In beeld: twintig grote voetbalnamen die ongeschikt bleken als trainer
Robin Bruggeman20 jan 2017, 07:15
Laatst bijgewerkt: 20 jan 2017, 07:15
Advertentie
In beeld: twintig grote voetbalnamen die ongeschikt bleken als trainer
Co Adriaanse drukte het al uit met de gevleugelde woorden ‘een goed paard is niet automatisch een goede ruiter’ en in de voetballerij blijkt keer op keer dat een topspeler niet ook meteen een topcoach is. In onze special zie daarom je twintig grote voetbalnamen die bij nader inzien geen grote coaches bleken! Reageren? Ga dan naar onze Facebook-pagina!
Roy Keane werd bij Manchester United gezien als een van de mogelijke opvolgers van Sir Alex Ferguson. De legendarische middenvelder begon veelbelovend bij Sunderland, maar stapte in zijn tweede seizoen toch op. Zijn periode bij Ipswich Town liep uit op een ontslag, waarna hij nog als assistent bij Aston Villa en het Ierse nationale elftal werkte.
Jan Wouters bouwde zijn trainerscarrière met een assistentschap bij FC Utrecht zorgvuldig op. Een baan als hoofdtrainer van Ajax bleek later echter te hoog gegrepen en ook zijn hoofdtrainerschap in de Domstad was geen onverdeeld succes. De voormalige mannetjesputter op het middenveld liet later ook weten zich meer op zijn gemak te voelen als assistent, een rol die hij nu bij Feyenoord vervult.
Niemand komt ook maar in de buurt van Alan Shearer op de ‘all-time’-topscorerslijst van de Premier League. De spits die bij Newcastle United uitgroeide tot een icoon bleek in de havenstad echter minder succesvol als trainer: zijn ambtsperiode bleef beperkt tot slechts acht wedstrijden, waarvan ‘the Magpies’ er slechts een wisten te winnen en waarna ook nog eens degradatie volgde.
Tony Adams was bij Arsenal jarenlang de rots in de branding in het hart van de verdediging. Als coach slaagde hij er echter niet in om een soortgelijke rol op te eisen. Hij degradeerde met Wycombe Wanderers en werd bij Portsmouth vanwege aanhoudende tegenvallende resultaten al na vier maanden ontslagen. Bij het Azerbeidjaanse Gabala FC hield hij na bijna anderhalf jaar de eer aan zichzelf.
De Argentijn Osvaldo ‘Ossie’ Ardiles groeide als speler bij Tottenham Hotspur uit tot een cultheld. Zijn werkzaamheden als coach in de Premier League liepen echter niet uit op een succes: Swindon Town, Newcastle United, West Bromwich Albion en Tottenham stuurden hem allen binnen een seizoen de laan uit, waarna periodes in onder meer Mexico, Japan, Kroatië en het Midden-Oosten volgden.
Paul Ince redde Macclesfield Town nog van degradatie, waarna hij met MK Dons zelfs wist te promoveren. Zijn tijdperk bij Blackburn Rovers verliep met slechts 6 overwinningen uit 21 wedstrijden echter dramatisch, terwijl latere periodes bij opnieuw MK Dons en Notts County ook op een mislukking uitdraaiden. Zijn laatste werkgever Blackpool ontsloeg de oud-middenvelder na een serie van twee punten uit twaalf wedstrijden.
Rudi Völler gold in zijn hoogtijdagen als een ware doelpuntenmachine bij onder meer Werder Bremen, AS Roma en ‘die Mannschaft’. Als coach had hij echter minder succes: als bondscoach van het Duitse nationale elftal werd in 2002 nog wel de WK-finale gehaald, maar hij stapte twee jaar later op nadat Duitsland er in de eerste ronde van het EK in Portugal uitvloog. Latere periodes bij Bayer en Roma waren ook snel voorbij en zijn huidige rol als sportief directeur bij ‘die Werkself’ lijkt hem beter af te gaan.
Bryan Robson is nog altijd de langst dienende aanvoerder van Manchester United. Hij slaagde er echter nooit in om het tot coach van ‘the Red Devils’ te schoppen en ook zijn pogingen bij onder meer Middlesbrough, Bradford City, West Bromwich Albion en Sheffield United waren geen succes.
Sir Bobby Moore werd in 1977 overgeslagen door Engelse nationale bond en Watford, waarna hij bij Oxford City aan de slag ging. Hier werd hij echter alweer snel ontslagen en de aanvoerder van het Engelse team dat in 1966 wereldkampioen werd bleek ook bij Eastern AA uit Hongkong en Southend United niet uit het juiste coachhout gesneden. Hij nam bij die laatste club daarna plaats in het bestuur en bekleedde die positie tot zijn dood in 1993.
