In beeld: twintig Braziliaanse wonderkinderen die de top nooit haalden
Tim Siekman12 okt 2017, 08:15
Laatst bijgewerkt: 12 okt 2017, 08:15
Advertentie
In beeld: twintig Braziliaanse wonderkinderen die de top nooit haalden
Paulo Ganso viert vandaag zijn 28e verjaardag! Net zoals de Sevilla-middenvelder krijgen veel talentvolle Braziliaanse voetballers te maken met torenhoge verwachtingen wanneer ze een tijdlang goed hebben gepresteerd. In deze special twintig zogenaamde wonderkinderen die (nog) niet net als Ronaldo of Ronaldinho jarenlang aan de top hebben gestaan. Reageren? Ga naar onze Facebook-pagina!
Paulo Ganso (huidige club: Sevilla) – De aanvallende middenvelder annex buitenspeler werd bestempeld als de nieuwe Zinédine Zidane en maakte samen met Neymar een opmars bij Santos. Waar de Braziliaanse aanvaller later zou imponeren bij Barcelona en Paris Saint-Germain, is de achtvoudig international, mede door blessureleed, nooit uitgegroeid tot een wereldtopper.
Jô (Corinthians) – De spits werd in januari 2006 gehaald door CSKA Moskou en de Russische grootmacht genoot met volle teugen van de kwaliteiten én de scoringsdrift van de Braziliaan. Manchester City besloot in 2008 24 miljoen euro te betalen voor Jô, maar bij The Citizens wist hij geen potten te breken. Na vele omzwervingen keerde de aanvaller in januari 2017 weer terug bij Corinthians.
Vágner Love (Alanyaspor) – "Hij maakt er in Nederland zo twintig doelpunten hoor", aldus Vincent Janssen over de Braziliaanse spits. Net als Jô speelde Vágner Love jarenlang bij CSKA Moskou en in 2005 wist de 25-voudig international beslag te leggen op de UEFA Cup. De Europese top heeft de inmiddels 33-jarige aanvaller nimmer bereikt.
Lulinha (Pohang Steelers) – Voor Brazilië Onder-17 wist de aanvallende middenvelder in zestien interlands evenveel doelpunten te maken. De scoringsdrift van de rechtspoot zorgde voor veel Europese interesse, onder meer van Real Madrid en Chelsea. Corinthians besloot Lulinha echter niet te laten gaan en na twee jaar Portugal en vele jaren in zijn thuisland te hebben gevoetbald, speelt hij nu in Zuid-Korea.
Kerlon (clubloos) – In 2005 leidde de aanvaller, bekend van de 'zeehondendribbel', op imponerende wijze Brazilië Onder-17 naar het kampioenschap van Zuid-Amerika en werd verkozen tot beste speler van het toernooi. Iedere Europese topclub aasde op hem en in 2009 wist Ajax Kerlon te huren van Internazionale. De inmiddels 29-jarige Braziliaan kon, net als in de rest van zijn carrière, echter geen indruk maken en speelde geen enkele wedstrijd voor het eerste.
Gabriel 'Gabigol' Barbosa (Benfica) – De pas 21-jarige aanvaller heeft nog genoeg tijd om de wereldtop te bereiken, maar bij Internazionale, dat bijna dertig miljoen euro betaalde aan Santos, heeft Gabigol nog niet weten te imponeren. Dit seizoen is het 'wonderkind' uitgeleend aan Benfica, waar hij nog maar 89 minuten voor heeft gespeeld.
Adriano (gestopt) – Critici zagen in de spits een zeer groot talent die jarenlang tot de wereldtop had kunnen behoren, maar mede door gedragsproblemen, depressies en het verbruik van alcohol zou Adriano uiteindelijk nooit aan die verwachting voldoen. Desondanks is de aanvaller met Internazionale vier keer Italiaans landskampioen geworden.
Djalminha (gestopt) – De aanvallende middenvelder gold als een van de grootste talenten van zijn generatie en Deportivo La Coruña dacht met Djalminha een groeibriljant in huis te hebben. Zes seizoenen lang speelde de Braziliaan voor de Spaanse subtopper en hij legde bij tijd en wijle, bijvoorbeeld tegen Real Madrid (5-2 winst), geweldige acties op de mat, maar de ploeggenoot van Roy Makaay kon mede door zijn eigenaardige karaktertrekjes niet uitgroeien tot een wereldspeler.
Denílson (gestopt) – De linksbuiten is met Brazilië in 2002 wereldkampioen geworden, heeft de Copa América binnengesleept en een keer de Spaanse beker gepakt, maar de 62-voudig international heeft in clubverband zeker niet de top bereikt. Real Betis en Girondins Bordeaux zijn de enige twee Europese clubs waarvoor Denílson is uitgekomen.
