cup I-finales. De andere is Real Madrid-legende Alfredo di Stéfano, die zelfs in vijf verschillende finales het net vond.
Dit is het derde seizoen op rij dan een trainer in zijn eerste seizoen in het toernooi de finale van de Champions League haalt: na Diego Simeone in2014 en Luis Enrique in 2015 is het nu de beurt aan Zinédine Zidane.
Zinédine Zidane kan de zevende persoon worden die de Champions League/Europa Cup I zowel als speler, als als trainer op zijn naam heeft geschreven. De anderen zijn Michael Muñoz, Giovanni Trapattoni, Johan Cruijff, Carlo Ancelotti, Frank Rijkaard en Josep Guardiola.