Hristo Stoichkov baarde in het begin van zijn trainersloopbaan al opzien door te verkondingen dat hij niet in tactiek geloofde. Onder zijn leiding slaagde Bulgarije er niet in om zich te kwalificeren voor het WK van 2006 en het EK van 2008 en hij degradeerde later zelfs met Celta de Vigo. CSKA Sofia was drie jaar geleden zijn laatste werkgever.
Romário geldt als een icoon in het Braziliaanse voetbal, maar dat is niet vanwege zijn capaciteiten als trainer. Zijn periode bij Vasco da Gama liep uit op een mislukking en de oud-PSV’er besloot het daarna in de politiek te proberen. Tegenwoordig zit hij als afgevaardigde van de staat Rio de Janeiro in de Braziliaanse senaat.
Manchester United-icoon Sir Bobby Charlton wordt gezien als een van de beste Engelse voetballers aller tijden en groeide op Old Trafford uit tot een ware legende. Zijn enige poging om het ook in het trainerschap te maken liep echter uit op een fiasco: Preston North End degradeerde onder zijn leiding, waarna hij aan het begin van zijn tweede seizoen bij de club de eer aan zichzelf hield.
Lothar Matthäus is er nooit in geslaagd om als trainer in de Bundesliga aan de bak te komen en na zijn eerdere prestaties op het coachvlak zal die kans waarschijnlijk ook niet meer komen. Hij werkte bij onder meer de nationale ploegen van Hongarije en Bulgarije, Atlético Paranaense, Red Bull Salzburg en Maccabi Netanya en gold nergens als een onverdeeld succes.
Paul Gascoigne was als speler voortduren omgeven door controverses en ging daar als trainer vrolijk mee verder. Zijn enige werkgever als coach, Kettering Town, besloot de flamboyante Engelsman na nog geen veertig dagen de laan uit te sturen omdat hij elke dag dronken op de club verscheen. Gascoigne is daarna nooit meer ergens anders aan de bak gekomen.
Gary Neville gold in zijn periode bij Manchester United als een van de leiders in de kleedkamer en de rechtsback droeg zelfs geruime tijd de aanvoerdersband. De Engelsman lijkt echter minder aanleg voor het trainerschap te hebben: als hoofdcoach van Valencia werd hij al na vier maanden ontslagen, terwijl er afgelopen zomer na een teleurstellend EK ook een einde kwam aan zijn assistent-bondscoachschap bij het Engelse nationale elftal.
Ruud Gullit won als speler-manager nog de FA Cup met Chelsea en stapte daarna over naar Newcastle United. Daar vloog hij een jaar later echter de laan uit en een periode bij Feyenoord werd ook geen succes. Terek Grozny was in 2011 zijn laatste club als trainer.
Gianluca Vialli nam als speler-trainer de taken van Ruud Gullit bij Chelsea over. Hij won onder meer een FA Cup, League Cup, een Europa Cup voor bekerwinnaars en de UEFA Supercup met ‘the Blues’, maar werd in het daaropvolgende seizoen al snel ontslagen nadat hij botste met een aantal belangrijke spelers. In 2001 keerde hij terug bij Watford, waar hij na één jaar ontslagen werd.
Diego Maradona wordt over het algemeen gezien als een van de beste voetballers aller tijden. Als coach had hij echter minder geluk: zijn bondscoachschap bij het Argentijnse nationale elftal liep uit op een mislukking en ook bij Al Wasl in de Verenigde Arabische Emiraten werd hij al snel ontslagen.
Fabrizio Ravanelli kende een lange carrière als topspits. De Italiaan ging daarna aan de slag als jeugdtrainer bij Juventus en probeerde het ook als hoofdtrainer bij het Corsicaanse AC Ajaccio. Na een serie van vijf nederlagen op rij was het echter snel gedaan met zijn dienstverband in de Ligue 1.
Marco van Basten begon niet onaardig als bondscoach van het Nederlands elftal, maar in zijn tijd bij Ajax, sc Heerenveen en AZ liep alles niet van een leien dakje. De voormalig topaanvaller zette in Alkmaar zelfs een stapje terug omdat hij niet om kon gaan met de druk en ging als assistent aan de slag. Na een periode als assistent-bondscoach besloot hij vorig jaar een technische rol bij de FIFA te accepteren.