Pato (Tianjin Quanjian) – Op 28-jarige leeftijd in China voetballen betekent dat Pato niet alles uit zijn carrière heeft gehaald wat er in zat. Met AC Milan, Chelsea en Villarreal heeft het voormalig wonderkind grote clubs achter zijn naam staan, maar alleen bij eerstgenoemde kon de aanvaller jarenlang af en toe zijn potentieel waarmaken.
Keirrison (Coritiba) – Barcelona betaalde in 2009 ruim veertien miljoen euro voor de spits, die in 2008 in eigen land meerdere individuele prijzen won. Spelen voor de Catalanen heeft Keirrison nooit gedaan: na uitleenbeurten aan Benfica, Fiorentina, Santos, Cruzeiro en Coritiba besloot laatstgenoemde club in 2014 de aanvaller transfervrij over te nemen.
Anderson (Coritiba) – De middenvelder was het meest gewilde talent toen Manchester United in 2007 ruim dertig miljoen euro overmaakte aan FC Porto. Zevenenhalf jaar stond Anderson onder contract bij de Engelse grootmacht, maar na verschillende verhuurbeurten onder Sir Alex Ferguson en David Moyes deed Louis van Gaal hem definitief van de hand.
Roque Júnior (gestopt) – Veel critici labelen de verdediger als een geflopt wonderkind, maar als een wereldkampioen met een Champions League op zak heeft Roque Júnior een aardig palmares. Toch kenmerkt de loopbaan van de vijftigvoudig international zich door vele mislukte avonturen bij onder meer AC Milan, Leeds United, Siena en Bayer Leverkusen.
Kléberson (Fort Lauderdale) – 'De ideale opvolger van de vertrokken Juan Sebastián Verón', zo klonk het in 2003. De middenvelder werd samen met Cristiano Ronaldo gepresenteerd bij Manchester United, maar waar de Portugees de wereldtop bereikte bij The Red Devils en Real Madrid, kon Kléberson allesbehalve uitgroeien tot een mondiale klasbak.
Digão (gestopt) – Als jongere broertje van Kaká werd de centrale verdediger veel kwaliteiten toegedicht. Hij werd in 2005 door AC Milan voor een half miljoen euro opgepikt bij São Paolo, maar Digão heeft slechts één keer gespeeld voor de Italiaanse topclub. De voormalig mandekker mag zich wel eenmalig Belgisch kampioen noemen door welgeteld één minuut mee te doen bij Standard Luik.
Fred (Atlético Mineiro) – De spits gold als groot talent en bij Olympique Lyon scoorde de inmiddels 34-jarige Braziliaan veelvuldig. Toch bereikte hij nooit zijn volle potentie en op het WK van 2014 werd zijn uitverkiezing voor het nationale team fel bekritiseerd vanwege zijn magere rendement. Columnist Nico Dijkshoorn was ook niet onder de indruk en was met name gebiologeerd door de 'pornosnor' van Fred.
Hulk (Shanghai SIPG) – Door zijn imposante voorkomen werd Hulk gezien als een zeer bruikbare kracht voor veel Europese topclubs, maar de 48-voudig international heeft zich ondanks geslaagde avonturen bij FC Porto en Zenit Sint-Petersburg nooit in de wereldtop gemanifesteerd. Na in het verre verleden jarenlang in Japan te hebben gespeeld, verdient Hulk momenteel zijn brood in China.
Evandro Roncatto (PS Kalamata) – Net als onder anderen Lulinha won de buitenspeler in 2003 met Brazilië Onder-17 de wereldkampioenschappen Onder-17. Een transfer naar OS Belenenses volgde, maar de jeugdinternational kon de hoge verwachtingen niet waarmaken. Daarna ging het snel bergafwaarts voor de aanvaller, die vervolgens voetbalde in onder meer Cyprus, Bulgarije, Griekenland, Kazachstan en Noorwegen.
Matuzalém (Monterosi) – De creatieve middenvelder scoorde veel goals als jeugdinternational en dat was ook Napoli niet ontgaan. Daarna volgden veel werkgevers, waaronder Lazio en Shakhtar Donetsk, maar de Braziliaan heeft de potentie die hem is toegeschreven nooit waargemaakt.
Fábio Rochemback (gestopt) – Barcelona maakte in 2001 ruim negen miljoen euro over aan Internacional en de Catalanen dachten een toptalent in huis te hebben gehaald. De defensieve middenvelder, gehaald als vervanger van Josep Guardiola, kon echter niet voor lange tijd zijn plek in het eerste bemachtigen.