voetbalzone

‘In Den Haag mag je het niet zeggen, maar Ajax blijft gewoon een prachtige club’

Daniel Cabot Kerkdijk03 mrt 2018, 07:15
Laatst bijgewerkt: 03 mrt 2018, 07:15
Advertentie

ADO Den Haag staat momenteel op een achtste plaats in de Eredivisie, een stek die recht geeft op de play-offs om Europees voetbal. Het is voor Fons Groenendijk het meest spectaculaire jaar in zijn trainerscarrière. Toch komt de naam van de oefenmeester nog nergens voorbij, al weet hij zelf ook niet of er belangstelling is. “Misschien omdat mijn contract nog doorloopt. Het gaat zoals het gaat.”

“Ik ga mezelf daarvoor toch ook niet profileren met onzinverhalen? Ik ben gewoon mezelf”, benadrukt Groenendijk zaterdag in De Telegraaf. “Het is een gevecht om de stoeltjes, daarvan zijn er maar achttien en ik zit hier nu goed.” Met Ajax staat er één topclub achter zijn naam, maar hij werd er nooit de eindverantwoordelijke bij het eerste elftal. “In Den Haag mag je het niet zeggen, dat Ajax-randje hebben ze me moeten vergeven, maar Ajax blijft gewoon een prachtige club.”

“Ik heb er zeven jaar gewerkt en dan heb je er iets mee”, erkent Groenendijk, die als assistent van Henk ten Cate ‘met kwijl in de mond’ keek naar het afwerken van Luis Suarez en Klaas-Jan Huntelaar. “Toen ik met John van den Brom voor het eerst met de beloften werkte, liepen Jan Vertonghen en Thomas Vermaelen in dat elftal. Als trainer van Onder-19 deed Donny van de Beek, die nog in Onder-16 speelde, al eens met ons mee. Bij het positiespel zag je ondanks zijn leeftijd al hoe goed zo’n jochie dan is. Die dingen blijven je bij.”

Groenendijk moet lachen als hij soms ziet hoe collega’s beweren dat zij de doorbraak van een talent hebben bewerkstelligd. “Een supertalent, zoals nu een Justin Kluivert, haalt de top wel. Trainers zijn dan slechts hulpmiddelen.” Hij hoopt op een dag in Engeland te werken, het land waar hij in zijn actieve loopbaan voor Manchester City uitkwam. “De hele voetbalcultuur daar is me enorm blijven aanspreken. Als ik dan nog een wens heb als trainer, dan ligt die in het werken in Engeland.”